Hypoglykemie (hypo) betekent een lage bloedglucose. Normaal schommelt de hoeveelheid glucose in het bloed tussen de 4 en de 7 mmol/l. Bij een hypo is er te weinig glucose (=suiker) in het bloed. Komt de glucosewaarde in het bloed onder de 4 mmol/l, dan spreek je van een hypo.
Bij een hypo (voluit: hypoglykemie) is het bloedsuiker te laag. Er zit te weinig bloedglucose (bloedsuiker) in je bloed. Je hebt een hypo als je bloedglucose lager is dan 3,9 mmol/l. Ook mensen zonder diabetes kunnen bloedglucosewaardes onder de 3,9 mmol/l, maar hun lichaam is in staat dit zelf op te lossen.
Als uw bloedsuiker te laag is (hypo) of als u klachten heeft die daarbij passen, doet u dit: Drink een groot glas frisdrank leeg (géén light frisdrank). Of drink een groot glas water leeg met daarin een flinke scheut limonadesiroop of een lepel suiker (goed roeren). Of eet 6 tabletten druivensuiker.
Hypoglykemie, ook wel 'hypo', staat voor een te laag bloedglucosegehalte. Dit komt vooral voor bij mensen met diabetes. Hypoglykemie herken je aan aanvallen van trillen, zweten, hartkloppingen, geeuwen en in het ergste geval bewusteloosheid. Bij een hypo is het nodig om direct wat te eten met glucose.
Zweten, trillen, maar ook een slechte concentratie, sufheid en verwardheid: een hypo hakt er flink in. Tot voor kort werd dan ook gedacht dat wie vaak een lage bloedsuikerspiegel heeft, daar op de lange duur schade door oploopt. Het goede nieuws: we weten nu dat hypo's minder erg zijn dan gedacht.
Sommige mensen hebben geen diabetes, maar hebben wel regelmatig last van een te lage bloedsuiker, enige tijd na het eten van een maaltijd. Dit wordt reactieve hypoglykemie of postprandiale hypoglykemie genoemd.
Wat is eigenlijk gevaarlijker: een hypo of een hyper? Op de korte termijn zijn ze allebei gevaarlijk en kunnen levensbedreigend zijn. Uit lange termijn onderzoek is inmiddels duidelijk dat een chronisch hoge bloedsuiker tot meer schade leidt.
Wat een te lage bloedsuikerspiegel is, is afhankelijk van wanneer u voor het laatst hebt gegeten. Globaal kunt u een bloedsuikerwaarde onder 4,5 mmol/l aanhouden als laag en een waarde onder 3,5 mmol/l als te laag.
In het kort: Bij hypoglykemie heb je een lage of een sterk schommelende bloedsuikerspiegel. Vaak is hypoglykemie een gevolg van diabetes mellitus. Hypoglykemie kan meerdere oorzaken hebben, zoals een teveel aan insuline, te weinig voedsel, zwangerschap en medicijngebruik.
Als uw glycemie (de suikerwaarde in uw bloed) lager is dan 60mg/dl: gebruik de 1-2-3 regel: Drink 1 glas cola (100ml)
Bij een hypo moet je wat eten en drinken. Je moet dan voor voedsel kiezen waarbij de suikers snel beschikbaar zijn en dus snel na het eten in je bloedbaan komen, zoals tabletten Dextro (druivensuiker) en verdunde (suikerhoudende) limonade.
De hoeveelheid suiker in het bloed verandert steeds. Dat komt bijvoorbeeld door eten, drinken, bewegen, stress, emoties of een griepje. Een te lage bloedsuikerspiegel heet hypoglykemie, of kort gezegd hypo. Een te hoge bloedsuiker heet hyperglykemie, afgekort tot hyper.
Heb je toch 's nachts een hypo? Meet dan direct je bloedglucosewaarde. Neem snelle koolhydraten zoals druivensuiker, een energiereep of vruchtensap om je waarde te laten stijgen. Het is slim om deze op je nachtkastje klaar te hebben staan.
Neem 1 dextro van 3 gram per 10 kg lichaamsgewicht. Bijvoorbeeld: als je 50 kg weegt, neem je 5 dextro-tabletten. Ook kun je wat suikerhoudende limonadesiroop drinken (dus geen light-drank). Stap 3: Meet na 15 minuten weer je bloedglucose.
Dit noemen we de 2-4-6-regel. Dit houdt in dat u iedere 2 uur uw bloedglucosewaarde meet. Is de bloedglucosewaarde tussen de 15 en 20 mmol/l, dan spuit u 4 eenheden extra. Is de bloedglucosewaarde tussen de 20 en 25 mmol/l, dan spuit u 6 eenheden extra.
Het is goed om veel water te drinken. Zo voorkomt u uitdroging. Spuit extra insuline volgens het advies van uw arts of diabetesverpleegkundige. Wanneer een hyper gepaard gaat met misselijkheid of braken, moet u direct uw arts waarschuwen.
Hoe merkt u dat uw te hoge bloedsuikerwaarden heeft? Dit kunt u merken aan veel jeuk, door ontstekingen, hoofdpijn, zwakker voelen en minder spierkracht hebben, moeite met ademen, uitdrogingsverschijnselen en braken.
De suikerdip volgt meestal op een aanval van lekkere trek, maar soms ook op een regelrechte hongerklop. Je hebt even geen energie meer en ervaart een plotselinge drang naar voedsel met (veel) suiker, vaak.
Een wisselend humeur (opeens kwaad, verdrietig of blij) Tekenen van een ernstig verlaagde bloedsuiker zijn: sufheid, bewustzijnsverlies en uiteindelijk coma. Deze verschijnselen komen vooral voor bij patiënten die insuline spuiten en bij oudere mensen met diabetes.
Als u last heeft van een hyper moet u blijven drinken. Vermijd zoete dranken. Het is verstandig om te bewegen. Hierdoor verbranden de spieren het teveel aan suikers.