Bij inbreuk op een recht wordt een persoonlijkheidsrecht of een vermogensrecht aangetast. Voorbeelden van persoonlijkheidsrechten zijn het recht op lichamelijke integriteit, niemand mag een ander bijvoorbeeld zonder toestemming verwonden, of privacy.
Een inbreuk op een recht
Met subjectief recht wordt iemands eigen, persoonlijke recht bedoeld. Zo heeft men bijvoorbeeld het eigendomsrecht op een huis, het recht op privacy of een octrooi- of auteursrecht. Wanneer een ander uw eigendom beschadigd, is er inbreuk gemaakt op uw eigendomsrecht.
De vereisten
Voor het slagen van een actie uit onrechtmatige daad moet aan vijf eisen zijn voldaan: onrechtmatigheid, toerekenbaarheid, schade, causaliteit en relativiteit.
Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht, of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
We spreken van onrechtmatigheid als iemands handelen (of nalaten) een inbreuk op een recht oplevert, in strijd is met een wettelijke plicht of in strijd is met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijke keer betaamt.
Denk aan geluidsoverlast, trillingen, stankoverlast, rook, gassen, ongedierte, noem maar op. De wet spreekt dan van 'hinder'. Als die hinder onrechtmatig is dan kan dat leiden tot aansprakelijkheid en een verplichting tot schadevergoeding of tot het nemen van maatregelen om de hinder te staken.
De relativiteitseis houdt – kort samengevat – in dat een belanghebbende in een procedure bij de bestuursrechter geen beroep kan doen op een norm die kennelijk niet bedoeld is om zijn belang te beschermen.
Dit zijn personen die niet over voldoende onderscheidsvermogen beschikken om de gevolgen van hun handelen te voorzien of die geen controle hebben over dit handelen. Zij zijn schuldonbekwaam. Ook dit betreft een feitelijk begrip waarover de rechter soeverein oordeelt.
Bekijk of de ander aansprakelijk is voor uw schade
U kunt alleen om schadevergoeding vragen als uw schade de schuld is van de andere partij. Dit betekent dat u schade heeft omdat de ander iets deed. Of omdat deze persoon iets juist niet deed.
De onrechtmatige daad wordt geregeld in artikel 162 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. De drie leden in dit artikel luiden: Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade de ander dientengevolge lijdt te vergoeden.
Voorbeelden van een onrechtmatige daad
Wie bijvoorbeeld iemand mishandelt, maakt inbreuk op een recht, namelijk het recht op lichamelijk integriteit. Daarnaast handelt deze persoon ook in strijd met een wettelijk plicht, namelijk de plicht om zich te onthouden van mishandeling.
Schadevergoeding wanprestatie
De schadevergoedingsplicht bij wanprestatie is ook gebaseerd op wetsartikel 6:74 BW. De schade die ontstaat door de wanprestatie moet vergoed worden. Tussen de wanprestatie en de schade moet een causaal verband bestaan. De schade moet het rechtstreekse gevolg zijn van de wanprestatie.
Dat zijn de volgende criteria: 1) Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid (van anderen) worden geacht? 2) Hoe groot is de kans dat door deze niet-inachtneming ongevallen staan? 3) Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn?
Het houvast dat er bestaat bij de beantwoording van de vraag of bepaald gedrag als onrechtmatig kan worden gekwalificeerd als het gaat om gedragingen die in strijd zijn met een wettelijke norm of inbreuk maken op een subjectief recht ontbreekt hier.
Objectiviteit zijn alle feiten, zonder dat ze op een bepaalde manier worden ingekleurd door mensen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat 'de lucht is blauw' een feit is. Ook dingen als wiskundige formules kun je als feiten zien.
Objectief recht is het geheel van rechtsregels en normen, zoals die voortvloeien uit wetgeving, rechtspraak en gewoonten. Het begrip subjectief recht kan worden omschreven als een in het rechtssysteem erkende bevoegdheid om naar eigen goeddunken bepaalde handelingen te stellen.
Ben je het niet eens met de tegenpartij, probeer dan met getuigen te komen bij de verzekeraar. Maak ook zoveel mogelijk foto's van de schade en de situatie. Kom je er niet uit, vraag juridische hulp of schakel je rechtsbijstandverzekeraar in.
Iemand is aansprakelijk voor jouw schade als hij onrechtmatig tegenover jou heeft gehandeld (“onrechtmatige daad”). Van een onrechtmatige daad is ondermeer sprake als de dader een fout heeft gemaakt die hem kan worden verweten, bijvoorbeeld bij een onzorgvuldige handeling of bij grove nalatigheid of onoplettendheid.
Tussen de schadeveroorzakende gebeurtenis en de schade moet een causaal verband bestaan. Dit houdt in dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de schade en de gebeurtenis; alleen de schade veroorzaakt (direct of indirect) door de gebeurtenis komt voor vergoeding in aanmerking.
Objectieve of foutloze aansprakelijkheid, veronderstelt dat een bepaalde persoon aansprakelijk wordt gesteld voor geleden schade, zonder dat deze persoon per se een foutieve gedraging heeft gesteld.
De klassieke rechtvaardigingsgronden zijn overmacht, noodweer, handelen ter uitvoering van een wettelijk voorschrift en handelen ter uitvoering van een bevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Aquiliaanse aansprakelijkheid = De naam aquiliaanse aansprakelijkheid is de stilaan in onbruik geraakte naam die men vroeger in België gaf aan de buitencontractuele aansprakelijkheid op grond van de artikelen 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.
Deze correctie is in het privaatrecht bekend als de Correctie Langemeijer. Die houdt kort gezegd in dat een handeling die in strijd is met een geschreven rechtsregel die niet de belangen van eiser beschermt, ook in strijd kan zijn met een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm die wél de belangen van eiser beschermt.
De geschonden norm moet strekken tot bescherming van de schade die de benadeelde heeft geleden. Kortom: als regel A is overtreden die als doel had dat belang A niet werd geschonden, kan iemand met een geschonden belang B zich niet op regel A beroepen voor het verkrijgen van schadevergoeding.
De wet onderscheidt drie vormen van onrechtmatigheid: een inbreuk op een recht (bijvoorbeeld een publicatie in strijd met het auteursrecht), een doen of nalaten in strijd met een wettelijke verplichting (bijvoorbeeld diefstal – de verplichting om andermans eigendom te respecteren) en een doen of nalaten in strijd met ...