Mensen of organisaties hebben een wens of constateren een probleem in de maatschappij. Als politici zich er mee gaan bemoeien, word het een politiek probleem: een probleem waar veel mensen last van hebben en waarbij de overheid of politieke problemen nodig zijn om het op te lossen.
De overheid kan wetten maken om maatschappelijke problematiek aan te pakken. We spreken daarom ook wel van politieke problemen.
Politiek: houdt zich bezig met het nemen van beslissingen over wat er met de samenleving moet gebeuren. Politici: dat zijn mensen die tot taak hebben verantwoorde keuzen te maken bij maatschappelijke kwesties. Ideologie: het geheel van ideeën over de mens, menselijke relaties en de inrichting van de samenleving.
Kort samenvattend is een probleem een maatschappelijk probleem wanneer: – Veel mensen ermee te maken hebben;– Het probleem op de politieke agenda staat;– Er sprake is van meerdere groepen, meningen en oplossingen.
De term "sociaal probleem" wordt doorgaans opgevat als verwijzend naar sociale omstandigheden die de maatschappij verstoren of beschadigen — criminaliteit, racisme en dergelijke. "Sociale problemen" is de titel van een undergraduate-cursus die aan veel hogescholen wordt gegeven; een typische cursus bespreekt wat er bekend is over een reeks omstandigheden die als sociale problemen worden beschouwd.
Criminaliteit (48 procent) en milieuvervuiling (45 procent) worden het vaakst gezien als een (heel) groot probleem1.
Politiek is de wijze waarop in een samenleving de verschillende, vaak tegenstrijdige belangen van groepen en individuen tot hun recht komen. Dit gebeurt via onderhandelingen, op de verschillende bestuurlijke en maatschappelijke niveaus.
Politieke sociologie bestudeert de relatie tussen de staat en de maatschappij, het partijsysteem en de relatie met de maatschappij . De reikwijdte van politieke sociologie omvat het effect van sociale houdingen op politieke participatie, sociale klasse en politieke houdingen, stemmen en de politieke en sociale implicaties daarvan.
Grofweg kunnen sociale problemen worden onderverdeeld in twee typen . Sociale problemen op individueel niveau en sociale problemen op collectief niveau. Sociale problemen op individueel niveau omvatten jeugdcriminaliteit, drugsverslaving, zelfmoord etc.
Woningnood, armoede, klimaatverandering, prestatiedruk in het onderwijs en wachtlijsten in de jeugdzorg.
Bij leren voor Maatschappijleer kun je denken aan soorten samenlevingen, rechtssysteem, geloven, maatschappelijke problemen en politiek. Waarbij de focus ligt dat je iets van verschillende kanten kunt bekijken en argumenten kan formuleren.
Mensen of organisaties hebben een wens of constateren een probleem in de maatschappij. Als politici zich er mee gaan bemoeien, word het een politiek probleem: een probleem waar veel mensen last van hebben en waarbij de overheid of politieke problemen nodig zijn om het op te lossen.
Honger, schoon drinkwater en armoede zijn grote problemen in de wereld. Veel mensen hebben nauwelijks toegang tot voedsel en schoon drinkwater, en nog veel meer mensen leven in armoede. Er zijn manieren waarop jij kunt helpen bij honger en armoede.
Politieke sociologie is de studie van macht en de relatie tussen samenlevingen, staten en politiek conflict . Het is een breed subveld dat de politicologie en sociologie overspant, met “macro”- en “micro”-componenten.
Socialisme is een politieke maatschappijvorm, en ook een economische filosofie gebaseerd op socialisatie en het collectief eigendomsrecht van de productiemiddelen. Kerngedachte binnen deze stromingen is dat het collectief de hoogste beslissingsbevoegdheid heeft over de verdeling van macht en goederen.
Traditioneel zijn er vier hoofdgebieden van onderzoek: de sociaal-politieke vorming van de moderne staat; hoe maatschappelijke ongelijkheid de politiek beïnvloedt; hoe sociale bewegingen buiten de formele instellingen de formele politiek beïnvloeden; en machtsverhoudingen binnen en tussen sociale groepen.
Een overeengekomen meerderheid van de stemmen bepaalt of het voorstel al dan niet aangenomen wordt; gelijkheid; elke deelnemer dient gelijk te zijn aan een ander in het democratisch proces, zowel in deelneming tijdens het stemmen alsook door gelijkwaardig vertegenwoordigd te zijn.
Nederland is een parlementaire democratie. Burgers stemmen tijdens verkiezingen op de volksvertegenwoordigers van politieke partijen die hen het meest aanspreken.
Het gaat om: (1) Ongelijke kansen in het onderwijs; (2) Armoede en onzeker werk; (3) de Arbeidsmarktpositie van mensen met een migratieachtergrond; (4) Langer thuis wonen van ouderen met een zorgbehoefte; (5) Meedoen aan woningverduurzaming.
Een van de meest serieuze problemen is bijvoorbeeld ongelijkheid . De kloof die de rijken en de armen verdeelt, wordt groter, wat een bedreiging vormt voor zowel de sociale cohesie als de economische stabiliteit, terwijl het ook de toegang tot kansen, kwalitatieve gezondheidszorg en onderwijs voor sommigen beperkt.
De tien wereldproblemen die internationale wetenschappers in Lomborgs boek onder de loep namen zijn: luchtvervuiling, slechte gezondheidszorg, conflicten, klimaatverandering, onvoldoende onderwijs, biodiversiteit, sekseongelijkheid, ondervoeding, handelsbarrières en gebrek aan water en sanitaire voorzieningen.