Een betrouwbaar onderzoek is vrij van toevallige fouten. Stel dat je een te kleine populatie hebt betrokken in je onderzoek, dan zijn je resultaten bij definitie minder betrouwbaar en minder representatief voor de gehele populatie. Een onderzoek is daarom nooit 100% betrouwbaar.
Bij betrouwbaarheid gaat het om hoe consistent een methode iets meet. Hierbij is het van belang dat de uitkomsten hetzelfde zijn als je de meting of het gehele onderzoek op exact dezelfde wijze nog een keer uitvoert (reproduceert of repliceert).
In de context van een onderzoek heeft het begrip betrouwbaarheid (Engels: reliability) betrekking op de manier van meten. Een betrouwbare meetmethode leidt tot accurate uitkomsten en kenmerkt zich vaak ook door een redelijke verdeling van de meetresultaten.
Een onderzoek is intern valide als je het onderzoek zodanig goed hebt opgezet en uitgevoerd dat je conclusies voor waar kunnen worden aangenomen. Interne validiteit wordt ook wel methodologische validiteit genoemd. Het zegt dus iets over de kwaliteit van je methode, dataverzameling en analyse.
De betrouwbaarheid 'reliability' kun je inschatten door te kijken naar de auteur, de uitgever, of er sprake is van 'peer-review', hoe de publicatie in boekbesprekingen wordt beoordeeld en hoe vaak andere wetenschappers naar de publicatie verwijzen.
Betrouwbare bronnen zijn vaak transparant. Een voorbeeld is dat er adres- en contactgegevens op de website staan. Of ze vermelden namen van klanten of samenwerkingsverbanden. Vaak zie je ook dat deze bronnen open staan voor commentaren op de informatie die ze publiceren.
Met 4 à 5 metingen heb je een grove indicatie van de spreiding. Met 10 metingen heb je een redelijke waarde. Dit laatste is dus eigenlijk het minimum dat je nodig hebt voor een betrouwbaar resultaat.
Ze zeggen beiden iets over de kwaliteit van het onderzoek. Een meting kan bijvoorbeeld betrouwbaar zijn wat betekent dat het resultaat hetzelfde zou zijn bij een herhaalmeting. Dezelfde meting hoeft dan niet perse valide te zijn, het kan zijn dat je onderzoek niet dat inzicht heeft gegeven wat je verwachtte.
Binnen marktonderzoek gebruikt men de vuistregel dat acht tot tien interviews met mensen die tot een homogene doelgroep behoren, voldoende zijn. De kans is klein dat extra interviews met nieuwe respondenten nieuwe informatie oplevert”.
Waarom is betrouwbaarheid zo belangrijk? Zonder vertrouwen konden we er niet van uitgaan dat vliegtuigen, treinen en bussen op tijd komen. Ze zouden dan regelmatig te laat komen. Zonder vertrouwen kunnen we er niet van uitgaan dat anderen hun werk goed doen en dat bijvoorbeeld de bruggen overeind blijven.
Voor de betrouwbaarheid is de mate van wetenschappelijkheid van je bronnen bepalend maar ook of je geen toevallige fouten maakt tijdens het zoeken, en het waarderen en het combineren van de bevindingen uit de relevante en gewaardeerde literatuur.
Betrouwbaar kun je alleen maar zijn door het nemen van verantwoordelijkheid en het geven van zorg. Je neemt de belangen van de ander mee in beslissingen en keuzes binnen de relatie. Door trouw en kwetsbaar te zijn, jezelf en de ander recht te doen, verdien je vertrouwen. Het een roept het ander op.
Vertrouwen en betrouwbaarheid zijn twee begrippen die veel met elkaar te maken hebben, maar er is een groot verschil: vertrouwen doe je zelf, maar of je betrouwbaar bent, bepalen anderen op basis van jouw eigenschappen en handelen (Van den Bos, 2011).
Bij validiteit gaat het om het meten wat je beoogt te meten. Bij betrouwbaarheid daarentegen gaat het om de vraag of je onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde wijze nogmaals uitvoert.
Kenmerken van kwalitatief onderzoek
De data in het onderzoek zijn niet-cijfermatig, maar zijn uit te drukken in woorden, meningen, ideeën of concepten. Systematisch onderzoek doen is minder belangrijk. De focus ligt op jouw interpretatie van de data. De onderzoeksmethode is vaak flexibel.
Betrouwbaarheidsniveau van steekproeven: Een percentage dat laat zien hoe zeker u kunt zijn dat de populatie een antwoord binnen een bepaald bereik zou kiezen. Een betrouwbaarheidsniveau van 95% bijvoorbeeld, betekent dat u voor 95% zeker kunt zijn dat de resultaten ergens tussen de getallen x en y liggen.
Als je onderzoeksresultaten niet valide zijn en je de validiteit dus niet kunt bewijzen, dan geef je dit aan in de beperkingen in je discussie. Er is dan sprake van systematische fouten (research bias) in je studie.
95% is het meestgebruikte betrouwbaarheidsinterval.Maar u kunt voor elke interval tussen de 90% en 99% kiezen, afhankelijk van uw enquête. We raden het niet aan om een betrouwbaarheidsinterval te nemen van minder dan 90%.
De foutmarge wordt bepaald, door te beslissen welke percentage foutieve enquêtes als acceptabel wordt gezien. Dit kan 3%, 5% of 7% zijn.Vaak wordt er gekozen voor een foutmarge van 5%.
het betrouwbaarheidsniveau: Dit percentage vertelt je hoe zeker je mag zijn van de foutenmarge. Met andere woorden: in welke mate vertrouw je erop dat de antwoorden die de respondenten hebben gegeven correct zijn. 95 procent is de standaard binnen de marktonderzoekswereld.