Cassatiemiddelen zijn de argumenten die worden opgesteld tegen de uitspraak van een lagere rechter, welke worden verwerkt in de cassatieschriftuur. Uw advocaat formuleert daarin dus de klachten die u heeft tegen de eerder gedane uitspraak.
Cassatie heeft dus geen zin als beide partijen denken dat de procedure bij de desbetreffende rechter volgens de regels is verlopen, terwijl de uitspraak rechtens juist is en voldoende gemotiveerd. De partij die om de cassatie heeft gevraagd wordt eiser tot cassatie genoemd, de tegenpartij de verweerder in cassatie.
In cassatie gaan: de Hoge Raad
Wanneer u in cassatie gaat, beoordeelt de Hoge Raad of de lagere rechter – veelal het hof – op grond van de door die lagere rechter vastgestelde feiten het recht juist heeft toegepast en of zijn beslissing is voorzien van een toereikende motivering.
Cassatie afgewezen
Ingeval het cassatieberoep wordt afgewezen, dan wordt de uitspraak van het gerechtshof onherroepelijk. Het kan dan tot een executie van de straf komen. Gewoonlijk is dat het einde van de zaak.
De procedure begint met een dagvaarding of verzoekschrift waarin de gronden van het cassatieberoep (de “middelen”) zijn opgenomen. Wanneer de verweerder in cassatie verschijnt (in de persoon van een advocaat bij de Hoge Raad), krijgt hij een termijn om een conclusie van antwoord in te dienen.
Cassatie kan een tijd duren. Het kan lang duren voordat de Hoge Raad het dossier ontvangt. Daarna onderzoekt de Hoge Raad heel precies het hele strafproces. Het onderzoek duurt gemiddeld 9 maanden maar het kan ook uitlopen tot 2 jaar.
Het belangrijkste verschil tussen hoger beroep en cassatie is dat in hoger beroep de zaak in zijn geheel opnieuw ter beoordeling kan worden voorgelegd en in cassatie niet; in cassatie beoordeelt de Hoge Raad alleen of in hoger beroep het recht goed is toegepast.
Het Hof van Cassatie gaat enkel na of een “in laatste aanleg gewezen” vonnis of arrest (dit is nà het instellen van de gewone rechtsmiddelen van hoger beroep en verzet), de wet schendt of een rechtsregel miskent.
Na verloop van tijd volgt dan de uitspraak van de Hoge Raad. Die kan het beroep verwerpen. Als de Hoge Raad oordeelt dat het cassatieberoep gegrond is, dan volgt vernietiging van de in cassatie bestreden uitspraak. In het merendeel van die gevallen verwijst de Hoge Raad de zaak dan naar een hof voor verdere afdoening.
U kunt bij de Hoge Raad cassatieberoep aantekenen indien u het niet eens bent met de uitspraak van het hof (soms de rechtbank). De Hoge Raad is de hoogste rechter op het gebied van (o.a.) het strafrecht, ook voor strafzaken uit Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Saba en Sint Eustatius.
Wilt u in cassatie na hoger beroep? U bent in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof, maar bent het ook niet eens met die uitspraak. Dan kunt u in cassatie na hoger beroep bij de Hoge Raad. Deze hoogste rechter oordeelt of het recht en de procesregels correct zijn toegepast door het gerechtshof.
Een partij die het niet eens is met een uitspraak van de rechter in hoger beroep, kan in een civiele zaak, een bestuursrechtelijke zaak over fiscale/belasting en in een strafzaak in cassatie gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden. In de uitspraak staat binnen welke termijn dit mogelijk is.
De Hoge Raad: hoogste rechter in civiele zaken, strafzaken en belastingzaken. De Hoge Raad is een cassatiegerecht. Dat betekent dat de Hoge Raad beoordeelt of een lagere rechter (rechtbank/gerechtshof) bij een uitspraak het recht juist heeft toegepast en of de procedure op de juiste wijze is gevolgd.
De Hoge Raad is de hoogste rechter en kan besluiten dat een rechtszaak over moet. De Hoge Raad kan ook besluiten dat een rechtszaak heropend moet worden (herziening).
Het Hof van Cassatie bestaat uit drie kamers. De eerste kamer houdt rechtszitting op donderdag en vrijdag. Zij behandelt civiele zaken, zaken van economisch en handelsrecht, administratieve zaken en tuchtzaken. De tweede kamer houdt rechtszitting op dinsdag en woensdag.
In de regel zetelen er vijf raadsheren in een kamer. In eenvoudige zaken zetelen er slechts drie raadsheren. De raadsheren in het Hof van Cassatie worden door de Koning benoemd na voordracht door de Hoge Raad voor de Justitie.
De cassatie procedure in strafzaken duurt tegenwoordig gemiddeld ongeveer een jaar. Maar een cassatiezaak kan ook een stuk korter of langer duren. Soms stuurt het hof het dossier al binnen een maand naar de Hoge Raad, soms pas na ruim een jaar.
Oorspronkelijk beroep van appellant. Wordt zo genoemd wanneer incidenteel beroep is ingesteld.
Bij het doen van een uitspraak kijkt de rechter naar de wet, de feiten (wat is er precies aan de hand), persoonlijke omstandigheden en verklaringen van deskundigen en getuigen.
Constitutionele toetsing door de rechter houdt in dat de rechter toetst (of mag toetsen) of wetten al dan niet in overeenstemming zijn met de Grondwet. Het huidige artikel 120 van de Grondwet bepaalt dat de rechter niet mag beoordelen of wetten en verdragen in strijd zijn met de Grondwet.
Een rechter zoekt altijd naar een passende straf en houdt daarbij rekening met de omstandigheden. Welke straf de rechter geeft, hangt af van: de ernst van het misdrijf. omstandigheden van het misdrijf en leeftijd en voorgeschiedenis van de dader.
Cassatie heeft schorsende werking, tenzij (zoals meestal gevorderd wordt) de bestreden beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard is (art.
In strafzaken is de gemiddelde doorlooptijd ongeveer 256 kalenderdagen. Dat is de tijd die verstrijkt tussen de datum waarop het strafdossier van het gerechtshof is ontvangen en de datum van uitspraak. Informatie over het jaarlijks aantal ingekomen en afgedane zaken is te vinden in het Jaarverslag van de Hoge Raad.