Een informatief gesprek kan gebruikt worden om informatie te geven en om informatie te krijgen.
Deel 3, Gespreksvormen en verpleegkundige methodieken, bevat een diverse inhoud: gegevens verzamelen en diagnostiek, motiverende gesprekstechnieken, het familiegesprek, slecht nieuws brengen en het 'zorgen delen'-gesprek.
Het informatieve gesprek is er voor het slachtoffer of voor degene die namens hem melding komt doen. In het informatieve gesprek vertelt het slachtoffer globaal wat er is gebeurd en wat haar of zijn verwachtingen zijn van het politieonderzoek.
Het doel van een gesprek kan bijvoorbeeld informeren zijn. Wanneer het doel van een gesprek informeren is, probeer je iemand informatie te geven of probeer je informatie van iemand te krijgen.
Informatie geven doe je zo kort mogelijk. Je geeft eerst een samenvatting die hopelijk de nieuwsgierigheid van de ander wekt. Pas als erom gevraagd wordt, kun je op de details ingaan. Als je adviezen of oplossingen wilt geven, kun je er bij voorkeur meerdere noemen.
Gespreksdoelen kun je onderverdelen in: Kennisdoelen (wat wil je dat de cliënt weet) Gedragsdoelen (wat wil je dat de cliënt in het vervolg doet) Houdingsdoelen (je wilt dat de cliënt positief tegenover dit onderwerp staat/ positieve attitude)
Een Drie- gesprek, is een gesprek tussen werkgever, werknemer en psycholoog, met als doel helderheid te verschaffen in de wederzijdse behoeftes van werkgever en werknemer, waarbij er wordt gezocht naar de best passende oplossingen voor een succesvolle arbeidsre-integratie.
Miller en Rollnick (2002) menen dat motiverende gespreksvoering gebaseerd is op de volgende principes: empathie uitdrukken, ontwikkelen van discrepantie, vermijden van discussie, omgaan met weerstand en self-efficacy ondersteunen.
Je zult dan ook merken dat de nieuwe gesprekstechnieken snel wennen. Van alle technieken zijn de vier basisvaardigheden: Open vragen stellen, Reflectief luisteren, Bevestigen en Samenvatten. Insiders noemen dit ook wel de ORBS-vaardigheden.
De belangrijkste kenmerken van een goed gesprek zijn: De tijd nemen, contact maken en actief luisteren. Respecteren en verplaatsen in het standpunt van de ander. Gelijkwaardigheid en tweerichtingsverkeer.
Het feitelijke adviesgesprek bestaat uit vier fasen: de voorbereiding, de inleiding, de kern en de afronding. Een eventuele vijfde fase kan na het werkelijke gesprek plaatshebben.
Opbouw van een gesprek. Een gesprek bestaat uit een voorbereiding, een introductie, de kern van het gesprek en de afsluiting en afspraken. Ook het vastleggen van de afspraken hoort erbij.
Samenvatten. Regelmatig samenvatten is het meest actieve en belangrijke onderdeel van actief luisteren. Door het verhaal van de ander in je eigen woorden weer te geven, structureer je het gesprek. Je gebruikt een samenvatting als een toets om na te gaan of je de ander begrepen hebt.
Het Zorggesprek heeft als doel medewerkers te ontzorgen en te helpen om fit en inzetbaar te blijven. Het past uitstekend in de Wet Verbetering Poortwachter. In tegenstelling tot preventieve gesprekken is er (nog) geen hulpverlening nodig. Een duwtje in de goede richting is voldoende.
Het begeleidingsgesprek is een regelmatig terugkerend gesprek, waarbij een praktijklector en een student het functioneren van de laatste bespreken. Zo komen ze tot verbetering van dat functioneren en bevorderen zo de leermogelijkheden van de student.