Out-lap. De ronde waarin een coureur de pitstraat heeft verlaten.
De apex is het diepste punt van de lijn door midden van een bocht. Dit punt is vaak, maar niet altijd, het geometrische middelpunt van de bocht. Het raken van de apex zorgt dat de racewagen een optimale lijn neemt en handhaaft de hoogste snelheid. Vaak komt dit in de buurt van het kleinste deel van een bocht.
Race pace is niets anders de snelheid (pace) van een auto of coureur tijdens de race. Je kan het dus gewoon racesnelheid noemen. Race pace is een tempo dat de coureurs in racesituatie kunnen aanhouden, afhankelijk van de staat van de banden, op welke banden ze rijden en de hoeveelheid brandstof die ze aan boord hebben.
Deze zijn gekoppeld aan kleuren: een 'paarse sector' betekent dat de coureur de snelste tijd van alle deelnemers heeft gereden in die betreffende sector in de huidige sessie.
De DRS kan door een coureur geactiveerd worden zodra dit is toegestaan door de race-directie. Feitelijk kan dit ook automatisch maar alleen als de achterliggende bolide binnen een seconde van zijn voorganger rijdt.
Tijdens de regen knippert deze rood om de zichtbaarheid te verbeteren voor de coureurs die erachter rijden. Ook als er energie verzameld wordt in de ERS, gaat het lampje rood branden. Dit is om de coureurs erachter te waarschuwen voor eventueel zwaarder remmen.
Gele band: zit tussen rood en wit in, qua snelheid en slijtage. Deze band (de 'medium') wordt eigenlijk iedere race wel gebruikt, soms zelfs ook al in de kwalificatie. Witte band: de hardste van de drie. Op rode en gele banden kan je een sneller rondje rijden, maar op de witte band kan je het meest lang doorrijden.
Deze sessie wordt door alle teams vrijwel altijd benut voor de 'longruns'; een reeks van een rondjes achter elkaar, vaak met een volle tank. Wie dan van alle coureurs de rondetijden over pakweg 10 of 15 achtereenvolgende rondjes bijhoudt, heeft een aardig beeld van de race pace.
Een undercut is een manier van knippen en stijlen van haar waarbij de achterkant en de zijkanten van het hoofd een heel stuk korter zijn het haar op de bovenkant.
Helaas bleek de combinatie van BMW en Williams niet in staat om een wereldtitel te winnen. In 2005 kocht BMW zich daarom in bij het Zwitserse Sauber. Dat werd het BMW Sauber F1 Team. Ook die combinatie leidde uiteindelijk niet tot het winnen van kampioenschappen en in 2009 trok BMW de stekker uit het Formule 1-project.
Er zit geen limiet op hoe vaak een coureur DRS mag gebruiken, al is dit in andere takken van autosport (DTM) wel het geval geweest. In de kwalificatie of vrije trainingen is de coureur vrij om zijn DRS te activeren binnen de aangewezen DRS-zones. DRS kan alleen gebruikt worden in DRS-zones.
Formule 1-bolides accelereren in zo'n 2,6 seconden van 0 naar 100 kilometer per uur en bereiken in 10,6 seconden een snelheid van 300 kilometer per uur.
Een banker lap is je eerste getimede ronde tijdens een kwalificatie sessie. De (iets langere) uitleg: De banker lap is de eerst getimede ronde van een kwalificatie sessie en is dus niet bedoeld om super hard mee te gaan.
En op de meeste circuits kan dat via de undercut. Het principe van de undercut is heel eenvoudig: je gaat eerder naar de pits dan je voorganger en kan dan, op een nieuw setje banden, een sneller rondje rijden dan je concurrent op zijn versleten rubber.
De banden hebben een aandeel in deze stijging: de voorwielen zijn per stuk 2,5 kg zwaarder, de achterwielen 3 kg per stuk. De totale schade? 11 kg. Ook is het managen van de temperatuur lastiger dan eerst door de introductie van wieldoppen, welke koeling vermoeilijken.
In 1946 werd de FIA opgericht (Federation Internationale de l'Automobile). Deze FIA vond het maar niets dat de racewagens die aan de Grand Prix meededen zich aan geen enkele regels meer hoefden te houden. Zij besloten dat er weer een nieuwe “formule” moest komen en er werd voor het eerst gesproken over de “Formule 1”.
Opbouw van de vrije trainingen
De eerste (FP1) en de tweede (FP2) vrije training vinden plaats op de vrijdag en zijn beide 1.5 uur lang.
Formule 1-auto's zijn uitgerust met een halfautomatische versnellingsbak. De coureur verandert de gekozen versnelling door middel van "flippers" achter het stuur. De aandrijving is op de achterwielen.
De prijs voor elk van de drie toegelaten eenheden per seizoen wordt geraamd op ongeveer 10 miljoen euro. Wie de prijs van een huidige raceauto op 12 tot 15 miljoen schat, zit er dus niet ver naast.
Volgens Pirelli is het cruciaal dat geen enkele coureur de harde band langer rijdt dan 26 ronden. De mediumband gaat volgens Pirelli twee ronden langer mee en de zachte compound mag maar 15 ronden gebruikt worden per set.
Een aantal voorbeelden van onderdelen zijn: het stuur (± 55.000 euro), een setje banden (1.500 tot 2.000 euro), een hydraulisch systeem (160.000 tot 200.000 euro), transmissie (± 210.000 euro), koelsysteem (± 180.000 euro) en het hele bodywerk van de Formule 1-auto, meestal gemaakt van het lichtgewicht materiaal carbon ...
Gevaarlijke situaties. Maar er zijn ook een aantal praktische opties die een straatauto wel heeft, maar een Formule 1-auto niet. Remlichten bijvoorbeeld. Op de openbare weg ideaal als die toerist voor je plots in de ankers gaat.
Zo heeft een Formule 1-auto weliswaar geen koplampen, maar wel een rood achterlicht. Dat zit bij elke wagen op 30 centimeter van de grond gemonteerd en heeft drie functies.
Daarnaast heeft het achterlicht ook nog een waarschuwende functie bij goede weersomstandigheden. Als het lampje knippert, betekent dat dat de auto wat trager is dan gebruikelijk. Dit komt door de het 'harvesten' van energie met het ERS. Een auto remt dan wat zwaarder af en gaat op rechte stukken minder hard.