Een antisociale persoonlijkheidsstoornis betekent dat iemand diep van binnen weinig of geen respect heeft voor anderen en hun rechten. Dit wordt ook wel psychopathie, sociopathie of dissociale-persoonlijkheidsstoornis genoemd. Een antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) begint meestal rond de leeftijd van 15 jaar.
Als je een antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) hebt, vertoon je antisociaal gedrag. Je kunt roekeloos, agressief, prikkelbaar, impulsief en onverschillig overkomen. Rekening houden met (de gevoelens van) anderen is lastig en regels worden vaak niet nageleefd.
Bij een persoonlijkheidsstoornis zijn bepaalde eigenschappen erg aanwezig. U bent bijvoorbeeld extreem gevoelig voor kritiek, u heeft heel erge bindingsangst of verlatingsangst, u doet dingen zonder na te denken, u bent erg afhankelijk, perfectionistisch of verlegen.
Er kunnen meerdere oorzaken zijn waardoor iemand een antisociale persoonlijkheidsstoornis ontwikkelt. Zo spelen genetische factoren bijvoorbeeld een rol.De stoornis komt meer voor bij eerstegraads familie (ouders, broers, zussen of kinderen).Ook de omgeving kan een rol spelen.
Het lijkt erop dat antisociale persoonlijkheidsstoornis niet te genezen is. Maar met psychotherapie kunnen sommige symptomen wel verminderen.
Zowel geadopteerde als biologische kinderen van ouders met een antisociale persoonlijkheidsstoornis hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een somatisch-symptoomstoornis en op verslaving.
Je arts kan medicatie voorschrijven, zoals antidepressiva of anti-epileptica, die je kunnen helpen in het reguleren van impulsiviteit en agressiviteit. In bepaalde gevallen kunnen antipsychotica nuttig zijn.
De meest voorkomende persoonlijkheidsstoornissen zijn de borderline-, vermijdende- en andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. Het natuurlijk beloop (zonder behandeling) van een persoonlijkheidsstoornis verschilt sterk per persoon en per type stoornis.
Het ontstaan van een persoonlijkheidsstoornis heeft te maken met erfelijkheid, aanleg en omgevingsfactoren. Je aanleg en wat je leert van anderen bepaalt namelijk hoe je omgaat met je gevoelens en emoties. Dit heeft weer invloed op hoe jij met bepaalde situaties omgaat.
Deze problemen leiden tot stoornissen in het functioneren op diverse terreinen zoals in je relaties en op het werk. De meeste persoonlijkheidsstoornissen zijn goed te behandelen. Dat wil zeggen dat veel klachten door behandeling aanzienlijk kunnen verbeteren.
Ja, gelukkig wel. Persoonlijkheidsstoornissen kunnen goed behandeld worden met bijvoorbeeld Schematherapie en MBT (Mentalization Based Treatment). De duur van de behandeling verschilt van persoon tot persoon. Sommigen cliënten zijn in een aantal maanden geholpen, bij anderen kost het meer tijd.
Meestal is er sprake van een combinatie van biologische, psychologische en sociologische factoren. Door de combinatie van erfelijke kwetsbaarheid, je bestaande persoonlijkheid en een negatieve ervaring of door negatieve invloed van je omgeving kun je een persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen.
Asociaal gedrag is een vorm van deviant gedrag waarbij geen rekening wordt gehouden met andere mensen of de omgeving. In Nederland wordt in het dagelijkse taalgebruik iemand die asociaal gedrag vertoont vaak een 'aso', 'hufter' of, sinds 2005, 'tokkie' genoemd; in Vlaanderen wordt de term 'marginaal' gebruikt.
Wie asociaal is, is hardvochtig, veroordelend over anderen, onbeschaafd, onfatsoenlijk, niet aangepast aan de normen van de maatschappij, moeilijk opvoedbaar, lomp, bruut, grof.
Er is niet genoeg zelfvertrouwen om zelf iets te ondernemen of beslissingen te nemen en er is constant de bevestiging en geruststelling van anderen nodig. Iemand met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis heeft een laag gevoel van eigenwaarde en enorm de behoefte om verzorgd te worden.
Wat is een dissociatieve persoonlijkheidsstoornis? Iemand met een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) heeft meerdere persoonlijkheden. De klachten kunnen per persoonlijkheidstoestand verschillen. Bij iedere persoonlijkheid hoort ander gedrag en soms ook stemgeluid, smaak of stijl.
Een bipolaire stoornis of manisch-depressieve stoornis kenmerkt zich door voorkomen van 'tegenovergestelde' stemmingen.
Hij of zij durft zich in gezelschap niet of nauwelijks open te stellen en vindt het lastig om zichzelf te laten zien aan anderen. De angst om iets verkeerds te doen of te zeggen heeft tot gevolg dat lange tijd de kat uit de boom wordt gekeken. Soms wordt gezegd dat deze persoon een vermijdingsstoornis heeft.
De antisociale-persoonlijkheidsstoornis komt voor bij 0,2-3,3% procent van de Nederlanders. De aandoening komt vaker voor bij mannen en openbaart zich meestal vanaf hun vijftien jaar.
Vroeger werd de antisociale persoonlijkheid wel psychopaat of sociopaat genoemd. De essentie is een patroon van geen rekening houden met en het met geweld schenden van de rechten van anderen. Als kind is er is er vaak sprake van agressief en destructief gedrag.
De boosheid verdwijnt, maar als het opstandig- en agressief gedrag vaker voorkomt en langer aanhoudt, kan er sprake zijn van ODD. Net als bij ADD en ADHD zit er geen leeftijd gebonden aan ODD. De stoornis kan zich namelijk voortzetten op een latere leeftijd.
Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis zijn vaak heel charmant en innemend, maar ze kunnen door impulsiviteit en gebrek aan inlevingsvermogen snel in conflicten terechtkomen. Ze zijn niet bang aangelegd en hebben moeite de consequenties van hun handelingen in te zien.
Er zijn geen duidelijke oorzaken aan te wijzen voor de aanwezigheid van ODD.Er wordt uitgegaan van een combinatie van aanleg en omgevingsfactoren. Zo kan het aangeboren temperament van een kind een rol spelen, maar ook aandachtsproblemen, impulsiviteit, pesten en gepest worden of een inconsistente opvoeding.