In officiële processtukken, zoals pleitnota's, spreken we de rechter aan met zijn officiële titel. Dat is 'Edelachtbare'. Dat is de aanspreektitel voor rechters van de 'gewone' rechtbank. In hoger beroep procedeert men in civiele zaken bij het Gerechtshof.
Hoe spreek ik best de rechter of het openbaar ministerie aan ? U moet zeker geen plechtige aanspreekvormen, zoals "edelachtbare" hanteren. U kan de voorzitter gewoon aanspreken met "mevrouw" of "mijnheer" of "mevrouw of mijnheer de rechter".
Bij een rechtszaak is een formele dresscode als: Casual Chic, Business of Smart Casual gebruikelijk. Dit zijn dresscodes waarbij een combinatie wordt gemaakt tussen casual en formele kleding. Leg hierbij het accent op de nette kant, in plaats van op de casual kant.
Om een advocaat in zijn of haar functie aan te spreken, gebruiken we de aanspreektitel meester, meestal in combinatie met de familienaam. Ook in de aanhef van een brief of e-mail wordt meester geschreven, zonder het bijvoeglijk naamwoord geachte. Meester wordt als mr.
In eerste instantie schrijf je een advocaat formeel aan met Geachte collega (vrouwelijk) of confrère (mannelijk). Als je de advocaat beter kent, verandert dat in amica (vrouwelijk) of amice (mannelijk) (uitgesproken als amieka/amies).
Ouderwetse adellijke titulatuur
gravin/graaf - adressering: De hooggeboren vrouwe/heer; aanhef: Hooggeboren vrouwe/heer. barones/baron - adressering: De hoogwelgeboren vrouwe/heer; aanhef: Hoogwelgeboren vrouwe/heer. ridder - adressering: De hoogwelgeboren heer; aanhef: Hoogwelgeboren heer.
Hoogleraar (titel: prof.): De hooggeleerde heer/vrouwe. Aanspraak: professor. Arts (titel: drs. met achter naam Arts): De weledelgeleerde heer/vrouwe (tenzij gepromoveerd, zie doctor).
Antwoord. Volgens het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) komt er een komma na de aanhef. Volgens het Bureau voor Normalisatie in België is er na de aanhef geen leesteken nodig, maar kan er eventueel wel een komma geplaatst worden.
Met tandartsen en huisartsen verkeert men meestal niet op voornaambasis, maar er wordt wel ruim getutoyeerd. Mensen zeggen: 'hallo' en 'tot ziens' en 'bedankt' tegen eerste-lijn-artsen, zoals ze dat gewend zijn met vrienden of collega's. Ouderen zeggen nog wel 'dokter' tegen de dokter.
Gangbaarheid. Het woord dokteres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
Heden ten dage kan adeldom alleen aan een Nederlander verleend worden door erkenning, verheffing, inlijving of bij naamwijziging. Adeldom in Nederland vererft langs mannelijke lijn, waarbij het predicaat of titel is verbonden aan de geslachtsnaam van de vader.
Het ontstaan van de adel
In ruil voor hun steun en veel geld aan de leenheer waren zij vaak in staat om hun leen erfelijk te maken. Op die manier hadden zij voor hun familie speciale privileges (voorrechten) gekregen die nog eeuwenlang zouden gelden.
De Woordenlijst noemt ze over het algemeen keurig netjes allebei, de advocaat en de advocate, de bibliothecaris en de bibliothecaresse, de directeur en de directrice.
De aanhef 'amice' of 'amica' wordt gebruikt voor het aanschrijven van min of meer bevriende mannelijke respectievelijk vrouwelijke collega's of beroepsgenoten. Het gebruik van de aanhef is niet algemeen en alleen gangbaar onder academici en van vrije beroepen (onder andere advocaten en medici).
De titel kan worden bepaald door het beroep. Zo schrijven we aan een rechter in een rechtbank: aan de edelachtbare heer mr. F. Visser.
Sterft bijvoorbeeld een hertog, dan wordt zijn zoon de nieuwe hertog of de dochter de nieuwe hertogin. Daarom horen de kinderen van de edelen ook in de adel.
De ongehuwde dochter van een (burg)graaf, baron, ridder of jonkheer werd aangesproken met freule. Deze aanspreekvorm is uit de mode geraakt. Weduwen van adellijke personen werden vroeger aangeduid als douairière, gevolgd door naam en titel of predikaat van de man, maar zonder de eigen naam: Douairière A.B.C.
Van de oudste adel weten we weinig, maar vanaf de 12e eeuw zijn de eerste families te onderscheiden. Bekend is de familie van de Utrechtse bisschop Hardbert van Bierum (1139-1150), die de rechtsmacht over Coevorden en Drenthe verwierf en erfelijk prefect (bisschoppelijk vertegenwoordiger) van Groningen werd.
De uitdrukking "blauw bloed" wordt in de zin "Hij/zij heeft blauw bloed" gebruikt om aan te duiden dat iemand tot de adelstand behoort.
Een dokter is een arts. Vooral de huisarts wordt vaak dokter genoemd; veel mensen noemen ook specialisten dokter, vooral als er kinderen in het spel zijn. Dokter wordt ook vaak als aanspreekvorm gebruikt.
Een dokter is een doctorandus. Dat wil zeggen iemand die nog doctor moet worden en een doctor is dus iets meer dan een dokter. De doctorstitel verleent status aan de dokter en aan het ziekenhuis waar hij werkt en de vraag is of dat altijd terecht is.