Een revolutie is een grote opstand van een volk waarbij de oude regering (vaak met geweld) wordt afgezet en vervangen door een nieuwe. Er worden ook grote veranderingen doorgevoerd in die landen qua wetten en dergelijke. De toestand verbetert soms, maar kan bij een revolutie natuurlijk ook verslechteren.
Een revolutie of omwenteling is een grote plotselinge verandering. Het is daarmee de tegenhanger van evolutie, of geleidelijke verandering.
De Franse Revolutie (1789-1799) was een opstand van het volk, dat zich onderdrukt en uitgebuit voelde, tegen het gezag van de Franse koning. Maar toen het volk eenmaal de macht had overgenomen, oefende het een terreur uit die nog vele malen erger was dan toen de koning het nog voor het zeggen had.
De industriële revolutie begint na de uitvinding van de stoommachine. Het was een revolutie: een grote verandering. Door de industriële revolutie veranderde de manier waarop spullen werden gemaakt. Eerst werden spullen (zoals kleding) met de hand gemaakt.
De Industriële Revolutie geeft de overgang van handwerk naar machines aan. Vroeger werd alles met de hand gemaakt. Er bestonden bijvoorbeeld geen elektriciteit of machines. In de 18e eeuw begon in Engeland de Industriële Revolutie met de uitvinding van de stoommachine.
De industriële revolutie is de overgang van handmatig naar machinaal vervaardigde goederen die gepaard ging met grootschalige organisatorische en sociale veranderingen. De industriële revolutie begon rond 1750 in Engeland en vervolgde begin negentiende eeuw in de rest van Europa.
In ideologisch opzicht werd de burgerij geïnspireerd door de ideeën van de Verlichting. Nieuwe ideeën over vrijheid en gelijkheid gingen centraal staan. De Amerikaanse revolutie, de Franse revolutie en de Bataafse Nederlandse revolutie zijn daar een voorbeeld van.
Wanneer veranderingen plots en hevig zijn, spreken we van een revolutie.Wanneer ze zich geleidelijk aan ontwikkelen, spreken we van een evolutie.
Een revolutie is een grote opstand van een volk waarbij de oude regering (vaak met geweld) wordt afgezet en vervangen door een nieuwe. Er worden ook grote veranderingen doorgevoerd in die landen qua wetten en dergelijke.
Voor de Franse Revolutie was er een periode waarin vorsten in Europa de absolute macht hadden. Deze periode werd ook wel het a ncien régime genoemd. Het gewone volk had niets te zeggen en werd onderdrukt door de koning, de adel en de geestelijkheid. De ontevredenheid onder het Franse volk nam echter steeds meer toe.
De Terreur is een van de meest tot de verbeelding sprekende episodes in de Franse Revolutie. Tussen het afzetten van koning Lodewijk XVI in augustus 1792 en de zomer van 1794 werden duizenden vermeende tegenstanders van de revolutie onder de guillotine ter dood gebracht.
Tot aan de moderne tijd, ongeveer de achttiende eeuw, was het doel van revoluties vooral het rechtzetten van onrecht. Men wilde terug naar een geïdealiseerde oude tijd. Het woord revolutie betekende oorspronkelijk herstel, terugkeer. Maar in de moderne tijd begon men te geloven in een betere wereld, in vooruitgang.
Andere woorden voor revolutie zijn kentering, ommekeer, omverwerping, omwenteling, opstand, politieke revolutie, totale verandering en totaverandering.
Het woord revolutie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
De Franse Revolutie (1789–1799) was een invloedrijke politieke omwenteling waarbij de absolute monarchie die Frankrijk ongeveer twee eeuwen had geregeerd werd afgeschaft en de Eerste Franse Republiek werd opgericht.
Eerste Industriële Revolutie (ca. 1760-1867). Vanaf de jaren 1760 begon de Industriële Revolutie in Engeland van de grond te komen, met name door (verbeterde) textielmachines en de stoommachine van James Watt. Naast stoommachines was de komst van stoomtreinen en stoomschepen cruciaal.
De Russische Revolutie was een belangrijke gebeurtenis die plaatsvond in Rusland in 1917. Het was een periode van politieke onrust en omwenteling waarbij de Russische monarchie werd omvergeworpen en leidde tot de oprichting van de Sovjet-Unie.
De laatmoderne tijd begon met de industriële revolutie. Dit was een periode van ingrijpende industriële groei en technologische ontwikkeling, met name in textiel, mijnbouw, transport en productieprocessen. Ook kwamen er abolitionistische bewegingen op die streden tegen de slavernij.
14 juli, dag van de Parijse revolutie die de nationale feestdag van Frankrijk is geworden, is een mengeling van plechtigheid (militaire parades) en feestelijkheid (openbaar bal en vuurwerk). De bestorming van de Bastille op 14 juli 1789 wordt in Frankrijk al meer dan een eeuw herdacht.
Van grote betekenis is geweest dat hij in de gebieden waarover hij macht uitoefent, het bestuur en de rechtspraak moderniseert. Ook voert hij nieuwe maten en gewichten in: de meter en de (kilo)gram. Bovendien wordt er een burgerlijke stand geïntroduceerd, waardoor iedereen verplicht een familienaam moet aannemen.
In Nederland kwam de industriële revolutie pas laat op gang, ruim honderd jaar na die in Engeland. Die late industrialisatie van Nederland wordt vooral verklaard door: De dominantie van handel in onze nationale economie.De brede toepassing van wind- en watermolens als alternatieve bronnen van gemechaniseerde arbeid.
Tweehonderd jaar geleden woonden en werkten de meeste mensen op het platteland. Producten werden met de hand of met behulp van eenvoudig gereedschap gemaakt. Honderd jaar later is deze manier van leven en werken totaal veranderd.
De Landbouwrevolutie is een andere naam voor de tijd waarin mensen boeren werden, en geen jager-verzamelaars meer waren. De landbouwrevolutie begon ongeveer 10,000 v. Chr. in de Vruchtbare Sikkel, een regio in het Midden-Oosten die langs de rivieren de Nijl, de Tigris, en de Eufraat loopt.