Het gaat om vragen als 'wat heb je in gedachten, kun je me daarover iets vertellen, kun je me de situatie beschrijven?
Intern gerichte reflectieve vragen:
Of vragen waarmee je reflecterend kunt terugblikken: Wat wilde ik / de ander?Wat deed ik / de ander?Wat dacht ik / de ander?
Met de reflecterende vraag motiveer je de ander om dieper op de materie in te gaan. Bijvoorbeeld: Opmerking: “Ik heb moeite met mijn collega Mira.” Reflectie: “Waar heb je precies moeite mee?” Antwoord: “Dat ze niet naar me luistert.” Reactie: “Waar luistert ze niet naar?”, etc.
Wat is reflectie? Met reflecteren bedoelen we terugkijken op hoe je te werk bent gegaan en daarvan leren. Dit doe je door op een gestructureerde wijze vragen te stellen bij een ervaring, bij een probleem of bij bestaande kennis.
Wat was het mooiste moment van afgelopen periode?Hoe heb je jezelf de afgelopen periode gevoeld?Welke successen heb je geboekt?Wat maakte dat het een succes was?
Tijdens het reflecteren probeer je objectief naar een bepaalde situatie te kijken. Zo heb je misschien iets meegemaakt dat je in de toekomst anders zou aanpakken. Hier leer je van en zo word je steeds professioneler in je werk. Tijdens het reflecteren op jezelf stel je waaromvragen.
Je begint het reflectieverslag voorbeeld meestal met het beschrijven van de situatie waarin je jezelf bevindt. Hoe zag de situatie er uit en waar speelde de situatie zich af. Welke personen waren er bij betrokken en wat voor effect hadden die personen op jou.
Voorbeeldvragen zijn: Wat is de huidige situatie? (Wat, Wanneer, Waar, Hoe vaak?) Wie zijn daarbij betrokken? (direct en indirect?) Wat zijn de consequenties voor jou en/of betrokkenen, als de zaken op dit punt verkeert lopen?
Zelfreflectie is tweeledig: Je durft naar jezelf te kijken en je bent je bewust van de impact van jouw gedrag op anderen. Je bent je ook bewust van de impact van het gedrag van anderen op jou.
Soorten vragen die je kunt stellen. Er zijn open, gesloten en suggestieve vragen, controlevragen en tegenvragen.
Je sluit de reflectie af met een conclusie in het verslag waarin je vertelt wat je hebt geleerd en wat je nieuwe leerdoel is. Je hoeft niet op specifieke momenten in te gaan, maar geeft een algemene reflectie op je ontwikkeling in de afgelopen tijd.
Eenvoudige reflectie
Bij deze reflectie blijf je heel dicht bij wat de cliënt gezegd heeft. De bewering voegt weinig toe aan wat al gezegd is maar de cliënt voelt dat je luistert. Je gebruikt dezelfde of bijna dezelfde woorden als die van de cliënt.
Door systematisch te reflecteren: · Vergroot je je zelfkennis. · Ben je je bewust van de emoties die in bepaalde situaties bij jou een rol spelen. · Krijg je inzicht in hoe je daarnaar handelt.
De STARR-methode is de meestgebruikte methode om te reflecteren op je eigen handelen, bijvoorbeeld in een reflectieverslag. STARR staat voor situatie, taak, actie, resultaat en reflectie. Als je de STARR-methode gebruikt, geef je antwoord op vragen over de situatie, taak, actie, het resultaat en de reflectie.
Het model van Korthagen is een methode die je kunt gebruiken in je reflectieverslag om te reflecteren op je handelen. Het reflectiemodel van Korthagen bestaat uit 5 stappen: Je ervaart een betekenisvolle situatie. Je blikt hierop terug (de reflectie).
Het toepassen van zelfreflectie is een vaardigheid. Een vaardigheid betekent dat je reflecteren op jezelf kan leren. Door regelmatig te reflecteren op je eigen handelen (en daar ook acties aan te koppelen om deze vervolgens te evalueren!)
Reflectie lijkt een essentiële vaardigheid te zijn bij het aanleren en eigen maken van competenties. Leraren kunnen, net als andere professionals, hun functioneren verbeteren door te reflecteren.