Explorerende vragen zijn per definitie “open vragen”: ze zetten aan tot vertellen in plaats van een ja/nee reactie uit te lokken. En ze zijn niet suggestief. Dus niet: “Heb je al eens aan een dagcentrum gedacht?”, maar wel: “Hoe sta je tegenover het dagcentrum?”
Een goede vraag is een open vraag. De vraag is niet goed als het antwoord simpelweg 'ja' of 'nee' is. Een goede vraag is duidelijk geformuleerd. De vraag is niet goed als een ander er vragen bij moet stellen ter verduidelijking.
(De E staat voor exploratie = onderzoeken). Door vragen te stellen kun je een onderwerp, waarover een ander begint, op twee manieren onderzoeken. Kenmerkend voor E-in-vragen is dat de vraagstelling aansluit bij wat de ander zojuist heeft gezegd.
Exploratief onderzoek (exploratory research) is een flexibel type onderzoek waarbij je vragen probeert te beantwoorden die nog niet eerder uitgebreid onderzocht zijn. Dit type onderzoek is meestal kwalitatief van aard, maar een exploratief onderzoek met een grote steekproef kan ook kwantitatief zijn.
'Waarom is dit project zo goed gelukt? ' en 'Hoe komt het dat dit probleem is ontstaan? ' zijn voorbeelden van verklarende vragen. Deze vragen zijn moeilijker te beantwoorden dan beschrijvende vragen omdat ze zoeken naar iets 'onzichtbaars'.
Verklarende vragen zijn er om de oorzaak van het probleem te achterhalen. Begin de formulering van deze vragen met woorden als 'wat', 'waardoor', 'hoezo' en 'hoe'.
Er is sprake van triangulatie als je verschillende bronnen, theorieën, onderzoeksmethoden of data-analysemethoden gebruikt om iets te onderzoeken. Hierdoor bekijk je je onderzoeksvraag vanuit verschillende richtingen. Triangulatie verhoogt de betrouwbaarheid en validiteit van je resultaten.
exploratief = exploratief bijv. naamw. Uitspraak: [ɛksplora`tif] met een verkennend karakter Voorbeeld: `exploratief onderzoek naar de bruikbaarheid en meerwaarde van een methode`Synoniem: verkennend .....
het doen van verkennend onderzoek, vooral om iets te vinden
1) Doorzoeken 2) Eerste onderzoek 3) Onderzoek 4) Onderzoek naar delfstof 5) Onderzoek van een land 6) Onderzoeking 7) Onderzoeking van een land 8) Opsporing 9) Verkennin...
E-in-vragen exploreer je binnen het referentiekader van een ander. Je vraagt door, je concentreer je volledig op wat een ander zegt zonder je eigen mening er bij betrekken . E-ex-vragen gaan niet door op wat een ander zegt, maar komen voort uit je eigen referentiekader.
De eisen waaraan dergelijke gesprekken moeten voldoen, klinken verrassend eenvoudig: actief luisteren, uitdrukkelijk vragen wat de ander denkt, respect hebben voor elkaars mening of idee, waaromvragen stellen, argumenten formuleren en anderen naar hun argumenten vragen, en samen naar een consensus streven.
Begin hoofdvragen bijvoorbeeld met de volgende woorden: 'in hoeverre', 'welke' of 'wat'. Hiermee kun je gemakkelijk een open vraag formuleren en een breder onderzoek doen. Voorkom echter het gebruik van 'waarom' in je hoofdvraag. Dit maakt je onderzoek te breed en niet specifiek genoeg.
Start links met de omgekeerde “hoe kunnen we…” vraag. Als voorbeeld: hoe kunnen we van Groningen de meest leefbare stad van Nederland maken wordt: hoe kunnen we van Groningen en onleefbare stad maken? De antwoorden op die vraag vul je links in.
Definitie van empirisch onderzoek
Empirische kennis is kennis die voorkomt uit wetenschappelijke ervaringen (onderzoek). Bij empirisch onderzoek beantwoord je je onderzoeksvraag door systematisch data te verzamelen met behulp van een empirische onderzoeksmethode.
In kwantitatief onderzoek ligt zowel bij het verzamelen als bij de analyse de nadruk op kwantificatie van data. Bij kwalitatief onderzoek is dat niet het geval. De nadruk ligt daar niet op meten en op het verzamelen van getallen, maar op woorden. Het is subjectiever en interpretatiever.
Peer debriefing houdt in dat je je interpretaties aan een collega voorlegt om te kijken of de opvattingen overeenkomen. De binnengekregen reacties van de respondenten zijn uit de e-mails gekopieerd en in een document geplaatst.
Bij validiteit gaat het om het meten wat je beoogt te meten. Bij betrouwbaarheid daarentegen gaat het om de vraag of je onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde wijze nogmaals uitvoert.
Een retorische vraag is een stijlfiguur waarbij iemand een vraag stelt, en daar geen antwoord op verwacht. Iemand zou bijvoorbeeld kunnen roepen: [Ben je helemaal gek geworden?] De steller van de vraag verwacht hier natuurlijk geen ja of nee op, maar wil aangeven dat hij denkt dat je gek bent.
Je herkent een suggestieve vraag aan het feit dat het gewenste of verwachte antwoord er al in doorklinkt. Denk maar eens aan iemand bij de kassa van een restaurant staat te wachten. De vraag van de serveerster “U wilt ook betalen?” is een suggestieve vraag. Het antwoord is natuurlijk hoogstwaarschijnlijk “Ja”.
Zinvolle vragen / zinloze vragen: een indeling
Groep A: Vragen die je kunt stellen en waarop jij en/of een ander een antwoord kunt geven. Dit noemt Schwab zinvolle vragen. Groep B: Vragen die je kunt stellen en waarop noch jij en/of noch een ander een antwoord kan geven.