Een weg kan bestaan uit één of meer rijbanen, die gescheiden worden door een fysieke scheiding. Dit kan een vangrail zijn of een middenberm. Een rijbanen wordt nooit gescheiden door strepen. De rijbaan scheiding wordt meestal toegepast om het verkeer in tegengestelde richting te scheiden.
Tweebaansweg: weg bestaande uit één rijbaan en twee rijstroken. Driebaansweg: weg bestaande uit één rijbaan en drie rijstroken (een voor elke rijrichting en een middenstrook voor passeren en afslaan).
Een rijbaan is een aaneengesloten deel van een verharde weg dat bedoeld is voor rijdende voertuigen. Fietspaden en fiets/bromfietspaden worden niet als rijbanen gezien. Een rijbaan bestaat uit een of meer rijstroken. Ook een invoegstrook, uitvoegstrook en een afrit kunnen onderdeel van een rijbaan zijn.
Wegdeel dat onderdeel is van een weg uitsluitend bestemd voor snelverkeer en met gescheiden rijbanen en ongelijkvloerse kruisingen, daartoe aangeduid met het betreffende verkeersbord.
Rijstroken worden in Nederland op autosnelwegen geteld vanuit de middenberm. De eerste rijstrook is dus de binnenste rijstrook. Dit is vastgelegd in de BPS-codering (Beschrijvende PlaatsaanduidingsSystematiek). Op de wegen niet in beheer bij Rijkswaterstaat wordt op dezelfde manier geteld als op de rijks-autosnelwegen.
Rijbaan en rijstrook zijn allebei correcte woorden, maar er is een betekenisverschil. Een rijbaan is een aaneengesloten deel van een verharde weg dat bedoeld is om bereden te worden. Een rijstrook is een deel van de rijbaan dat ongeveer de breedte heeft van één voertuig.
Reacties. Daarmee word bedoeld de rijbaan die er naast loopt. Hoewel tegenliggers ook paralel rijden bedoelen ze dan vaak de meest linker baan, al dan niet aan de andere kant van de vangrail.
Op autowegen geldt standaard een maximumsnelheid van 100 km/h, doch zijn vele autowegen uitgevoerd met snelheden van 80 en 70 km/h. Daar ontstaat vaak de vergissing bij weggebruikers die de verkeersregels niet voldoende kennen, door standaard 80 km/h te rijden op een autoweg.
Deze borden zijn wit met 3 zwarte strepen erdoor. Dit bord betekent dat de maximale snelheid die van kracht was niet meer geldt. Er geldt nu een nieuwe maximale snelheid die gevolgd dient te worden. Dit wordt vaak duidelijk gemaakt door andere borden.
Invoegstroken voor werkverkeer
- De beginsnelheid bij het invoegen is gesteld op 0 tot 10 km/h vanwege de beperking bij het uitrijden van het werkvak. - Op rechts gelegen invoegstroken is de snelheid waarmee het verkeer invoegt is 0,75 van de (tijdelijke) maximum snelheid, met een maximum van 60 km/h (0,75 x 80 km/h).
Een fietspad is geen rijbaan. Een weg met een fietspad aan weerszijden is dus niet een weg met meerdere rijbanen. Heeft een weg geen voetpad of trottoir, maar wel een fietspad, dan mogen ook voetgangers het fietspad volgen.
Voorsorteren niet verplicht
Bestuurders die willen afslaan mogen voorsorteren. Voorsorteren wordt niet verplicht gesteld. Bestuurders moeten zelf verkeersinzichtelijk beoordelen wanneer zij wel of niet willen voorsorteren, tenzij verkeerstekens dit verplichten.
Heb je wel eens gezien dat de positie van dit bord bepaald bij een kruispunt niet altijd dezelfde is? Je kunt aan de plaats namelijk zien of je je binnen of buiten de bebouwde kom bevindt. Binnen de bebouwde kom staat het bord vóór het kruispunt en buiten de bebouwde kom erna.
Een autoweg wordt aangeduid door een blauw bord met een auto. Een N-weg waar 100 km/h gereden mag worden is herkenbaar aan een dubbele doorgetrokken streep met een groene vulling.
50 km/h is de standaard binnen de bebouwde kom. Zoals aangegeven merk je dat aan het plaatsnaambord dat je voorbij rijdt. De rijbaan wordt vaak aangegeven door middel van een onderbroken of doorgetrokken streep tussen jou en de tegenligger.
Er moet parkeergeld worden betaald.
Rotonde. Dit bord waarschuwt dat je een rotonde nadert. Rotonde, verplichte rijrichting. Dit bord staat vaak vlak bij of op een rotonde en geeft de verplichte rijrichting aan.
Het blauwe bord is in de binnenvaart een sein waarmee een schip aan een tegengesteld naderend ander schip kan aangeven dat het voorbijvaren stuurboord op stuurboord zal gebeuren. Midden in het blauwe bord bevindt zich een wit knipperlicht.
Er geldt geen minimumsnelheid voor wegverkeer. Als u te langzaam rijdt kunt u wel het overige verkeer hinderen of in gevaar brengen. U krijgt dan een boete.
Voertuigen mogen alleen op autowegen als zij 50 kilometer per uur kunnen en mogen rijden. Voor autosnelwegen is dit 60 kilometer per uur. Deze snelheid heet de minimumconstructiesnelheid. Rijd je te langzaam zonder aanleiding en breng je daarmee het andere verkeer in gevaar, dan riskeer je wel een boete.
In de avond en nacht (van 19.00 tot 06.00 uur), mag u op sommige snelwegen 120 kilometer per uur of 130 kilometer per uur rijden. De maximumsnelheid in de avond en nacht is dus op veel snelwegen hoger dan overdag.
Stroomwegen mogen worden vormgegeven als 2×1-strooks (regionale stroomwegen) en 2×2-strooks (zowel regionale stroomwegen als autosnelwegen. Een autosnelweg bestaat dus uit minimaal twee rijbanen met op elke rijbaan twee of meer rijstroken.
Een rijbaan in 1-richting is afhankelijk van de verkeersintensiteit, fietsroutes, wel of niet parkeren en type weg minimaal 3,00 tot 4,00 meter breed. Een rijbaan in 2-richtingen is 4,50 tot 5,50 meter breed. rijdt er tevens vrachtverkeer op dan moet de rijbaan zelfs 6,00- 7,00 meter breed zijn.
Rijkswegen. Re of Li staat voor rechter- of linkerbaan, kijkend in de richting waarin de nummering oploopt. Over het algemeen is dit de richting vanaf Amsterdam: Re staat aan de kant met rijrichting vanaf Amsterdam, Li staat aan de kant waar het verkeer in de richting van Amsterdam rijdt.