Als uw richtingaanwijzer is ingeschakeld en u afslaat of in een parkeerplek rijdt, verlicht een lamp in het mistlicht (aan de zijde waar u afslaat) automatisch de kant van de weg, zodat u een beter zicht hebt tijdens het afslaan.
Bij adaptieve bochtverlichting draaien de lampen mee met de stuurbewegingen. Dit maakt dat wanneer je de bocht instuurt de verlichting dezelfde kant op wijst. Op deze manier krijg je duidelijker zicht en rij je verlicht de bocht in. Verder is het zo dat deze vorm van verlichting het verloop van de weg volgt.
Bochtverlichting dient om de berm en/of de zijkant van de weg beter zichtbaar te maken bij het nemen van een bocht. Het is geen mistlamp of richtingaanwijzer. Bij sommige auto's worden de mistlampen wel ingezet als bochtverlichting, maar hebben ze oorspronkelijk dus een andere functie.
Bij LED Matrix-koplampen bestaat het grootlicht uit meerdere segmenten die naar wens in- of uitgeschakeld kunnen worden. Het systeem deactiveert het deel van de lichtbron dat een andere weggebruiker verblindt. De andere segmenten blijven aan en verlichten de weg.
De projectiekoplamp is ingebouwd in een frame dat om de verticale as kan worden gedraaid. De draaihoek in een bereik van +/– 15 graden is bedoeld voor bochten tot ongeveer 200 meter. In een bocht met een radius van 190 meter verlicht het dimlicht gewoonlijk slechts een gebied van 30 meter.
Meet de afstand van het licht tot het plakkertje
Schijnen ze ver onder het plakkertje of zie je je koplampen niet eens op de muur, dan moeten ze wat naar boven. De koplampen moeten idealiter ongeveer 10cm (bij een afstand van 10 meter) onder het streepje uit komen.
Wat is Wat zijn adaptieve koplampen? Adaptieve koplampen zijn koplampen die gesynchroniseerd zijn met je besturing. De koplampen bewegen mee met de stuurbewegingen die je als bestuurder maakt.
Def.: lichten ter ondersteuning van de voorgeschreven fluitseinen bij het manoeuvreren. Toelichting: Wit licht, rondom zichtbaar op een afstand van tenminste 5 zeemijlen, in hetzelfde verticale vlak als het toplicht, ten minste twee meter hoger dan het toplicht.
Een camera in de buurt van de binnenspiegel registreert al vanaf een afstand van 700 meter het licht van de koplampen van de voertuigen die u tegemoetkomen – en dimt automatisch. Als u een auto voor u nadert, detecteert de camera dit ook van op een afstand van 400 meter, waarna de grootlichtassistent zelfstandig dimt.
Adaptieve koplampen zijn koplampen waar een systeem aan verbonden is die de richting van de lichtstralen verandert afhankelijk van de verkeersomstandigheden. Wanneer de bestuurder een stuurbeweging maakt, zullen de koplampen mee bewegen.
De functie van dimlicht is tweeledig: het maakt je zichtbaar voor overige weggebruikers en het geeft je beter zicht op de weg. Dit in tegenstelling tot dagrijverlichting, waarvan het schijnsel te zwak is om de weg voor je te verlichten.
In het donker is het dimlicht verplicht. De dimlichten hoeven niet aan als de mistlichten branden. Branden de dimlichten en mistlichten aan de voorkant van de auto tegelijk? Dan bestaat de kans dat de reflectie van uw eigen dimlicht u verblindt.
De dagrijlichten , bochtlichten, en hoeklichten en manoeuvreerlichten mogen niet anders dan wit stralen. Visuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld.
In plaats van het in- of uitschakelen van LED-lampjes in verschillende combinaties, past AFL LED zich aan de rijomstandigheden aan door automatisch het lichtpatroon in de koplampen te wijzigen.
De lichten die we het vaakst gebruiken, zijn de dimlichten. Deze lichten steken we aan wanneer de avond valt of het donker is. Ook bij regenweer, sneeuw, mist en andere omstandigheden waarbij het onmogelijk is om verder te kijken dan 200 meter is het verplicht om de dimlichten aan te steken.
Er zijn de dimlichten, waarmee men meestal rijdt als het donker is. En de grootlichten, die ook wel eens de verstralers worden genoemd. De meeste wagens hebben vooraan ook mistlichten. En tot slot zijn er de standlichten, die het minst licht geven.
Gebruik dan je dimlicht. Dit zijn de 'standaard' lichten die je inschakelt in de avond. Zo creëer je meer zicht en ben je voor anderen beter zichtbaar. Er is wel een uitzondering: als je de mistlichten aanhebt, hoef je de dimlichten niet in te schakelen.
In het donker is dimlicht verplicht. Ook als u door mist, hagel regen of sneeuw slechter ziet, moet u deze verlichting gebruiken. Dimlicht zorgt ervoor dat de koplampen, de achterlichten en de kentekenplaatverlichting brandt. Met deze lampen kunt u geen tegenliggers verblinden, daarom de naam 'dimlicht'.
's Avonds en 's nachts mag u groot licht gebruiken, maar niet als u een tegenligger nadert of als u vlak achter een ander voertuig rijdt. Weet u nu niet zeker of u groot licht voert? Kijk dan of het blauwe verlichtingssymbool op uw dashboard brandt. Gebruik geen groot licht tijdens mist, want uw zicht wordt dan minder.
Stadslicht wordt gebruikt bij het parkeren en wordt daarom vaak parkeerlicht genoemd. Je gebruikt het binnen de bebouwde kom als er geen of weinig straatverlichting is, en het is verplicht als je 's nachts of overdag bij slecht zicht parkeert buiten de bebouwde kom of naast de rijbaan.
De verschillende soorten autoverlichting op een rij. Tegenwoordig is er een breed scala aan typen autoverlichting verkrijgbaar. Naast de traditionele gloeilampen die van oudsher auto's geplaatst worden, kun je tegenwoordig ook kiezen voor onder andere led en xenonverlichting.
Het is in Nederland niet verplicht om overdag verlichting te voeren, maar kan de zichtbaarheid wel bevorderen. Als u dagrijverlichting heeft, staan niet automatisch uw achterlichten aan.
Automatisch groot licht is een systeem dat met een camerasensor boven aan de voorruit de koplampen van tegenliggers of de achterlichten van voorliggers registreert en automatisch overschakelt van groot licht naar dimlicht. Automatisch groot licht is te activeren met de draairing van de stuurhendel in stand .