Bij een sneeuwbalsteekproef vraag je aan de al geworven respondenten om voor jou nieuwe respondenten te werven. Deze methode kun je goed inzetten als je onderzoek doet naar lastig bereikbare onderzoeksgroepen.
Sneeuwbalsteekproef (snowball sampling)
Sneeuwbalsteekproeven (snowball sampling) worden gebruikt als de populatie die je wilt onderzoeken moeilijk te bereiken is, of wanneer er geen bestaande databank of ander kader is om je aan participanten te helpen.
Er zijn twee soorten steekproeven: de selecte en de aselecte steekproef. Een aselecte steekproef is gebaseerd op random sampling. Iedereen uit de populatie heeft evenveel kans om in de steekproef opgenomen te worden. Aselecte steekproeven worden vaak gebruikt bij kwantitatief onderzoek.
Bij een gerichte steekproef selecteren onderzoekers zelf (in plaats van willekeurig) een subpopulatie die naar verluidt representatief is voor de populatie als geheel. Bij dit type steekproef, dat ook wel een 'expertsteekproef' wordt genoemd, kiest iemand die de groep en zijn basiseigenschappen kent, de steekproef.
Een enkelvoudige aselecte steekproef (simple random sampling) is een willekeurig gekozen subset van een populatie. Bij deze steekproefmethode heeft ieder lid van de populatie een gelijke kans om geselecteerd te worden en in de steekproef te worden opgenomen.
Clustersteekproef. Steekproef waarbij de populatie verdeeld is in een aantal vergelijkbare deelpopulaties ('clusters'). De steekproef wordt in dit geval gevormd door steekproeven uit elke cluster. Bijvoorbeeld: alle teamleden van drie sportteams van in totaal twintig sportteams van een sportclub.
Een steekproef is een homogene verzameling van eenheden (personen, objecten of situaties) die een of meerdere eigenschappen gemeen hebben waarop het onderzoek zich richt. Dit kan bijvoorbeeld een groep zijn vanorganisaties, mensen, dieren of voorwerpen, vaak geselecteerd op bepaald kenmerken.
Gemakssteekproef. Bij deze steekproefmethode selecteer je geschikte respondenten die je eenvoudig kunt bereiken. Dit is een makkelijke en goedkope manier om data te verzamelen, maar de methode is niet wetenschappelijk. Met de gemakssteekproef weet je niet of je de resultaten representatief zijn voor de gehele populatie ...
Een aselecte steekproef (probability sampling) is een steekproefmethode waarbij je willekeurig een steekproef selecteert. Deze methode wordt ook wel de kanssteekproef, willekeurige selectie of random sampling genoemd.
Meestal krijgt u sneller en goedkoper reacties bij een selecte steekproef dan bij een aselecte steekproef. De leden van de steekproef zijn tenslotte gemotiveerder om deel te nemen dan mensen met wie u willekeurig contact opneemt.
Gelaagde of gestratificeerde steekproef
Als de populatie ten aanzien van een bepaald kenmerk in een partitie is verdeeld, dan is de steekproef gelaagd of gestratificeerd als de steekproef wordt gevormd door steekproeven uit ieder van de klassen in de partitie.
Bij getrapte steekproeven (ook wel multistage sampling of een meertrapssteekproef genoemd) trek je een steekproef uit een populatie, waarna je nog één of meerdere steekproeven trekt (met steeds kleinere eenheden in iedere fase).
Theoretische steekproef: een term die vaak gebruikt wordt binnen de geaarde theorie. Deze term verwijst naar een doelgerichte steekproef die gekozen is op basis van theoretische overwegingen.
Aselect of willekeurig is een begrip in de wiskunde, meer specifiek de statistiek, met de betekenis: 'volkomen bepaald door het toeval'. Het houdt in dat bij trekking van een element uit een populatie, zoals een aantal getallen of personen, ieder element in die populatie evenveel kans maakt te worden getrokken.
- Sequentiële steekproef
In theorie: Deze steekproef wordt vaak gebruikt bij kwalitatief onderzoek. In het begin mag iedereen uit de doelpopulatie in de steekproef worden opgenomen (vaak een gemakssteekproef), later worden respondenten met specifieke kenmerken gezocht (doelgerichte steekproef).
Een populatie kan worden ingedeeld in groepen, bijvoorbeeld: kleine scholen en grote scholen, of leerlingen in verschillende leerjaren, of regio's in het land. Deze deelpopulaties worden 'strata' genoemd.
Hoeveel interviews zijn er nodig om een goed beeld te krijgen? Bij kwalitatief marktonderzoek zijn steekproeven van 12, 15 of 20 respondenten gebruikelijk. Grotere steekproeven zijn een uitzondering. Die kleine steekproeven wekken meestal verbazing.
De steekproefgrootte is van belang als je een statistisch verschil wil aantonen. Bij een te kleine steekproef zijn er geen verschillen te vinden, bij een te grote is alles statistisch significant verschillend. Je moet een optimum vinden.
Beoordelingssteekproef/doelgerichte steekproef: De steekproef wordt bepaald op basis van kenmerken, zoals ziekte of hobby. Mensen die niet aan deze kenmerken voldoen, worden niet meegenomen in het onderzoek.
Het grootste verschil is dat je bij een selecte steekproef zelf de deelnemers kiest en bij een aselecte steekproef niet. Het kan zijn dat je alleen een bepaalde leeftijdsgroep wilt onderzoeken. Je onderzoekt bijvoorbeeld alleen de mening van 50-plussers over de publieke ruimte in de wijk Bos en Lommer in Amsterdam.
In kwantitatief onderzoek ligt zowel bij het verzamelen als bij de analyse de nadruk op kwantificatie van data. Bij kwalitatief onderzoek is dat niet het geval. De nadruk ligt daar niet op meten en op het verzamelen van getallen, maar op woorden. Het is subjectiever en interpretatiever.
Vergelijkbaarheid: een steekproef is representatief als de elementen in de steekproef vergelijkbaar zijn met de elementen in de populatie. Dit betekent bijvoorbeeld dat een steekproef van alleen vrouwen waarschijnlijk niet representatief zal zijn voor een populatie waar zowel mannen als vrouwen in voorkomen.
Twee steekproeven zijn onafhankelijk, als de uitkomsten in de ene steekproef die in de andere steekproef op geen enkele wijze beïnvloeden.
Het gaat er bij kwalitatief onderzoek om alle informatie boven tafel te krijgen. Meestal ga je dus net zolang door met de interviews, observaties of groepsgesprekken tot je geen nieuwe informatie meer krijgt. Je spreekt dan van inhoudelijke verzadiging oftewel saturatie.
De verhouding deelnemers/niet-deelnemers moet voldoende hoog zijn. Als je bijvoorbeeld 100 klanten hebt uitgenodigd om deel te nemen en 40 hebben daadwerkelijk deelgenomen, dan heb je een respons van 40 procent. Dit is vrijwel in alle gevallen voldoende om de resultaten als representatief te kenmerken.