Het doctoraalexamen, kortweg het doctoraal, was het examen waarmee in de regel studenten in het Nederlandse wetenschappelijk onderwijs die voor 2003 begonnen, hun studie afsloten. Het behalen van dit examen hield veelal in dat men aan een serie studie-eisen moest voldoen.
Taalgebruik rondom doctoraalexamen
De verkorte term doctoraal dient niet verward te worden met doctoraat, wat betekent dat men de daaropvolgende fase heeft afgerond, namelijk de die voor het behalen van de doctorstitel, na een uitgebreid onderzoek en het schrijven van een proefschrift.
Het doctoraat is de hoogste graad die aan een universiteit behaald kan worden. De bijbehorende titel is doctor of dr. Het behalen van een doctoraat heet promotie, en de persoon die dat doet heet (in Nederland) promovendus of (in België) doctorandus.
Diploma van een wettelijk erkende universitaire opleiding (doctoraalstudie) vóór de invoering van het bachelor-masterstelsel. Met ingang van het studiejaar 2002/'03 is in het hoger onderwijs het bachelor-masterstelsel ingevoerd.
Een dokter is niet per se ook doctor: een arts kán een doctorstitel hebben (als die gepromoveerd is), maar dat is lang niet altijd het geval. Artsen worden dus niet standaard aangeschreven met dr. Er kan wel arts of bijvoorbeeld huisarts áchter de naam worden gezet: mevrouw S. Westenburg, huisarts.
Doctorandus is de titel die je krijgt als je een universitaire master hebt afgerond. De afkorting van de titel is drs. Deze mag je voor je naam zetten. De titel word vooral gebruikt door mensen die voor 2002 zijn afgestudeerd.
dr. Hoogste universitaire titel; te verkrijgen door het doen van promotie-onderzoek. Een eredoctoraat dat wordt verleend aan personen die een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd in de wetenschap, op maatschappelijk gebied of in de politiek. drs.
Vóór de invoering van de bachelor-masterstructuur (BaMa) kende men in Nederland na een afgeronde vierjarige hbo-studie ook de titel van baccalaureus (bc) en tot begin jaren 1970 in het universitair onderwijs bij bepaalde vijfjarige studies die men (verkort) na 4 jaar afsloot met een zogeheten baccalaureaats-examen ( ...
Waar staat bachelor en master voor? Bachelor en master zijn graden voor mensen die een opleiding in het hoger onderwijs hebben afgerond. Na een 4-jarige opleiding aan een hogeschool of 3 jaar aan de universiteit krijg je de graad bachelor. Daarna kun je nog 1 tot 3 jaar doorstuderen voor een master.
“Bij 1 doctorandi op 3 zijn er ernstige mentale gezondheidsproblemen”, staat er te lezen, en dat is “2,4 keer zo hoog als in de hoogopgeleide algemene bevolking.”1 Het rapport van ECOOM is gebaseerd op een vragenlijst, die door 3.659 van deze meestal jonge onderzoekers werd ingevuld.
Als algemene toelatingsvoorwaarde voor de inschrijving voor het doctoraat moet je in het bezit zijn van een masterdiploma uitgereikt door een erkende hogeronderwijsinstelling uit de Benelux.
Bruto maandloon: €2.300. Netto maandloon: €2.000.
Professor is geen titel, maar functieaanduiding: hoogleraar aan een universiteit. Een doctor is iemand die gestudeerd heeft aan een universiteit, en daar gepromoveerd is. De meeste professoren zullen doctor in hun vakgebied zijn. Je kunt niet zeggen dat het een hoger is dan het ander.
Een hoogleraar voert de titel professor (wordt zo aangesproken; voor haar of zijn naam schrijft men prof., in feite vrijwel altijd prof. dr., vermits een doctorstitel vereist is om hoogleraar te kunnen worden).
na een masteropleiding of een postinitiële opleiding: Master (M); na een masteropleiding op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving of techniek: ingenieur (ir.); na een masteropleiding op het gebied van het recht: meester (mr.); na alle overige masteropleidingen: doctorandus (drs.).
Maar: Een Master studie naast je werk is zwaar. Dit moet je alleen doen als je echt gemotiveerd bent of het echt nodig hebt om een stap te maken (bijvoorbeeld meer in een research / scientist functie werken bij een bedrijf als ASML ofzo) of als het vakgebied je buitengewoon boeit.
Master of Science is een mastertitel. Deze krijg je nadat je een universitaire masteropleiding in de bètawetenschappen of een toegepaste of sociale wetenschap hebt afgerond. De titel Master of Science wordt heel soms ook gegeven na het afronden van een master op het hbo. De afkorting van de titel is MSc.
De 2-jarige associate degree (Ad) volgt u aan een hogeschool. Een bacheloropleiding volgt u aan een hogeschool of universiteit. Een masteropleiding volgt u meestal aan de universiteit.
Als aanschrijftitel gebruiken we professor (net als doctor, meester, ingenieur en emeritus) nooit voluit: we korten het woord altijd af tot prof. Een universitaire titel als prof. staat immer voor een academische titel als dr., mr., ir. Naar goed gebruik wordt de afkorting prof.
Je mag de letter M (met eventuele toevoeging als verwijzing naar het vakgebied) achter je naam plaatsen. Bijvoorbeeld bijvoorbeeld MCC (Master of Corporate Communication) of MRE (Master of Real Estate). Sinds 2014 mag je ook de titels Bachelor of Arts (BA) of Bachelor of Science (BSc) gebruiken.
De duur van de opleiding is 6 jaar: 3 jaar bachelor en 3 jaar master. Na afronding van de master kun je je laten inschrijven in het BIG-register. Vanaf dan ben je bevoegd de tandheelkunde zelfstandig uit te oefenen. En mag je de titel Master of Science in de Tandheelkunde (MSc) voeren.
61.000 mensen in Nederland de doctorstitel (census 2021), waarvan een derde vrouw is. Het aantal vrouwelijke doctoren neemt toe, vooral in alfa- en gamma-richtingen. Zo is van de mensen met een doctorstitel onder de 35 jaar meer dan de helft vrouw.
De titel 'arts', vroeger 'dokter in de genees-, heel- en verloskunde', is voorbehouden voor iemand die de geneeskunde mag uitoefenen.