Een goede probleemstelling is bondig, concreet en:Plaatst het probleem binnen de juiste context. Beschrijft precies waar het onderzoek over gaat (bakent af)Toont de relevantie van het probleem aan.
Een goed geformuleerde deelvraag voldoet aan dezelfde eisen als een hoofdvraag of probleemstelling. Aanvullende eigenschappen voor goede deelvragen zijn: Ze zijn minder complex en specifieker dan de hoofdvraag. Ze beslaan samen hetzelfde, dus niet een groter gebied, als de hoofdvraag.
Criteria voor goede ontwerpvragen
nodigt uit tot het bedenken van creatieve en concrete ideeën. … is een beetje prikkelend en geeft energie. … heeft een duidelijke link met het positieve kernthema. … nodigt uit tot het bedenken van ideeën binnen de eigen cirkel van invloed.
Een praktijkvraagstuk kan aan de hand van verschillende onderzoeksfuncties onderzocht worden. Hiervoor worden kennisvragen en/of ontwerpvragen geformuleerd.
Een goede onderzoeksvraag is concreet, relevant en goed afgebakend. Het moet duidelijk zijn wat er onderzocht wordt en wat het doel is van het onderzoek. De deelvragen moeten hierbij aansluiten en moeten specifiek genoeg zijn om beantwoord te kunnen worden binnen het onderzoek.
Kenmerken van een goede probleemstelling
Eén zin: één korte en duidelijke zin (als deze erg lang wordt dan liever opsplitsen in deelvragen) Specifiek geformuleerd: helder afgebakend (wat wel en wat niet), precies en scherp. Relevant: toegevoegde waarde (voor wetenschap, maatschappij, afstudeerorganisatie)
Wat is het verschil tussen een kennis- en een praktijkvraag? Een kennisvraag is een vraag over een wetenschappelijke theorie (fundamenteel gericht onderzoek). Een praktijkvraag is afkomstig uit de dagelijkse praktijk (praktijkgericht onderzoek).
Wie, wat, waar, wanneer, waarom? Er zijn een aantal vragen die je kunnen helpen bij het maken van de probleemanalyse voor je scriptie, de zogenoemde 6W-vragen (Verhoeven, 2007). Deze vragen zijn een leidraad, niet alle vragen zijn even relevant voor jouw probleem.
Een goede vraag bevraagt maar één onderwerp, stuurt niet, bevat geen dubbele ontkenningen, is niet te lang, is duidelijk geformuleerd, houdt rekening met alle mogelijkheden en genereert antwoorden waar je wat mee kan.
WAT ZIJN ONTWERPVRAGEN? Ontwerpvragen beginnen met Hoe kun je …? Het zijn concrete, open vragen die de kern raken van een ontwerpprobleem. Goede ontwerpvragen zorgen ervoor dat je direct aan oplossingen denkt en ideeën krijgt.
Een goede zoekvraag bestaat uit verschillende goed afgebakende (en indien mogelijk meetbare) elementen. Hoe beter je je onderwerp kunt benoemen, des te preciezer zal je vraag zijn. Als je je onderwerp niet precies kunt benoemen, dan zullen je zoekresultaten niet of minder relevant zijn.
Het begint met de onderzoeksvraag
In feite vraag je jezelf af wat je graag te weten wilt komen binnen het onderzoeksveld van je onderwerp. Je gaat een probleemstelling en onderzoeksvraag formuleren. Daarnaast bepaal je welk soort onderzoek je gaat uitvoeren. Deze stap noemen we het ontwikkelen van de onderzoeksopzet.
Anders maak je het voor jezelf moeilijk en kan de samenhang binnen je PWS ontbreken. Een goede onderzoeksvraag begint vaak met de woorden 'in hoeverre', 'wat', 'hoe', 'waarom' en 'wanneer'. Hierdoor maak je het onderwerp vaak al specifieker. Aan de andere kant moet de onderzoeksvraag ook niet te smal zijn.
5 W (Wat;Waarom;Wie;Waar;Wanneer) -vragen: Stel uzelf de 5 W-vragen bij uw dagelijkse activiteiten. De antwoorden helpen u op een andere manier naar uw bezigheden te kijken.
De 6 W's; Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom. Happy family in living room.
Je onderzoeksvraag bepaalt hoe groot je onderzoek is. Bekende stelregel is: Zeg veel over een klein onderwerp dan weinig over een breed onderwerp. Om je onderwerp af te bakenen gebruik je de 4W methode - Wanneer, Waar, Wie, Wat. Door je vraag op deze manier op te delen krijg je inzicht in de haalbaarheid van je vraag.
Bij een praktijkgerichte deelvraag ga je zelf nieuwe kennis verzamelen. Methodes die daarvoor vaak gebruikt worden zijn interviews of enquêtes. Deelvragen: Wat wordt er verstaan onder ongezond voedsel? (theoretische vraag)
De Kiplingmethode, ook wel 5W1H genoemd en staat voor wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe. Uiteindelijk zal het moeten leiden naar de ook wel vaak gebruikte Root Cause Analyses.
Onder vraagarticulatie verstaan we een praktijkvraagstuk signaleren en verkennen, besluiten of onderzoek nodig is, en zo ja een onderzoeksvraag formuleren. Hierbij wordt nadrukkelijk samengewerkt met praktijkprofessionals.
richtlijnen voor een goede centrale vraag
is niet suggestief, maar neutraal;is scherp geformuleerd en laat geen ruimte voor meerdere interpretaties;kan beantwoord worden onder de gegeven omstandigheden (hoeveelheid tijd en geld die je ter beschikking hebt, beschikbare data en de mogelijkheden om aan data te komen).