De waarde van een 10 gulden 1968 is afhankelijk van de kwaliteit van het bankbiljet, te herkennen aan de hoeveelheid gebruikerssporen uit die periode. De verzamelwaarde van het Nederlandse 10 gulden biljet uit 1968 wordt bepaald door de kwaliteit van het biljet.
Bij het omwisselen wordt de vaste wisselkoers van 2,20371 gehanteerd. Dat betekent dat een biljet van 10 gulden dus ongeveer 4,50 euro waard is.
Ongevouwen biljetten zijn euro's waard
Maar voor de puntgave exemplaren wordt volgens hem al snel 200 a 250 euro betaald door verzamelaars. Deze zogenaamde 'ongecirculeerde biljetten', die dus compleet nieuw zijn, zijn zelfs populair in het buitenland, vertelt Poelman.
DNB gebruikt de officiële koers voor het omwisselen van guldenbiljetten. Die koers is: EUR 1 = NLG 2,20371. Dus 1 gulden is ongeveer 45 eurocent waard.
10 gulden: Frans Hals. 25 gulden Jan Pieterszoon Sweelinck. 100 gulden: Michiel Adriaenszoon de Ruyter. 1000 gulden: Baruch Spinoza.
De munten uit de jaren 90 kunt u meestal voor ongeveer 5 euro aan ons verkopen. De actuele prijs is natuurlijk sterk afhankelijk van de huidige zilverprijs van puur zilver.
De meeste guldenbankbiljetten kunt u nog tot 1 januari 2032 inwisselen voor euro's. Dit doet u bij de Nederlandsche Bank (DNB) in Haarlem. Guldenmunten (als dubbeltjes en rijksdaalders) kunt u bij DNB niet meer omwisselen. Andere valuta kunt u alleen omwisselen in het land waar het geld vandaan komt.
In de periode 1861-1909 was er een geelkleurig bankbiljet van 25 gulden dat in de volksmond ook 'geeltje' werd genoemd. Deze benaming voor 25 gulden bleef na 1909 nog lang in gebruik, alhoewel er geen uiterlijk verband meer met het briefje was en er in 1982 zelfs een ander geelkleurig biljet in omloop kwam (50 gulden).
Een meier was in het guldentijdperk een bankbiljet ter waarde van 100 gulden (ongeveer 45 euro). Naast meier, werd het honderd guldenbiljet ook wel snip genoemd, vernoemd naar de snip die op een gegeven moment op het geld werd getoond. Maar ook 'bankje' en 'mutje' werden gebruikt.
€ 19,95. De zilverbon werd uitgegeven direct na het begin van de Eerste Wereldoorlog toen het publiek massaal zilvergeld achterhield.
U kunt beschadigde biljetten inwisselen bij het kantoor van De Nederlandsche Bank (DNB). Bijvoorbeeld gescheurde of gewassen bankbiljetten.
Er zijn 7 verschillende eurobankbiljetten: van € 5, € 10, € 20, € 50, € 100, € 200 en € 500. De afbeeldingen op de biljetten zijn in alle eurolanden hetzelfde.
Ook de bijnaam rooie of rooie rug (en vandaar, enigszins vulgair, alleen rug) voor een biljet van duizend gulden vindt zijn oorsprong in de 19e eeuw, toen deze biljetten een rode achterzijde hadden.
"Ruim 400 miljoen euro aan guldens is heel veel geld. Ik had niet verwacht dat er nog zoveel zou zijn." 1 gulden is ongeveer 0,45 euro waard en kan nog tot 2032 worden ingeleverd bij De Nederlandsche Bank. Of je de guldens die je nog in een oude sok of een kluis hebt moet inruilen, hangt af van het soort geld.
Een joetje (of joet, joedje, juutje) is tien gulden.
De bestaande €500-bankbiljetten blijven wettig betaalmiddel. Ze kunnen nog steeds gebruikt worden als betaal- en oppotmiddel, d.w.z. om te betalen en te sparen. Net zo kunnen banken, wisselkantoren en andere commerciële partijen de bestaande €500-biljetten in omloop blijven terugbrengen.
Met een waarde van bijna 3 euro is de Koeweitse dinar in nominale termen de duurste munt ter wereld; als je ten minste bitcoin en andere alternatieve valuta's niet meerekent.
De oplage van de munten was groot, zodat de waarde ervan niet door schaarste bepaald wordt. Maar er zit wel waardevol fijnzilver in. Dat zorgt ervoor dat het 'guldentientje' nu ruim 10 euro waard is. Op Marktplaats zag ik een zilveren tientje uit 1970 voor € 9,99.
Reacties. Je gulden heeft een waarde van €4,10 de rijksdaalder is €9,50 waard.