Holistische oordelen zijn oordelen waarbij de invloed van deelaspecten op het totaal niet vastligt.
Andere, minder bekende vormen van rubrics zijn bijvoorbeeld de holistische rubric, waarbij alle criteria steeds samenvallen onder één niveau of de rubric van één (single-point-rubric), waarbij er geen niveaus staan maar er per criteria kan worden aangegeven wat goed gaat of nog beter kan.
Analytisch beoordelen houdt in dat alle beoordelingsaspecten van een vaardigheid of beroepstaak onderscheiden en afzonderlijk beoordeeld worden.
Een goede rubric kan eigenlijk door iedereen ingevuld worden, omdat de omschrijving zo helder is dat er nauwelijks twijfel kan zijn. Naast het inzichtelijk maken van wat er verwacht wordt is ook de concrete feedback die dit oplevert erg fijn.
Een toetsmatrijs is een handig hulpmiddel om valide te toetsen, dat betekent: precies datgene toetsen wat je inhoudelijk moet toetsen. Een toetsmatrijs zorgt er voor dat een examen representatief is voor wat je bij de studenten wil bereiken met het opleidingsonderdeel.
Een toetsmatrijs is een overzicht waarin aangegeven wordt hoe de opgaven, behorende bij bepaalde toetstermen, worden verdeeld over een toets. De toetsmatrijs is een blauwdruk, een uitgewerkt plan, dat een systematische constructie van een toets garandeert. Een toetsmatrijs vul je in voordat je de vragen ontwikkelt.
Door middel van toetstermen is vastgelegd wat deelnemers moeten kennen en kunnen. Een toetsterm is bepalend voor de inhoud van de opleiding en de toetsing. Dit betekent dat voor iedereen duidelijk zal moeten zijn, wat precies met een toetsterm wordt bedoeld.
Vorm: Wat is een rubric? Een rubric bestaat altijd uit twee elementen: Criteria waarop een prestatie beoordeeld wordt (figuur 1 – eerste kolom) Verschillende levels/niveaus waarop deze criteria zijn beschreven (figuur 1 – tweede t/m zesde kolom).
Het idee van de Rubric van een (ook wel: single point rubric), is dat het vooral gebruikt wordt als richtinggevend instrument om vervolgens ruimte te maken voor feedback. Je ziet dan ook meteen dat het er anders uitziet: in plaats van verschillende vakken vol tekst zie je vooral 'witte' ruimte.
Een rubric wordt vaak gebruikt voor het beoordelen van prestaties van leerlingen omdat het houvast biedt bij het beoordelen van het proces en het product (inzicht geeft in het beheersingsniveau m.b.t. tot de vereiste vaardigheden en/of competenties).
De betekenis van analytisch vermogen is dat je een situatie, probleem of vraagstuk goed kunt analyseren. Het houdt in dat je probleemoplossend kunt nadenken door een probleem of vraagstuk vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. Ook kun je snel hoofd- en bijzaken onderscheiden.
Wanneer je analytisch bent ingesteld zijn er een paar valkuilen waar je soms last van kunt hebben: je kunt een vraagstuk dood analyseren of over-analyseren. je blijft dan hangen in beschouwingen en mogelijkheden waardoor de essentie verloren gaat. over analyse leidt tot verwarring.
Als je zoekt naar de betekenis van holistisch, komen er meestal termen als geheel, allesomvattend en heel naar boven. De letterlijke betekenis is terug te leiden naar het Griekse woord Holos, wat geheel betekent. Holistisch naar iets kijken betekent dus dat je naar het geheel kijkt.
Als eerste beschrijf je de activiteit oftewel wat wil je de student zien doen. Zo kunnen studenten bijvoorbeeld het onderwerp onderzoeken, analyseren of wellicht iets opstellen of creëren. Ten tweede beschrijf je het onderwerp, dit geeft aan waar de leeruitkomst zich op richt.
Rubrics (in het Nederlands rubrieken) is de algemene naam voor analytische beoordelingsinstrumenten die bestaan uit beschrijvingen van niveaus van beheersing of van de kwaliteit van aspecten van een taak of product. Een rubric heeft de vorm van een tabel.
Hieronder geven wij u een overzicht van de drie taxonomieën: Bloom, OBIT en RTTI®. Deze staan op dit moment erg in de belangstelling. Daarnaast besteden we aandacht aan het concept 'Rubrics'. Tenslotte beschrijven we kort de taxonomieën van Romiszowski, Kwakernaak, De Block en Heene, en Van Hiele.
Een taxonomie is een ordeningsmodel. In het onderwijs wordt een taxonomie vooral gebruikt voor het ordenen van leerdoelen en als hulpmiddel bij het construeren van toetsitems. Taxonomieën helpen om op gestructureerde wijze keuzes te maken bij het aanbieden van oefen- en toetsmateriaal.
Reproductieve vaardigheden zijn eenvoudige, repeterende activiteiten, die met weinig of geen planning gepaard gaan. Het gaat meestal om standaardprocedures of regelmatig voorkomende handelingen.
Bloom beschouwde de taxonomie als meer dan een classificatie-instrument. Zo was hij ervan overtuigd dat het ook de communicatie tussen betrokkenen kon bevorderen over leerdoelen. Op deze manier zou de taxonomie als 'gemeenschappelijke taal' kunnen dienen.
Een competentie is een verzameling van kennis, ervaring, vaardigheden en talent. Ze worden vaak opgedeeld in hard skills en soft skills. Hard skills zijn de technische skills die vaak gerelateerd zijn aan functies of rollen. Zoals rekenen, schrijven, coderen, websites bouwen, lassen enzovoorts.
Hard skills zijn vaardigheden die je nodig hebt om de functie goed te kunnen uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan bepaalde technische vaardigheden zoals het beheersen van een computerprogramma.
Het houdt niet alleen dat je probleemoplossend kunt nadenken, maar ook dat je een probleem of vraagstuk vanuit verschillende invalshoeken kunt bekijken. Daarnaast kun je door middel van een analytisch denkvermogen ook goed hoofd- en bijzaken onderscheiden.
Deze 4 onderdelen samen vormen je kernkwadranten. Een kernkwadrant bestaat uit: je kernkwaliteit, valkuil, uitdaging en allergie.
Een kernkwaliteit is 'hoe je bent' en dat is wat anders dan hoe je soms 'doet'. Anders gezegd: je kunt je anders gedragen dan hoe je eigenlijk bent. Je doet je soms anders voor dan hoe jij de dingen voelt en ervaart. En dat kan gevolgen hebben voor jouw communicatie en hoe je overkomt op anderen.