Lichamelijk zou een kind van anderhalf jaar al klaar zijn om te beginnen met zindelijk worden. De meeste kinderen krijgen pas interesse voor zindelijkheid tussen de twee en de drie jaar. Rond de drie jaar zijn de meeste kinderen overdag zindelijk.
Heerlijk om geen luiers meer te hoeven verschonen, maar toch zien veel ouders er tegenop: zindelijkheidstraining. Toch kunnen kinderen al vroeg zindelijk worden, vertelt psycholoog Debby Mendelsohn in een podcast van Ouders van Nu.
Uw kind begint te voelen dat het moet plassen of poepen. En uw kind is in staat om op een potje te gaan zitten en weer op te staan. Uw kind kan ontspannen op het potje zitten (met brede rand zodat het geen pijn doet). Uw kind toont interesse in zindelijkheid.
Zindelijkheid op 36 tot 72 maanden
Je kindje leert nu ook om 's nachts droog te blijven en heeft geen luier meer nodig!
Heeft je kind moeite om op het potje of op de wc te gaan zitten, ga dan vooral niet pushen. Hou het leuk en begeleid hem op een respectvolle en liefdevolle manier naar de wc of het potje. Blijf erbij als hij zijn behoefte doet. Geef duidelijk aan wat je van hem verwacht en zorg dat het leuk is.
Kinderen worden tegenwoordig een jaar later zindelijk dan 50 jaar geleden. Toch kun je ook nu nog je kinderen met 1,5 jaar uit de luiers hebben. Maar lang niet iedereen weet nog hoe je je kinderen op een leuke manier zindelijk kan maken.
Wat kan er fout lopen bij de zindelijkheidstraining? Het hanteren van te strikte hygiëne thuis kan ervoor zorgen dat het kind vies wordt van andere toiletten. Het kind is thuis vaak gewoon van in een paleis naar het toilet te mogen gaan, maar op school is dit meestal niet het geval.
Sommige peuters plassen zelfs nog veel meer. Maar dat is tegelijkertijd ook goed nieuws. Al deze 'ongelukjes' zorgen er namelijk voor dat hij of zij het gevoel van aandrang leert herkennen. Als een peuter zo'n 20x per dag plast kun je dus goed oefenen.
Begin bijvoorbeeld met één tot drie keer per dag. Kijk wat het beste past in het ritme van jouw gezin. Doordat je kind regelmatig op het potje zit, zal hij niet zo vaak nog een keer extra hoeven. Moet hij toch een keer, dan geeft hij dat waarschijnlijk zelf aan, bijvoorbeeld door het potje naar je toe te brengen.
Het is goed en gezond als je kind ongeveer zes tot zeven keer op een dag plast. Vaker is geen probleem, minder vaak liever niet. Deze plasmomenten zijn te verdelen over de dag – het beste is 's ochtends twee keer, 's middags drie keer en 's avonds nog eens twee keer.
Je voelt de inco bij de eerste plas al zwaarder worden en daardoor is het gevoel ook anders. Hoe meer je plast, hoe harder en zwaarder de inco lijkt te worden.
Het is belangrijk te voorkomen dat het plassen en poepen op het potje een machtsspelletje wordt. Dit doe je door rustig en neutraal te reageren wanneer je kindje niet op het potje wil. Leidt je kindje even af met iets anders en probeer het later opnieuw. Dwing je kind niet om op het potje te gaan.
Een half uur na het eten is een goed tijdstip om het kind naar de wc te sturen omdat de darmen dan gestimuleerd zijn. Bij het toepassen van de toilettraining is het meestal goed ook een beloningssysteem toe te passen. Het beste is het dan om het poepen op de wc te belonen.
Gebruik een toiletbrilverkleiner als uw kind nog niet ontspannen rechtop kan zitten op de WC-bril. Laat de handen ontspannen rusten op de bovenbenen. Let erop dat de buik slap (ietwat bol) gehouden wordt en het gezicht van uw kind moet ontspannen zijn tijdens het plassen.
Redenen voor angst
Bang om in de wc te vallen. Te hard wc papier. Een associatie met poepen en buikpijn of vervelende ervaringen in het verleden, zoals diarree, kapotte billen of luieruitslag. Soms lijken kinderen moeite te hebben om iets van zichzelf te laten gaan.
Hoe vaak je een luier moet verschonen verschilt per baby. Ook hangt het af van hoe oud je baby is. Een pasgeborenen moet gemiddeld tussen de 8 en 10 keer op een dag verschoond worden. Daarintegen moet een wat oudere baby ongeveer 4 tot 6 keer per dag verschoond worden.
Ververs de luier bij elke voeding - zowel overdag als 's nachts - en zeker na iedere ontlasting. Maak de billetjes schoon met water en een zeep of waslotion voor baby's bij zichtbaar vuil. Droog de billetjes goed af, maar wrijf niet te hard.
Een oefenbroekje is erg praktisch voor kleine ongelukjes als kindjes zindelijk worden. De oefenbroekjes zijn dunner dan gewone wasbare luiers. Het broekje kan worden gebruikt als een gewone onderbroek. Gaat makkelijk aan en uit, ideaal tijdens de vele bezoekjes aan het toilet of het potje.
Het kan zijn dat je kind bijvoorbeeld poept of plast in bed of kleding. Sommige kinderen doen dit met opzet, maar het kan ook zijn dat dit per ongeluk gaat. Bij jonge kinderen hoort dit nog bij het ontwikkelingsniveau, maar vanaf 4 a 5 jaar kan dit een probleem opleveren.
De uitwendige kringspier zorgt ervoor dat we de ontlasting op kunnen houden. Bij het ophouden van de ontlasting spelen ook de bekkenbodemspieren een belangrijke rol. De bekkenbodem is een spierplaat onder in de buikholte. De bekkenbodem speelt niet alleen een rol bij de stoelgang, maar ook bij het ophouden van urine.