Meestal vorm je verkleinwoorden, door achter het basiswoord -tje, -je, -pje, -kje of –etje te zetten. Stoel is hierbij het basiswoord. Voor het maken van verkleinwoorden gelden regels.
Meestal vorm je het verkleinwoord door -tje, -je, -pje, -kje of -etje achter het basiswoord (grondwoord) te plakken. De keuze voor een van deze achtervoegsels (suffixen) is afhankelijk van de laatste klank van een woord, de klemtoon, de woordlengte en het getal (enkelvoud of meervoud).
Andere voorbeelden van verkleinwoorden zijn: booklet, een klein boekje; circlet, een kleine cirkel; duckling, een jonge eend; hillock, een kleine heuvel; novelette, een korte roman; wavelet, een rimpeling of kleine golf; rivulet, een kleine beek of stroom; gosling, een jonge gans; coronet, een kleine kroon; eyelet, een klein gaatje; en droplet, een kleine druppel.
De correct gespelde vorm voor het verkleinwoord is cafeetje.
Een hondje kan een klein hondje of een babyhondje zijn.
In verkleinvormen als A4'tje, A5'je, mp3'tje en 6'je is een apostrof (en geen streepje) nodig tussen het cijfer en het achtervoegsel -tje/je. Dat geldt ook voor verkleinvormen van afkortingen: in bv'tje, dvd'tje en sms'je komt er een apostrof voor het achtervoegsel -tje/je.
fishie (meervoud fishies) (kinderachtig) verkleinwoord van fish; alternatieve spelling van fishy.
Andere vormen: diminutives; diminutively. Diminutive betekent klein. Een diminutive persoon is kort en klein. Een diminutive woord is een "schattige" versie van een woord of naam: bijvoorbeeld, "duckling" is een diminutive van "duck" en Billy is een diminutive vorm van de naam William .
De regel is dat je 'je' plaatst achter een zelfstandig naamwoord om er een kleine versie van te maken (hondje, mandje). In enkele gevallen plaats je een extra medeklinker voor de uitspraak (vormpje, vaantje).
in principe een indicatie van een klein formaat; bijvoorbeeld biggetje is een verkleinwoord van varken, gevormd met het verkleinwoordsuffix -let... ...
De correcte verkleinvorm is jongetje.
Gewoonlijk blijft de -en van het grondwoord behouden in de verkleinvorm: keuken - keukentje, haven - haventje, kussen - kussentje enzovoort. Jongetje is een uitzonderlijk verkleinwoord omdat oorspronkelijk niet jongen maar jonge het grondwoord was.
Wist je dat er ook zelfstandig naamwoorden zijn die alleen maar als een verkleinwoord bestaan? Drie bekende verkleinwoorden zijn: poffertje, sprookje en akkefietje.
bijvoorbeeld een veulen is een jong paard, een kalf is een jonge koe, een gansje is een jonge gans, een kuiken is een jonge hen, een kitten is een jonge kat, een welp is een jonge bok of bever, een eendje is een jonge eend.
Engels kent een grote verscheidenheid aan historische verkleinwoorden die zijn overgenomen uit andere talen, maar veel daarvan zijn gelexicaliseerd. Productieve verkleinwoorden zijn zeldzaam tot niet-bestaand in Standaard Engels in vergelijking met veel andere talen .