Een heterogene onderzoekspopulatie is een groep mensen die juist van elkaar verschillen met betrekking tot jouw onderzoek. Deze personen behoren tot verschillende categorieën.
Steekproef waarbij elk element uit een populatie op basis van toeval dezelfde kans heeft om in de steekproef te worden opgenomen.
Wat houdt (theoretische) verzadiging van informatie in een kwalitatief onderzoek in? Dat wil zeggen, je moet kunnen aantonen dat een extra observatie, interview, focusgroep of document geen nieuwe inzichten meer oplevert m.b.t. hetgeen dat onderzocht wordt (Glaser & Strauss, 1967).
Een enkelvoudige aselecte steekproef (simple random sampling) is een willekeurig gekozen subset van een populatie. Bij deze steekproefmethode heeft ieder lid van de populatie een gelijke kans om geselecteerd te worden en in de steekproef te worden opgenomen.
Bij een enkelvoudige aselecte steekproef (ook wel random sampling) kies je willekeurig een groep mensen uit de populatie als steekproef.Elk lid van de populatie heeft evenveel kans om voor de steekproef geselecteerd te worden. Dit is de simpelste manier om een aselecte steekproef te trekken.
De formule van willekeurige steekproeven
(Nn/N-(n-1)) . Hier is P een waarschijnlijkheid, n is de steekproefomvang en N vertegenwoordigt de populatie. Als je nu 1-(Nn/n) weglaat, krijg je P = n/N. Bovendien is de kans nodig dat een steekproef meer dan eens wordt geselecteerd: P = 1-(1-(1/N)) n.
Verzadiging in kwalitatief onderzoek is wanneer je tijdens het interviewen (of observeren) merkt dat dezelfde thema's herhaaldelijk terugkomen . Naarmate je meer en meer deelnemers interviewt, stop je met het vinden van nieuwe thema's, ideeën, meningen of patronen.
Er is sprake van triangulatie als je verschillende bronnen, theorieën, onderzoeksmethoden of data-analysemethoden gebruikt om iets te onderzoeken. Hierdoor bekijk je je onderzoeksvraag vanuit verschillende richtingen. Triangulatie verhoogt de betrouwbaarheid en validiteit van je resultaten.
Statistici zijn gek op kanssteekproeven. Maar voor mensen die enquêtes in de echte wereld uitvoeren, zijn selecte steekproeven een stuk praktischer. Als ze goed worden uitgevoerd, kunnen selecte steekproeven u dezelfde (of betere) kwaliteit gegevens opleveren als bij een echte kanssteekproef.
Interne validiteit is de mate waarin je met zekerheid kunt stellen dat een vastgestelde oorzaak-gevolgrelatie (causaal verband) niet door andere factoren kan worden verklaard. Externe validiteit is de mate waarin je je resultaten kunt generaliseren naar andere omstandigheden of groepen.
Een vuistregel die je kunt gebruiken is dat bij continue data de steekproef minstens 30 tot 40 moet zijn.Bij discrete data (geheeltallig) moet de steekproefomvang minstens 100 zijn, waarbij er minimaal 5 defecten moeten zijn.
Populatie (N) en steekproef (n)
De term 'populatie' verwijst naar de totale groep mensen waarover statistische uitspraken worden gedaan (bijvoorbeeld alle Nederlanders, alle basisscholieren). De term 'steekproef' verwijst naar een selecte groep mensen uit deze populatie, die deel heeft genomen aan het onderzoek.
Heterogeniteit ontstaat wanneer meerdere nauwkeurige of conceptuele replicaties van hetzelfde onderwerp resultaten opleveren die meer afwijken dan verwacht op basis van de steekproeffout .
Er zijn een aantal methoden voor een aselecte steekproef: Enkelvoudige aselecte steekproef. Gestratificeerde steekproef. Systematische steekproef.
Homogene populaties zijn groepen individuen die erg op elkaar lijken, terwijl heterogene populaties groepen individuen zijn die van elkaar verschillen . Homogeen verwijst naar groepen waarin de individuen gemeenschappelijke kenmerken delen, zoals haarkleur of genetische samenstelling.
Enquêtes zijn een vragenlijsten die je online of offline afneemt bij meerdere personen om data te verzamelen over je onderzoeksonderwerp. Deze onderzoeksmethode wordt meestal gebruikt voor kwantitatief onderzoek, maar het is ook mogelijk om enquêtes te gebruiken voor kwalitatief of mixed methods onderzoek.
Zoals de naam al doet vermoeden, is triangulatie gebaseerd op de wetten van trigonometrie en onze meting van driehoeken . Dat wil zeggen, als we één zijde en twee hoeken van een driehoek kennen, kunnen we wiskundige formules gebruiken om de andere hoek nauwkeurig te berekenen.
Theoretische saturatie ontstaat als de antwoorden op interview- of enquêtevragen je geen nieuwe informatie meer opleveren. Als dit gebeurt, heb je voldoende personen geïnterviewd of geënquêteerd om valide uitspraken te kunnen doen op basis van je onderzoek.
Je begint te merken dat nieuwe data geen nieuwe thema's of ideeën naar voren brengt. In plaats daarvan echoot het wat je al hebt vastgelegd . Dit is een teken dat je waarschijnlijk alle hoofdideeën met betrekking tot je onderzoeksvraag hebt aangeboord.
Steekproeven bij kwalitatief onderzoek zijn doorgaans klein om de diepgang van de casusgerichte analyse te ondersteunen die fundamenteel is voor deze onderzoeksmethode [5].
Bij een getrapte steekproef of meertrapssteekproef (multistage sampling) trek je een steekproef uit een populatie met in elke fase kleinere groepen (steekproefeenheden).
Sampling is de selectie van een subset van de populatie van interesse in een onderzoeksstudie . In de overgrote meerderheid van de onderzoeksinspanningen is de deelname van een hele populatie van interesse niet mogelijk, dus wordt er voor het verzamelen van gegevens een kleinere groep gebruikt.
Bij een aselecte steekproef heeft iedereen precies evenveel kans om deelnemer te worden van het onderzoek. Je onderzoekt bijvoorbeeld de mening van alle inwoners van Bos en Lommer over de publieke ruimte. De onderzoeksresultaten zijn dan wel representatief voor de hele populatie.