Het observatie-instrument is een tool waarmee je bepaalde competenties waarover een gids al dan niet beschikt, kan waarnemen. Hoewel een competentie niet zichtbaar is (het is een 'capaciteit'), kan ze wel geuit worden door middel van gedrag. Meetbare en waarneembare gedragsindicatoren omschrijven dit gedrag.
Als je voor observaties hebt gekozen als onderzoeksmethode, kijk en luister je naar wat mensen doen en zeggen (menselijk gedrag) in een bepaalde situatie. Alles wat je waarneemt, leg je vast in een verslag. Je kunt op verschillende manieren observeren: Participerende of niet-participerende observatie.
Dit is een deel van de lijsten die er zijn, maar deze vormen een goede basis: Pijnobservatielijst PGA - Pijn Gedrag Analyse. Pijnobservatielijst PACSLAC-D. Pijnscorelijst NCCPC-R voor niet verbaal communicerende clienten.
Maak bij het observeren gebruik van een observatielijst. Met een gestructureerde observatielijst leg je consistent objectieve informatie vast en kun je de verzamelde data gemakkelijk analyseren. Toon tijdens het observeren een open en onderzoekende houding. Voorkom dat je te snel conclusies trekt over gedragingen.
Observeren moet je zo objectief mogelijk doen, dus je moet vooral feiten registreren. Registreer aantallen (frequenties, duur) van bepaald gedrag, en vermijd subjectieve aanduidingen als 'verdrietig' als iemand huilt. Iemand kan ook huilen van woede of machteloosheid.
Je kruist aan welk gedrag of welke handeling je waarneemt. Je vult data of tijdstippen in van het waarge- nomen gedrag of je beantwoordt de vragen. Bij een observatieschema weet je van tevoren al op welk soort gedrag je gaat letten. Vervolgens noteer je of dat gedrag zich voordoet.
Observatie kan informatie opleveren over het ontstaan en/of in stand houden van probleemgedrag. Daarnaast kan informatie verkregen worden over een mogelijke aanpak. Toch dient gewaarschuwd voor een overschatting van de representativiteit van het geobserveerde gedrag.
Goed observeren is niet alleen een kwestie van je zintuigen op scherp zetten, maar ook van voldoende achtergrondkennis hebben en naar de juiste dingen kijken. Observeren doe je met meerdere zintuigen: ogen, oren, neus en tastzin.
Bij een observatieonderzoek is er geen duidelijke gesprekspuntenlijst aanwezig. Hierbij wordt de doelgroep geobserveerd op hun feitelijke gedrag. Er wordt gebruik gemaakt van getrainde onderzoekers die het gedrag kunnen analyseren. Bij een gestructureerde observatie wordt er meestal een bepaald doel geobserveerd.
Methodisch verwerken
Van iedere geobserveerde situatie maak je een observatieverslag, bij voorkeur aan de hand van een topiclist. Tijdens je onderzoek beschrijf je alleen wat je waarneemt, je interpreteert nog niet. Pas nadat je alle observaties hebt verricht ga je analyseren.
Een observatieformulier is een formulier dat gebruikt wordt bij het observeren van leerlingen. Observeren is het aandachtig waarnemen van een persoon en beschrijven wat je ziet. Op een observatieformulier staan vragen en/of punten waar de observator op let.
Waarnemen doe je altijd, observeren doe je in bijzondere situaties. Het verschil tussen waarnemen en observeren is dat je niet alleen bewust waarneemt, maar ook met een bepaald doel en volgens een plan en methode. De gegevens die er uit je observatie komen, gebruik je om een handelingsplan te maken, of een rapportage.
Er worden vooral observaties gedaan bij kwalitatief onderzoek. Het is namelijk een methode waarbij je interpreteert wat je ziet of hoort en daar vervolgens conclusies uit trekt. Een observatie kan bijvoorbeeld interessant zijn bij een case study waarbij je het gedrag van een bepaalde groep mensen onderzoekt.
Samenvatting. Observeren doe je met alle zintuigen: ogen, oren, reuk en tastzin. Je ziet de cliënt en zijn omgeving, luistert naar wat hij en zijn naasten te zeggen hebben, ruikt zijn lichaamsgeur en de geur van zijn huis en voelt zijn huid, handdruk, kleding en voorwerpen om hem heen.
Er zijn een aantal valkuilen bij het observeren. De neiging om te snel een mening te vormen op grond van een eerste indruk. De neiging om anderen onze eigen motieven, eigenschappen of gebreken toe te dichten. Een vooraf gevormd oordeel, gebaseerd op eerdere ervaringen.
Observeren is de doelgerichte en systematische waarneming van gedragingen, kenmerken en uitingen van een of meer personen of van een gebeurtenis. Voor de verpleegkundige betekent dit het bewust en gericht waarnemen van feiten die voor het verplegen relevant zijn.
Observeren is het (bewust) waarnemen van een persoon en het beschrijven van wat je ziet. Dat kunnen handelingen van bijvoorbeeld kinderen zijn, maar ook de houding, het gedrag, interacties tussen kinderen of gebeurtenissen.
Als je objectief waarneemt, kijk je naar de feiten dus niet naar je eigen mening. Je kunt naar bijna alles objectief kijken, zoals voorwerpen, dieren, opdrachten en nog veel meer. Een voorbeeld van objectief waarnemen is als je zegt dat die tafel vierkant of rond is, of zegt dat dat dier een bepaalde kleur is.
De beginsituatie: Wat is de aanleiding van deze observatie? Wat is het probleem? Achtergrondgegevens: Wat weet je allemaal van de geobserveerde persoon? Observatiedoel en de doelgroep: Waar wil je uiteindelijk een antwoord op geven?
Zorg wordt alleen vergoed vanuit het basispakket, als het ten minste even effectief is als de gebruikelijke zorg in Nederland. Sinds 1 januari 2012 kan de minister van VWS besluiten om zorg die nog niet bewezen effectief is toch, tijdelijk toe te laten tot het basispakket.
Wat is extramurale zorg? Extramurale zorg betekent in het Latijn 'buiten de muren'. In dit geval wordt gesproken over de muren van een zorginstelling, zoals een ziekenhuis of verpleeghuis. Cliënten die deze zorg ontvangen, kunnen dus gewoon thuis blijven wonen.
Zorg uit de Wet langdurige zorg. Bij zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) gaat het om zorg met verblijf in een instelling of thuis. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een verpleeg- of verzorgingshuis of een woonvorm in de gehandicaptenzorg. U kunt ook thuis blijven wonen als u dat wilt.