Een onrustband is een hulpmiddel dat vooral gebruikt wordt in zorgorganisaties zoals verpleeg- en verzorgingshuizen en instellingen voor verstandelijk gehandicapte mensen. De band wordt gebruikt om te voorkomen dat ouderen of gehandicapten vallen of gaan rondlopen. Ook bij onrustig gedrag wordt de band toegepast.
Hardeman: 'Als een cliënt zijn bed uit wil en over een bedhek probeert te klimmen, is er meer risico op een valpartij met ernstig letsel, dan wanneer de bedhekken omlaag staan. Daarnaast kunnen bedhekken de cliënt een opgesloten gevoel geven en de cliënt is volledig afhankelijk van de zorg om uit bed te komen.
Dit zijn alle maatregelen die de patiënt en zijn omgeving beschermen. Er zijn veel verschillende manieren om een patiënt in zijn vrijheid te beperken. Bijvoorbeeld door het plaatsen van een bedhek, een bewegingsmelder of een kussen met sensor die een alarm geeft als de patiënt opstaat.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gebruikt een brede definitie: vrijheidsbeperking omvat alle maatregelen (fysiek en verbaal) die de vrijheid van cliënten beperken. Het gaat dus om: fysieke maatregelen (afzondering, onrustbanden, verpleegdekens, tafelbladen) medicatie die het gedrag beïnvloedt.
Wat is onvrijwillige zorg? Onvrijwillige zorg is: zorg waarmee de cliënt of zijn vertegenwoordiger niet instemt en zorg waarmee de vertegenwoordiger heeft ingestemd maar waartegen de cliënt zich verzet.
In de Wet zorg en dwang staat dat er ernstig nadeel is als er (een grote kans is op) bijvoorbeeld verwonding of levensgevaar. Er is ook sprake van ernstig nadeel als uw familielid zichzelf verwaarloost of financieel in de problemen raakt. Of als hij agressie bij anderen oproept.
Fixeren heeft veel negatieve gevolgen. Enkele psychische gevolgen zijn agressie, depressie, angst en toename van onrust.
Het uitgangspunt van de Wet zorg en dwang is 'Nee, tenzij'. Dat wil zeggen dat onvrijwillige zorg, zoals het in deze wet heet, in principe níet mag worden toegepast, tenzij er sprake is van 'ernstig nadeel' (zie hieronder). Onvrijwillige zorg is een allerlaatste optie.
De Wet zorg en dwang (dwangindezorg.nl) regelt de rechten van mensen met een verstandelijke beperking of met een psychogeriatrische aandoening (bijvoorbeeld dementie), die onvrijwillige zorg krijgen of onvrijwillig worden opgenomen in een zorginstelling.
Voor wie geldt de Wet zorg en dwang? De Wet zorg en dwang (Wzd) is er voor mensen die zorg nodig hebben en een verstandelijke beperking of psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) hebben. De Wzd kan onder voorwaarden ook gelden voor mensen met een zogenaamde 'gelijkgestelde aandoening'.
Als je naaste zich verzet tegen de zorg die zorgverleners geven, noem je dat onvrijwillige zorg. Onvrijwillige zorg mag alleen worden gegeven om 'ernstig nadeel' te voorkomen. Bijvoorbeeld bij verwaarlozing of omdat je naaste een gevaar is voor zichzelf of de omgeving.
Medewerkers in de ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg, verstandelijk gehandicaptenzorg en de thuiszorg passen vrijwel dagelijks maatregelen toe die de vrijheid van hun cliënten beperken. Denk aan het gecamoufleerd toe- dienen van medicijnen of het met Zweedse banden voorkomen dat cliënten uit bed vallen.
Eén daarvan is het aantal vrijheidsbeperkende maatregelen. Daaronder vallen het geven van gedwongen medicatie, het gebruiken van een stoel waaruit je niet zelfstandig kunt opstaan of een band waarmee je in bed wordt vastgelegd. Maar ook: een laag-laag-bed, een valmat en een sensor.
Bij een aanvraag voor opname stelt het CIZ vast of de persoon met dementie bezwaar heeft tegen opname. Dit gebeurt met een zogenoemde Wzd artikel 21-toets. Uit deze toets komen drie mogelijkheden: vrijwillige opname, geen bereidheid/geen verzet of gedwongen opname.
Kalmerende medicijnen lossen onbegrepen gedrag niet op. Tijdelijk gebruik van dit soort medicijnen is soms nodig, maar altijd als noodmaatregel en mét een plan voor afbouw. Zo staat het ook in de Wet zorg en dwang die per 1 januari 2020 van kracht is.
Het toepassen van onvrijwillige zorg wordt door de wetgever niet beschouwd als een voorbehouden handeling. Dit betekent dat onvrijwillige zorg in beginsel door iedereen mag worden toegepast zonder aanvullende voorwaarden.
De Wzd regelt onder welke voorwaarden aan iemand met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke beperking tegen zijn wil zorg verleend kan worden, als dat nodig is om te voorkomen dat diegene zichzelf of iemand anders ernstig benadeelt. Hoe kan de aanvraag worden gedaan?
Mogelijke lichamelijke gevolgen zijn blauwe plekken, doorligwonden, toenemende afhankelijkheid, verminderde spierkracht (en dus meer kans op vallen) en soms zelfs ongelukken met een dodelijke afloop. Fixatie kan ook psychologische gevolgen hebben zoals gevoel van isolatie, angst om verlaten te worden, ...
Het besluit nemen om te fixeren in overleg met de behandelende arts en de collega's- verpleegkundigen. Indien de patiënt een wilsbeschikking heeft, zal deze nageleefd worden. verschillende fixatiemogelijkheden en de voor- en nadelen van fixatie met de familie bespreken.
waarom onvrijwillige zorg noodzakelijk en proportioneel is; hoe het toezicht is geregeld tijdens de toepassing ervan; hoe lang de onvrijwillige zorg verleend kan worden (dit is maximaal twee weken).
De zorgverantwoordelijke is een ter zake kundige arts of iemand die valt 'binnen een categorie die door de minister is aangewezen als deskundig'. De zorgaanbieder wijst vervolgens aan wie dat binnen de zorgorganisatie kan zijn.
De wetgever heeft bepaald dat de wilsbekwaamheid van een cliënt ter zake moet worden beoordeeld door een deskundige zorgverlener. Deze deskundige zorgverlener moet de beoordeling verrichten conform de gangbare richtlijnen(artikel 3 lid 2 Wzd).