Violen worden gemaakt in 8 maten. De maat correspondeert met de lengte van de corpus van de viool (zonder de hals en krul). De kleinste gangbare maat is de 1/16 viool (23 cm). Gevolgd door de 1/10, 1/8, 1/4, 1/2, 3/4, 7/8 en tenslotte de 4/4 of hele viool (36 cm).
Kinderviool formaat - 1/4 - Viool van 48 cm
Deze viool koop je als je kind groter is dan 125 cm. De lengte van de arm is dan ongeveer 47 tot 52 cm.
Heel grof gezegd kun je een leuke viool kopen voor een bedrag tot ongeveer 500 euro. Een toch wat serieuzer model koop je voor een bedrag tussen de 500 en 1000 euro. Boven de duizend euro kom je echt in de hogere klasse instrumenten en boven de 1500 euro in het topsegment.
Waarom is de ene zoveel duurder dan de andere? De meeste mensen denken dat de prijs wordt bepaald door de klank… Verrassend misschien maar niets is minder waar. Een taxateur zal niet op de viool gaan spelen, maar bepaalt enkel de waarde door naar het instrument te kijken.
Iedereen kan viool leren spelen! Je hoeft geen groot talent te zijn. Aanleg of talent is natuurlijk makkelijk, maar ook als je (denkt dat je) amuzikaal bent en onervaren in muziek leer je met deze cursus vioolspelen! Dus ook jij kunt het!
De altviool is groter (37 tot 44 cm klankkast lengte ten opzicht van 35 cm bij een viool) en heeft geen vaste maat. Zo zijn er ook altviolen die dezelfde maat hebben als een 4/4 viool, maar een dikkere klankkast hebben. De altviool klinkt anders dan een viool.
De kleinste gangbare maat is de 1/16 viool (23 cm). Gevolgd door de 1/10, 1/8, 1/4, 1/2, 3/4, 7/8 en tenslotte de 4/4 of hele viool (36 cm). Je hebt de juiste maat als je met je linkerhand comfortabel bij de toets kunt komen. Je kunt de juiste maat ook bepalen door de armlengte te meten (van schouder tot de pols).
Met je rechterhand en -arm hanteer je de strijkstok. Met je schouder en kin houd je de altviool vast. Altviool en boog berg je weg in een altvioolkist. Het gewicht is ongeveer 1 à 1,5 kg.
[muziekinstrument] het laagstklinkende muziekinstrument van de strijkinstrumenten.
Als de armlengte van het kind tussen de 55 en 60 cm ligt, kan een 3/4 cello worden gebruikt, een 1/2 cello wordt meestal aanbevolen voor een armlengte van 50 tot 55 cm en bij 45 tot 50 cm kunnen de ambitieuze beginners de 1/4 cello gebruiken. En nog compacter zijn de 1/8 cello's, en zelfs de 1/16 cello's.
De cello is ongeveer 120 cm lang. Kleinere afmetingen van de cello zijn 1⁄16, 1⁄8, 1⁄4, 1⁄2, 3⁄4, 4⁄4 en 7⁄8cello. Het instrument is bespannen met vier snaren en heeft twee f-gaten. De snaren van de cello zijn van laag naar hoog gestemd: C, G, D, A – een octaaf lager dan de altviool.
Viool “Vieuxtemps” van Guerneri Del Gesù
Het duurste instrument ter wereld is van die andere beroemde vioolbouwer Guarneri Del Gesù. Instrumenten gebouwd door Del Gesù behoren tot de meest geliefde en duurste ter wereld. De viool genaamd “Vieuxtemps” is verkocht aan een anonieme koper voor maar liefst € 13,5 miljoen.
Cello. De cello is het grootste en laagste instrument uit de moderne vioolfamilie. De cello is een octaaf lager gestemd dan de altviool en wordt door de zittende speler tussen de knieën gehouden. Behalve dat de cello in elk symfonie orkest voortkomt, is er ook talloze solo muziek voor de cello geschreven.
In de volksmond wordt er vaak gesproken over 'eerste' viool en 'tweede' viool. De eerste viool is dan diegene die de leiding heeft; de tweede viool komt wat op het achterplan. Als tweede viool ben je vooral ondersteunend voor het geheel.
viool: v. (violen), bloempje; strijkinstrument.
Hoe gaat nu het stemmen zelf? De vioolsnaren kun je hoger of lager stemmen door aan de stemknoppen aan de kop van de viool te draaien. Door ze strakker te spannen wordt de noot hoger en door ze losser te draaien wordt de noot lager. Violen hebben meestal ook fijnstemmers aan het staartstuk.
In de viool, tussen het bovenblad en het achterblad, staat een klein stokje dat de stapel heet. De stapel geeft de trillingen weer door aan het achterblad. Zo komt de hele viool te trillen. Dan gaat de lucht er om heen trillen, en dat is de klank van de viool; geluid is namelijk trillingen van de lucht.
Officieel onderzoek naar het moeilijkste instrument om te bespelen is nooit gedaan. Je zou kunnen zeggen dat het spelen lastiger wordt naarmate je op meer dingen tegelijk moet letten. Daarom wordt de viool vaak het moeilijkste instrument genoemd.
Van cello wordt gezegd dat de hand- en speelpositie meer natuurlijk is dan bij viool. De viool is moeilijker vast te houden: je moet deze met je kaak in balans houden, wat zeker voor de beginner echt een uitdaging is. Ook de handpositie is lastiger.
Toch wordt viool leren spelen door de meeste mensen erg lastig bevonden. De reden hiervan is omdat het een instrument is zonder fretten. Het is dus heel erg gemakkelijk om een verkeerde noot (vals) te spelen en het is erg lastig om exact op de juiste plekken op de toets te spelen.
Een goede viool heeft een klankkast met een voorblad van spar en een achterblad en zijkanten van goed gevlamd esdoorn. De onderdelen (kam, toets, staartstuk en stemsleutels) zijn van ebbenhout.