Het kern- en randassortiment Het kernassortiment zijn die artikelen die standaard zijn in een bepaalde branche. Dit omvat alle artikelen die een klant van een winkel verwacht, inclusief artikelen die mogelijk minder winstgevend zijn voor de winkel.
Kernassortiment: Het assortiment dat de klant in ieder geval bij een winkel verwacht.Randassortiment: Artikelen die niet bij het kernassortiment horen, zoals een tas die je koopt in een kledingwinkel.
- Het kernassortiment bestaat uit producten waarvoor een klant naar jouw winkel komt. De consument weet dat jij die producten verkoopt en komt hiervoor specifiek naar jou. Je kan dit assortiment uitbreiden met extra producten (=randassortiment).
Assortiment staat voor de producten of diensten die een leverancier klanten aanbiedt voor verkoop. Er is onderscheid te maken tussen bedrijven die een ruim assortiment aanbieden of juist een beperkt aantal artikelen selecteren. Daarnaast zijn er fysieke producten, digitale producten en diensten die verleend worden.
Een breed assortiment is verdeeld over verschillende productgroepen zoals in een warenhuis. Een winkel met een smal assortiment specialiseert zich doorgaans in één of enkele productgroepen, zoals een levensmiddelenspeciaalzaak of een juwelier.
Bij een ondiep assortiment heeft de klant per productgroep niet zo heel veel keus. Bij de speciaalzaak is dat andersom: ook al is het assortiment smal, het is wel diep : per productgroep biedt zo'n bedrijf allerlei variaties en merken aan.
Wat zijn “aanvullende producten” en waarin verschilt het van de rest van ons assortiment? De producten in het aanvullende assortiment lopen geen risico om verspild te worden, in tegenstelling tot het merendeel van de door ons verkochte producten, die wij als restpartijen of overtollige partijen hebben ingekocht.
Een smal assortiment heeft juist maar enkele, of zelfs maar één productgroep. Het beste voorbeeld van bedrijven met een breed assortiment zijn warenhuizen en supermarkten. Bijvoorbeeld Wehkamp heeft een zeer ruime selectie aan verschillende productgroepen.
Speciaalzaken zijn winkels met een smal assortiment: artikelen in één bepaalde productgroep of enkele verwante productgroepen. Denk aan winkels die zijn gespecialiseerd in kleding, vis, boeken, juwelen of buitensport.
“Een assortimentsgroep is een groep van vergelijkbare productgroepen. Oftewel, alle producten uit een assortimentsgroep, vervullen dezelfde behoefte die een klant kan hebben.”
Supermarkten bieden voornamelijk kruidenierswaren, een warenhuis zoals de Bijenkorf is breder omdat er naast voedingswaren ook cosmetica, elektronica, kleding en andere producten worden verkocht.
Jumbo stelt de laagsteprijsgarantie en het meeste brede en diepe assortiment te hebben.
Het beheer van het assortiment is in de basis een verantwoordelijkheid van de commerciële functies in een organisatie. Zij bepalen welke artikelen ze willen toevoegen en welke ze willen saneren. Er zijn echter in de voorbereiding en uitvoering van het proces veel raakvlakken met de Supply Chain en inkoopfuncties.
Ambachtelijke bakkers willen zich vaak onderscheiden door een breed en diep assortiment. Assortimentslijsten met meer dan 750 verschillende producten (over het gehele jaar bezien) vormen geen uitzondering.
Een artikelgroep wordt gebruikt om bij elkaar behorende artikelen te groeperen op de factuur en voor rapportagedoeleinden. Denk bijvoorbeeld aan een artikelgroep [Uren factureerbaar] waaraan de artikelen [Advies] en [Training] zijn gekoppeld.
1.0 : tot aanvulling dienend.
Een bedrijf dat juist een smal assortiment aanbiedt noemen we ook wel een speciaalzaak of specialist.
grootste winkelketens
Albert Heijn is een breed assortiment omdat ze verschillende artikelen verkopen van verschillende artikelgroepen. Albert Heijn heeft ook een diep assortiment, veel verschillende soorten van een artikel.
Assortimentskenmerken/ dimensies.
- Assortimentsbreedte: Het aantal verschillende productgroepen binnen een assortiment. - Assortimentsdiepte: Het aantal varianten binnen een productgroep.
De bedrijfsnaam Van Eerd Food Groep verandert in Jumbo Supermarkten.
Albert Heijn voert de ranglijst aan, gevolgd door Poiesz en Jan Linders.
Ondernemer Jan Meurs opende de eerste Jumbo-supermarkt in 1979 aan het Lourdesplein Tilburg. Meurs bedacht de naam Jumbo. Hij wilde de concurrentie aangaan met de Torro, een andere supermarkt in Tilburg. De naam Jumbo (olifant) maakte meer indruk dan de Torro (stier), was de redenering.
Dat heette zelfbediening. In het begin kon je in een zelfbedieningswinkel alleen levensmiddelen krijgen. Dat is alles wat je nodig hebt om een maaltijd te maken. Ook verse dingen als groente, vlees, brood en melk kwamen erbij.
Het grootste warenhuis in Nederland is de De Bijenkorf in Amsterdam met 20.000 m², nr. 2 is Warenhuis Vanderveen in Assen met 17.500 m². Het grootste warenhuisconcern is J.C. Penney Company, Inc., opgericht in de staat Wyoming in de Verenigde Staten, met hoofdkantoor in Plano, Texas.