De redder kan er ook voor kiezen om niet het water in te gaan en een zogenaamde droge redding uit te voeren. Hiervoor kan hij een contactmakend hulp- of reddingsmiddel gebruiken. Deze gooit de redder naar de drenkeling waarna de drenkeling het reddingsmiddel vastpakt.
Als eerste opleiding is er Junior Redder 1-4.
Maar ook door te zwemmen met een redvest of te drijven op plastic zakken. En daarnaast leren we al anderen te redden door bijvoorbeeld een touw te gooien, een tuinslang of een reddingsklos. Dit is wat een 'droge redding' genoemd word omdat de redder op de kant blijft staan.
Reddingszwemmen leren
Indien gekozen voor een droge reddingsactie staat de redder aan de kant en gebruikt een reddingsmiddel om de drenkeling aan de kant te trekken. Bij een natte reddingsactie springt de redder het water in en pakt deze de drenkeling door middel van één van de vervoersgrepen het water uit.
Een droge redding uitvoeren met behulp van een hulpmiddel. Een volwassene instructies geven om een adequate alarmering (via 112) te maken. Te water springen met een redding-/zwemvest aan en vervolgens 30 seconden in de HELP-houding drijven. Minimaal 11 meter onder water zwemmen.
Roep om hulp, bel of laat 112 bellen. Denk om je eigen veiligheid: Hou er rekening mee dat het slachtoffer je onder water kan trekken. Ga alleen zelf het water in als er geen andere mogelijkheid is om iemand te redden, zoals een reddingsboei, touw of stok.
Soms krijgen kinderen tijdens het zwemmen een slok water binnen, op het eerste zicht zonder erg. Een paar uur later kan het echter ademhalingsmoeilijkheden waarvoor het naar spoed moet.
Zodoende worden bij drenkelingen altijd gestart met vijf initiële beademingen en worden vervolgens borstcompressies met beademingen gecombineerd. Doel hiervan is om het ontstane zuurstoftekort terug te dringen. Tijdens redding in het water kan (indien getraind) al gestart worden met het geven van beademingen.
Veel vaker komt water in de maag. Bij drenkelingen moet je daarom altijd eerst beademen, vaak lukt het niet omdat er nog sprake is van de keelkramp, na enig aanhouden 4 tot 7 beademingen wordt deze keelkramp opgeheven en kun je effectief beademen, je merkt dat direct.
Een hoeveelheid water komt in de longen terecht, waardoor de longblaasjes beschadigd raken. Er ontstaat dan een zuurstoftekort in het lichaam. Als de hersenen een tijdje onvoldoende zuurstof krijgen, zal de persoon het bewustzijn verliezen.
De redderssprong gaat als volgt: men staat aan de rand van het water en strekt de armen zijwaarts. Dan plaatst men een been naar achter terwijl men door het andere buigt. Vervolgens springt men in die houding in het water door het achterste been naar voor te brengen. Eens de armen het water raken slaat u deze dicht.
Direct gevolgd door 25 meter samengestelde rugslag, Direct gevolgd door 50 meter schoolslag, met de ogen boven water, Direct gevolgd door 25 meter rugcrawl, Aansluitend uit het water klimmen zonder gebruik te maken van een trapje.
Drenkelingen die lange tijd in het water hebben gelegen en nog bij bewustzijn zijn, moeten voorzichtig horizontaal uit het water gehaald worden. Dit om het lichaam te laten wennen aan het wegvallen van de waterdruk. Houd ook rekening met onderkoeling van het lichaam.
- Eendenduik:
Techniek: Op het ogenblik dat je je hoofd naar beneden knikt, slaag je met beide benen en armen gestrekt naar beneden. Door de rotatie en het principe van actie en reactie komt je zitvlak uit het water en je benen boven je lichaam. Het gewicht van je benen boven water duwt je naar de bodem.
Gasping is een reflex van het lichaam als reactie op een laag zuurstofgehalte in de hersenen. Gasping kan er op allerlei manieren uit zien. Dat hangt ook een beetje af van hoe lang de circulatiestilstand al duurt. Het wordt vaak beschreven als een schokkende, onregelmatige en/of luid snurkende ademhalingsbeweging.
Start direct met reanimeren
Bij waarneming van gaspen zal direct een reanimatie gestart moeten worden. Schakel ook direct 112 in. Let op: een reanimatie bij een drenkeling is anders dan regulier. Start de reanimatie eerst met 5 beademingen om zuurstof toe te voeren.
Bij gasping, ook wel een agonale ademhaling genoemd, is het van belang direct 112 te bellen, te starten met de reanimatie en een AED aan te sluiten.
Bij secondary drowning komt er vocht vanuit de eigen bloedbaan in de longblaasjes terecht. Dit bemoeilijkt de uitwisseling van zuurstof en kooldioxide. Daardoor krijgt een kind moeite met ademen, raakt hij versuft en vermoeid en voelt hij zich lamlendig.
Het verdrinkingsproces duurt gemiddeld drie tot vijf minuten. Daarvan is het slachtoffer maximaal anderhalve minuut bij bewustzijn. In de eerste fase (de noodfase) kan een zwemmer of drenkeling mogelijk nog rationeel handelen en zijn mond boven water houden. Alleen dan kan hij spartelen en wellicht om hulp roepen.
Late verdrinking, eigenlijk een complicatie aan de longen, kan gebeuren tot zes uur nadat iemand uit het water is gehaald. Vaak zijn jonge kinderen slachtoffer. Even kopje onder kan genoeg zijn.
Wanneer je een slachtoffer van verdrinking ziet en wilt helpen, aarzel dan geen moment en bel direct met het alarmnummer 112. Hoewel de neiging om zelf in het water te springen om de persoon in kwestie te redden waarschijnlijk groot is, kun je dat beter niet doen als je zelf niet getraind ben in reddingszwemmen.
Laat de drenkeling naar de kant, boot of ponton zwemmen, geef aanwijzingen waar je de drenkeling uit het water wilt halen. Trek de drenkeling met het liefst met twee man weer aan de kant. (Let op: door al het water kan de drenkeling zwaar zijn.) Controleer of de drenkeling gewond is.
Iemand die verdrinkt oogt van een afstand vaak eerder kalm dan paniekerig. Meestal hangt de drenkeling rechtop in het water, met de armen zijwaarts uitgestrekt en zonder de benen te bewegen. Het hoofd hangt naar achteren en de mond komt af en toe onder water. De ogen zijn vaak wijd opengesperd.