principe (zn) : axioma, basisprincipe, beginsel, grondbeginsel, grondprincipe, grondregel, grondstelling, hoofdregel, idee, maxime, stelregel.
Wat is een principe? Een principe is een soort van grondregel, een basis. Het komt uit het Latijn en betekent 'voor de prins (vorst)'. Dat geeft al aan dat het om wetten en regels gaat.
Synoniemen zijn woorden die dezelfde of een ongeveer gelijke betekenis hebben, bijvoorbeeld bevolking en populatie, huis en woning, weer en opnieuw. Synoniemen zijn nuttig omdat ze voor afwisseling en stilistische verfraaiing van een tekst zorgen, maar ze kunnen ook tot verwarring en stijlbreuken leiden.
Een synoniem of evenwoord van een bepaald woord in een taal is een ander woord in dezelfde taal met min of meer dezelfde betekenis. Dit verschijnsel wordt synonymie genoemd.
voor (vw) : aleer, alvorens, vooraleer, voordat. voor (vw) : om, omwille van.
Op welke wijze het wordt gevraagd. Vraag van aanpak. Wijze die gevraagd wordt. Wijze vraag.
Woorden noemen we synoniem als ze (ongeveer) hetzelfde betekenen. Een synoniem noemen we ook wel evenwoord.
Een tautologie is een combinatie van woorden die hetzelfde betekenen. Vaak gaat het om synoniemen die elkaar kunnen vervangen, waardoor je iets dubbelop zegt. Een tautologie kan een stijlfiguur of stijlfout zijn, afhankelijk van de inburgering of verstening van de gebruikte combinatie.
Omschrijving. Twee woorden worden synoniemen genoemd als ze (ongeveer) dezelfde betekenis hebben. Voorbeelden: godsdienst – religie, ogenblik – moment, gebeuren – geschieden.
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden als huis, boom, vrouw, hout, liefde en vakantie. Vaak staat er de, het of een voor. Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die een 'zelfstandigheid' aanduiden. Dat kunnen concrete zaken zijn, zoals mensen (man, Ineke), dieren (paard) en dingen (huis, brug, hout).
Dat verwijst naar enkelvoudige het-woorden.Wat verwijst naar onbepaalde voornaamwoorden, overtreffende trappen, hele zinnen en een hoedanigheid. Welke verwijst naar enkelvoudige de-woorden en meervoudige de-/het-woorden.
Synoniem zijn met en synoniem zijn aan ('hetzelfde betekenen, hetzelfde zijn') zijn juist. Synoniem zijn met en synoniem zijn aan ('hetzelfde betekenen/zijn') zijn allebei juist. Het lijkt erop dat synoniem zijn met iets gebruikelijker is. De nadruk ligt iets meer op het feit dat de overeenkomst honderd procent is.
Principes zijn min of meer afspraken met jezelf over 'hoe zaken horen te zijn'. Normaal gesproken denk je niet over je principes na. Je denkt binnen je principes, ze vormen als het ware het 'raamwerk' van je leven. Pas als iemand je principes tegenspreekt begin je er over na te denken.
Dit kunnen bijvoorbeeld eerlijkheid, geluk, vriendelijkheid of zingeving zijn. Onze principes zijn extern gericht en bepalen hoe we willen handelen in het leven. Ze zijn onze missie. Onze waarden zijn intern gericht en bepalen waarom we handelen.
een stelregel. manier waarop het werkt of in elkaar zit vb: hij legde het principe van de motor uit regel waar je je in ieder geval aan wilt houden vb: uit principe eet hij geen vlees S... [filosofie] In de kennisleer is een principe een algemene waarheid waaruit andere waarheden kunnen worden afgeleid.
Een tautologie bestaat uit twee of meer woorden (meestal van dezelfde woordsoort) die hetzelfde betekenen (bijvoorbeeld: daarnaast ... ook en altijd en eeuwig). Een pleonasme is een uitdrukking waarin het ene woord iets benoemt wat ook al in het andere woord besloten ligt (bijvoorbeeld: oude bejaarde en nat water).
Homonieme woorden worden als afzonderlijke woorden in de woordenboeken opgenomen. Een woord is polyseem als het meer dan één betekenis heeft, maar de verschillende betekenissen wel met elkaar verband houden.
Een tautologie is een woordcombinatie waarin een begrip twee keer of meer wordt genoemd. Ze bestaat doorgaans uit twee of meer woorden van dezelfde woordsoort, vaak met en of of(te) ertussen. Voorbeelden zijn eenzaam en alleen, pracht en praal en niettemin toch.
Een samenstelling is een woord dat uit twee of drie woorden bestaat. Deze woorden moet je in het Nederlands gewoon aan elkaar vast schrijven. Voorbeelden: fiets + sleutel = fietssleutel.
Een voorbeeld is een exemplaar van een type object of een verbeelding van een concept, dat voor de verzameling objecten of het concept zelf in de plaats treedt om een abstract idee toe te lichten met een concrete voorstelling. Een tegenvoorbeeld illustreert de ontkenning van het idee.
Een cursief, schuine letter, of (zeldzaam) italiek is een letter die enigszins naar rechts helt en waarvan de vorm soms het handgeschreven schrift benadert. Voor drukwerk wordt meestal de term schuingedrukt gebruikt.
beppe, bonmama, grootje, grootma, grootmama, grootmoe, moemoe, oma, omoe, opoe. grootje (zn) : grootma, grootmoeder, oma, opoe.
nevel (zn) : damp, grondmist, mist, mistbank, smog. smoor (zn) : damp, mist, nevel.