Een probleemstelling, ook wel onderzoeksvraag, hoofdvraag of centrale vraag genoemd, is cruciaal omdat het richting geeft aan jouw onderzoek.
Een antoniem van problematisch is probleemloos.
Geef in je probleemstelling duidelijk aan waar en wanneer het probleem zich afspeelt, wie betrokken is bij het probleem en wie er last van heeft. Je beschrijft ook welke informatie over het probleem bekend is en wat al tevergeefs geprobeerd is om het probleem op te lossen.
Twee woorden zijn elkaars antoniem als ze een tegengestelde betekenis hebben. Het woord is afgeleid uit het Grieks: anti ("tegen"), onoma ("naam, benoeming").
Het tegenovergestelde van liefde is geen haat, het is onverschilligheid. Diep in haat zit altijd nog een stukje liefde.
De antoniem is dus het tegenovergestelde van een synoniem: als twee woorden hetzelfde betekenen. Een antoniem is een exacte tegenstelling. Zo zijn bijvoorbeeld hard en zacht antoniemen, omdat ze het tegenovergestelde van elkaar betekenen.
Een antoniem is een woord met een tegengestelde betekenis van een ander woord. Zo is geven een antoniem van nemen. Bij dergelijke voorbeelden van antoniemen zien we dat het gaat om een tegenovergestelde betekenis van een woord of begrip.
Een probleemstelling bevat dan drie onderdelen: waar zit het probleem, wat is het probleem, en waarom is het een probleem. Voorbeeld: “de afdeling klachtafhandeling (waar) slaagt er niet in om binnen een week de klachten af te handelen (wat).
Kenmerken van een goede probleemstelling
Eén zin: één korte en duidelijke zin (als deze erg lang wordt dan liever opsplitsen in deelvragen) Specifiek geformuleerd: helder afgebakend (wat wel en wat niet), precies en scherp. Relevant: toegevoegde waarde (voor wetenschap, maatschappij, afstudeerorganisatie)
Het onderwerp
Het formuleren van de probleemstelling begint bij het onderwerp van de scriptie. Dat beginpunt vormt de basis van het onderzoek. Als je je onderwerpkeuze goed hebt voorbereid, is je onderwerp relevant en redelijk afgebakend.
bijv. naamw. precies de andere kant op vb: je zegt nu het tegenovergestelde van gisteren Synoniemen: tegengesteld averechts omgekeerd Tegenstellingen: gelijk gelijk [3] hetzelfde iden...
no problem uitdr.: geen probleem, niks aan de hand.
tegenovergestelde (zn) : antoniem, omgekeerde, tegendeel, tegengestelde.
helemaal andersom dan het gestelde oftewel het tegendeel.
De antoniem is dus het tegenovergestelde van een synoniem: als twee woorden hetzelfde betekenen. Een antoniem is een exacte tegenstelling. Zo zijn bijvoorbeeld hard en zacht antoniemen, omdat ze het tegenovergestelde van elkaar betekenen.
Het tegenovergestelde van liefde is geen haat, het is onverschilligheid. Diep in haat zit altijd nog een stukje liefde.
Een antoniem is een woord met een tegengestelde betekenis van een ander woord. Zo is geven een antoniem van nemen. Bij dergelijke voorbeelden van antoniemen zien we dat het gaat om een tegenovergestelde betekenis van een woord of begrip.
Psychisch is afgeleid van psyche en betekent 'geestelijk' (het tegengestelde van 'lichamelijk').
Angst is het tegenovergestelde van liefde
De positieve gevoelens die je ervaart in je leven, zoals dankbaarheid, vriendschap, schoonheid, rust, blijdschap enzovoort. Gevoelens van angst voorkomen dat je de emotie van liefde kunt voelen.
Het tegengestelde van a noteren we als ‐ a . Als twee getallen elkaars tegengestelde zijn, liggen ze symmetrisch om 0 op de getallenlijn. Als twee getallen elkaars tegengestelde zijn, dan is hun som gelijk aan nul.
Omschrijving. Twee woorden worden synoniemen genoemd als ze (ongeveer) dezelfde betekenis hebben. Voorbeelden: godsdienst – religie, ogenblik – moment, gebeuren – geschieden.
Doen alsof je neus bloedt betekent 'doen alsof je van niets weet', 'doen alsof je onschuldig bent', 'van de prins geen kwaad weten'.
Onverlet is standaardtaal in het hele taalgebied als het 'ongehinderd, 'onbelemmerd' betekent. De uitdrukking dat laat onverlet dat … in de betekenis 'dat doet niets af aan het feit dat …' is standaardtaal in Nederland.
Paniekstoornis. Je hebt regelmatig paniekaanvallen. Tijdens zo'n paniekaanval word je onverwacht overvallen door een intense angst. Aansluitend bestaat er een voortdurende angst voor nieuwe angstaanvallen (anticipatie angst of 'angst voor de angst').