Een synoniem of evenwoord van een bepaald woord in een taal is een ander woord in dezelfde taal met min of meer dezelfde betekenis. Dit verschijnsel wordt synonymie genoemd.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: voorbeeld (zn) : proef, monster, staal, illustratie, prototype, proefstuk, staaltje.
eerder, voor, alvorens, voordat, aleer, vooraleer. alvorens (vw) : voor, voordat, aleer, vooraleer.
gemeenschap (zn) : relatie, seks, paring, bijslaap, copulatie, coïtus, cohabitatie, seksuele omgang, geslachtsgemeenschap. seksualiteit (zn) : seks, geslachtsleven, geslachtsdrift.
als synoniem van een ander trefwoord: toilet (zn) : wc, kabinet, gemak, privaat, plee, secreet, poepdoos, closet, wasgelegenheid, het kleinste kamertje, bestekamer, retirade, koer.
Als we kijken naar het standaard Nederlands dan zijn zowel toilet als WC beide correct Nederlands. Het ene woord is niet per definitie beter dan het andere. Er is wel in beide benamingen sprake van een verschil, maar dan gaat het meer om het sociale vlak. De woorden hebben op sociaal gebied een andere lading.
Crapper . Een wat vulgairder woord voor toilet is 'crapper'. Crapper verscheen voor het eerst in 1932 en werd een populair alternatief woord voor toilet dankzij het bedrijf Thomas Crapper & Co Ltd dat toiletten produceerde.
boezem (zn) : borsten, borst, voorgevel, buste, bos hout voor de deur, borstpartij.
penetreren (ww) : binnendringen, doordringen, indringen. penetreren (ww) : doortrekken, doordrenken, drenken.
Kween, vrouw, dame, madam, mevrouw, juffrouw, vrouwmens, mens, ega, echtgenote, gemalin, vrouwspersoon, vrijster, wijf, maagd, meid, meisje, griet, deerne etc.: allemaal benamingen voor mensen van het vrouwelijk geslacht, maar allemaal met een verschillende gevoelswaarde.
Een synoniem of evenwoord van een bepaald woord in een taal is een ander woord in dezelfde taal met min of meer dezelfde betekenis. Dit verschijnsel wordt synonymie genoemd.
zoet, zorgzaam, snoezig, goed, charmant, aardig, schattig, vriendelijk, beminnelijk, behulpzaam, hartelijk, bevallig, aanhalig, snoeperig, beelderig, snoepig, doddig, honnig. lief (bn) : prettig, bevallig, lieflijk, bekoorlijk.
De sigma-notatie, aangeduid als ∑, wordt in de wiskunde gebruikt als opsommingsteken. Het geeft de som van een aantal opeenvolgende termen van een getallenrij aan, waardoor je een lange som korter kan maken.
Enkele veelvoorkomende synoniemen van voorbeeld zijn case, illustratie, instance, sample en specimen . Hoewel al deze woorden betekenen "iets dat onderscheidende kenmerken vertoont in zijn categorie", is example van toepassing op een typische, representatieve of illustratieve instance of case.
reden (zn) : waarom, bewijsvoering, bestaansrecht, bewijsgrond. vanwaar (bw) : waarom, hoezo.
In hedendaags Nederlands kun je met bijwoorden als waarmee, waaraan, waarover enz. ook prima naar mensen verwijzen. Het is misschien wat informeler, maar van het alternatief (met wie, aan wie, over wie) kun je net zo goed zeggen dat dat wat aan de formeel-stijve kant is.
verliefd, smoorverliefd. verkikkerd (bw) : verliefd, dol, smoor, verzot, belust.
ontrouw (zn) : oneerlijkheid. ontrouw (zn) : overspel.
voordeel, zin, pluspunt, waarde, profijt, heil, baat, utiliteit, nuttigheid, bruikbaarheid. nut (bn) : nuttig, goed, gunstig, welbesteed.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: grappig (bn) : leuk, lollig, geestig, kostelijk, vreemd, komiek, lachwekkend, aardig, geinig, humoristisch, vermakelijk, komisch, jolig, plezant, koddig, schalks, uiig, schertsend, grollig, kluchtig, moppig, snaaks, luimig, snakerig.
boob (straattaal) booby (straattaal) jug (straattaal) bristol (straattaal) tit (vulgair, straattaal)
boezem (zn) : borsten, borst, voorgevel, buste, bos hout voor de deur, borstpartij. boezem (zn) : baai, inham, zeebocht, zee-inham.
Toilet. Dit stond op de originele lijst uit de jaren 50 en eerlijk gezegd kauw ik liever op glas dan dat ik het woord toilet in een beleefd gesprek gebruik. Het is een hard woord dat is afgeleid van het Franse toilette, wat je uiterlijk betekent, vandaar toilettas. Lavatory of loo is veel acceptabeler.
"Ik wil dagga, waar is me bedje?" "Ik wil slapen, waar is me bedje?" dushi ga je dagga?
Regionale varianten. Verschillende dialecten gebruiken "bathroom" en " restroom " (Amerikaans Engels), "bathroom" en "washroom" (Canadees Engels), en "WC" (een initialisme voor "water closet"), "lavatory" en de afkorting "lav" (Brits Engels).