Kodjo, in de oudste bronnen geschreven als Cojo, later ook vaak als Codjo en soms als Kodyo (Suriname, circa 1803 - Paramaribo, 26 januari 1833) was een van de Surinaamse slaven die in 1832 hoofdverantwoordelijk werd gehouden voor de grote stadsbrand van Paramaribo, die werd gezien als couppoging tegen het wettig gezag ...
Beschrijving. De pangi is een lange, rechthoekige doek die vrouwen uit de Aukaanse Marron gemeenschap uit Suriname tot boven hun navel om hun middel wikkelen. Marrons zijn afstammelingen van tot slaaf gemaakten die gevlucht zijn en aanvankelijk in het binnenland van Suriname hun stamverband zijn gaan leven.
Kojo is een passende mannelijke naam voor een maandagkind. Een variant van het Ghanese Kwadwo dat voorkomt in de Fante en Ga dialecten, Kojo betekent "geboren op maandag ". Veel meer dan een geboortedag aan te duiden, omarmt Kojo het culturele geloof van het Akan-volk dat elke dag een godheid en bepaalde kenmerken vertegenwoordigt.
Gi kamisa is een ritueel waarbij een jongen wordt ingewijd als man binnen de gemeenschap. Dit vindt meestal plaats wanneer de jongen 18 jaar is of wanneer een jongen in staat is om zogenaamd 'mannenwerk' te doen.
Surinamers geven elkaar bij een normale begroeting een hand. Als ze een vriend of vriendin begroeten geven ze elkaar een 'brasa', oftewel een omhelzing.Ook vragen ze bij een begroeting hoe het gaat: 'fa waka'.
Hallo, hallo, fawaka, namaste, salam .
Sranantongo. Sranantongo (officiële spelling: Sranan Tongo), kortweg Sranan of Sranang, is een in Suriname gesproken creoolse taal. Het geldt samen met het Nederlands als lingua franca in Suriname en de Surinaamse diaspora als een wijdverspreide contacttaal.
De Kojo is een alles-in-een computer die verschillende bedieningsmogelijkheden heeft. Je kunt de Kojo besturen met je ogen, met aanraking van het scherm en met grote knoppen. Dit, gecombineerd met speciale software, biedt nieuwe mogelijkheden voor bijvoorbeeld mensen met een ernstig meervoudige beperking (EMB).
Javaanse klederdracht
Toch ziet men in Suriname nog steeds Javaanse vrouwen in sarong, de lange rok tot net boven de enkel. Het nauwsluitende jakje, met veelal een punthals, heet een klambi koeroeng. Dit kledingstuk van dunne stof is in Suriname ontstaan naar eigen inzicht en smaak van de Surinaams-Javaanse vrouw.
Kwadwo/Kwadjo/Kojo (Kwadwo in Ghana) is een mannelijke Akan-voornaam afkomstig van het Akan-volk, en betekent geboren op een maandag .
"Kwasi" is een man die op zondag geboren is en "Obroni" betekent blank in twi (Ghanees dialect) . Deze aanduiding voor lichtgekleurde mensen gaat waarschijnlijk terug op blanke christelijke missionarissen die zondag tot de dag des Heren uitriepen - de exacte oorsprong van dit portmanteau-woord is echter niet gedocumenteerd.
Kweku is een naam van Ghanese oorsprong, die veel wordt gebruikt in de Akan-taal. Het betekent " geboren op een dinsdag " en wordt vaak geassocieerd met de dag van de week in de traditionele Ghanese cultuur. De naam heeft wereldwijd aan populariteit gewonnen als een unieke en cultureel rijke keuze.
Marron vrouwen dragen een jurk of combineren een rok met een topje of blouse. Tot begin 20e eeuw droegen mannen en jongens een kamisa - een doek die tussen de benen werd doorgehaald en opgehouden met een band of koord (kamisa -tétei, ook wel kamitetey genoemd) om het middel.
Een obia is een spirituele kracht die volgens animistische geloofstradities uitgaat van de ziel/geest van een mens, dier, plant of een ander natuurlijk fenomeen. Obia komt voor als medium of magisch medicijn bij Creolen en marrons binnen de gedeelde Surinaamse winti cultuur van Afro-Surinamers.
Vroeger waren deze namen als persoonsnamen in gebruik bij de Afro-Surinamers, thans hoort men ze alleen bij het Kra-ritueel. De winti worden in vier pantheons onderverdeeld: aarde-, lucht-, water- en bospantheon.
a'kkaa bil, stamt af van het Surinaamse woord 'bakka', ook wel: billen, asser, ass, goof, bijv.
Binnen de groep Surinamers kan onder- scheid worden gemaakt naar etnische achtergrond. In Nederland zijn de volgende groepen te onderscheiden: Hindostanen, Creolen, Javanen, Chinezen en Marrons. Daarnaast zijn er nog enkele kleinere bevolkingsgroepen, zoals Inheemsen (Indianen), Boeroes en Libanezen.
Adjectief--Surinaams. Bevolking (2001): 441.356. Jaarlijkse groeivoet (2003): 1,3%. Etnische groepen: Hindoestanen (Oost-Indiërs) 37%, Creools 31%, Javanen 15%, Bosnegers 10%, Amerindianen 3%, Chinezen 1,7% (percentages dateren uit de volkstelling van 1972, de laatste waarin etniciteitsgegevens werden verzameld).
Kojo is een alles-in-één inkoop- en voorraadbeheersysteem dat is ontworpen om alle materiaal- en voorraadbehoeften van aannemers te verwerken . We streven ernaar om aannemers de tools te geven die ze nodig hebben om zich te concentreren op waar ze het beste in zijn: bouwen!
Het derde stukje van deze puzzel is Kojo, wat vertaald wordt als " overheids-/publieke hulp ". Dit verwijst naar de brandweer, politie, zelfverdedigingstroepen (Japan heeft technisch gezien geen 'leger'), medische diensten en alle andere officiële overheidsactoren.
Woordenlijst: van straattaal naar ABN
A blub ya! Hou je bek! A dobbo! Donder op!
Ook de Surinaamse koosnaam chimi (spreek uit: 'tsjiemie') hoor je veel, en daar is dan weer weinig Engels aan. Chimi zijn gedestilleerd uit het Surinaamse woord pikin (uitspraak: 'pie-tsjien'), dat 'klein', maar ook 'lief' betekent. Chimi betekent 'liefje, schatje'.
Kan ik trouwen in Suriname? Vraag bij de organisatie waar u wilt trouwen of u als Nederlander mag trouwen volgens de regels van Suriname. In Suriname kunt u niet trouwen met iemand van hetzelfde geslacht. Tot de leeftijd van 21 jaar heeft u toestemming van uw ouders nodig om te trouwen in Suriname.