Betekenisvolle activiteiten zijn alle mogelijke activiteiten die vrijwillig door een persoon gekozen worden. Of ze nu voor het plezier zijn of daadwerkelijk een nut hebben, maakt niet uit. 'Betekenisvolle activiteiten zijn meer dan animatie. '
Met betekenisvol leren wordt bedoeld dat het onderwerp van een opdracht aansluit bij de belevingswereld en de ontwikkeling van het kind.
Het geven van betekenisvolle uitleg Door betekenisvolle uitleg te geven en aan te sluiten bij de belevingswereld van leerlingen wordt de intrinsieke motivatie van leerlingen gestimuleerd. Aansluiten bij het dagelijks leven van de leerlingen of de actualiteit kunnen hierbij helpen.
De leefwereld is het totaal van de sociale, culturele en etnische achtergronden van de kinderen. In het kort: De sociale achtergrond: alle factoren die te maken hebben met de thuissituatie, de erfelijke factoren en het sociale milieu waaruit de leerling komt.
Er kan sprake zijn van bewegend leren tijdens het vermenigvuldigen, optellen, spellen of tijdens andere leerstof als dit gebeurt in combinatie met bewegingen. Diverse onderzoeken tonen aan dat bewegen tijdens het leren een positieve invloed heeft op de hersenactiviteiten.
Verschil tussen leefwereld en belevingswereld: de belevingswereld speelt zich af in de binnenkant van een persoon; de leefwereld situeert zich aan de buitenkant, rond de persoon.
De leefwereld van kinderen wordt behalve door etnische, sociale en culturele achtergronden in grote mate bepaald door de omgeving waarin ze wonen, spelen en leren. Een goed onderwijsgebouw, een fijne woning en speelruimte hebben een positief effect op hun gedrag, welbevinden en ontwikkeling.
Betekenisvol lesgeven is belangrijk voor de motivatie van de leerlingen. Ze leren kritisch te zijn op waarom ze iets moeten leren. Samenwerken en leren van elkaar is een belangrijk onderdeel van betekenisvol lesgeven.
In een ontwikkelingsgerichte praktijk zijn spel en onderzoek leidende activiteiten. Vanuit de spel- of onderzoeksactiviteiten vindt ontluiking plaats naar specifieke kennis en vaardigheden. Als pedagogisch medewerker of leerkracht ben je voortdurend bezig om deze ontluiking doelgericht bevorderen.
Ontwikkelingsgericht onderwijs is een algemene term die aangeeft dat de ontwikkeling van het kind centraal moet staan in het onderwijs en niet het onderwijsprogramma. Daarnaast is de socialisatie van leerlingen een belangrijk uitgangspunt. Ontwikkelingsgericht onderwijs is dus zeker geen individueel onderwijs.
Basisontwikkeling is een stroming die zich sterk maakt voor ontwikkelingsgericht kleuteronderwijs en is er op gericht om de traditionele scheiding tussen spelactiviteiten in de onderbouw en het zogenaamde 'echte leren' in groep drie op te heffen.
Met een krachtige leeromgeving bedoelen we een leeromgeving die participatie, betekenisgericht leren, levensechte contexten en zelfsturing mogelijk maken. Een dergelijke leeromgeving draagt bij tot de kwaliteitsverbetering van het onderwijsaanbod en tot de verhoging van het leerrendement bij alle leerlingen.
Tekst: Kinderen leren gemakkelijker wanneer wordt uitgegaan van een voor hen herkenbare situatie. Daar wordt in het onderwijs veel gebruik van gemaakt. Zo kiezen sommige scholen ervoor kinderen te leren lezen aan de hand van hun eigen verhalen.
Actief leren wordt in deze context een gewoonte waarbij leerlingen voordurend op zoek gaan naar manieren om meer domeinkennis te verwerven door nieuwe concepten te bestuderen en ze in de praktijk toe te passen.
Vanaf de leeftijd van 2 jaar speelt emotioneel begrip een grote rol in empathisch gedrag. Hoewel emotioneel begrip al langzaam ontwikkelt tijdens de eerste levensjaren, is het pas rond het derde levensjaar zodanig ontwikkeld dat gesproken kan worden van begrip.
Dit kan en doet je kind: 2 – 3 jaar
Je peuter snapt door jouw lichaamstaal hoe jouw humeur is. Hij kan zich steeds beter inleven in de gevoelstoestand van anderen. Je peuter herkent kleuren en vormen en kan die ook sorteren.
Schoolkind. Een schoolkind is een kind dat (basis)onderwijs geniet. In Nederland zit een schoolkind in groep drie tot en met acht van de basisschool. In Vlaanderen volgt het kind het eerste tot het zesde leerjaar van de lagere school.
Een kind van zeven kent zo'n 20.000 woorden en kan ongeveer 200 woorden lezen. Dit jaar zal je kind nóg meer woorden leren lezen én schrijven. Hij zal hele zinnen op papier zetten, inclusief punten en komma's. Wat taalontwikkeling betreft lopen jongens trouwens gemiddeld anderhalf jaar achter op meisjes.
Een manier om te differentiëren is het bieden van extra instructie aan de leerlingen die dat nodig hebben. Na de klassikale instructie geeft de leerkracht extra instructie of oefeningen aan deze leerlingen. De andere leerlingen werken intussen zelfstandig.
De belevingswereld is de manier waarop een kind de wereld beleeft. Dit verschilt per ontwikkelingsleeftijd, per persoon en wordt beïnvloed door de leefwereld waar het kind vandaan komt.
In de kring praten de kinderen beter met elkaar
Als ze achter elkaar aan hun tafeltje zitten zijn ze gericht op jou voor de klas in plaats van op elkaar. Als ze elkaar goed kunnen zien komt dat de concentratie ten goede en maakt dat het luisteren naar elkaar gemakkelijker.