De grote teen (hallux) noemen we dig 1. De kleinste teen aan de buitenkant noemen we dig 5. Als we het over de digitus hebben is het dus belangrijk dat we erbij zeggen of het om de hand of de voet gaat.
Digitis-I (dig-I) = de duim. Digitis-II (dig-II) = de wijsvinger. Digitis-III (dig-III) = de middelvinger. Digitis-IV (dig-IV) = de ringvinger.
Het zijn er vijf in totaal, voor elke vinger één. Ze worden aangeduid met een Romeins cijfer waarbij de duim de I krijgt en de pink de V. De vingers liggen In het verlengde van de middenhandsbeentjes.
Het gedeelte van de handpalm net naast de duim wordt muis genoemd. De gemiddelde lengte van een volwassen mannenhand is 189 mm, terwijl die van een vrouwenhand 172 mm is. De gemiddelde handbreedte voor volwassen mannen en vrouwen is respectievelijk 84 en 74 mm.
Van de vingerkootjes (phalanges manus) zijn er 14 stuks. De hand heeft dus 8 + 5 + 14 = 27 beenderen/botten (ossa).
Vingers zijn dingen die aan je hand zitten vingertoppen zitten aan je vingers. Een mens heeft 5 vingers. Iedere vinger heeft 3 vingerkootjes, behalve je duim, deze bestaat uit 2 kootjes.
Falanges: De botten van de vingers en de tenen . Er zijn over het algemeen drie falanges (distaal, midden, proximaal) voor elke vinger, behalve de duimen en grote tenen. Het enkelvoud van falanges is falanx.
Gelukkig verschilt de dikte van de vingers van je rechter- en linkerhand bijna altijd . Ben je rechts dan zijn de vingers van je rechterhand dikker, ben je links, dan zijn de vingers van je linkerhand dikker. Vaak zit er een maat (1mm) verschil in. Ook warmte en kou hebben invloed op de dikte van je vingers.
De maximale waarden voor mannen is 54 kg op een leeftijd tussen 30 en 49 jaar. Voor vrouwen is dat 34,5 kilo bij een leeftijd van 35-44 jaar. Gemiddelde waardes op 65-69 jarige leeftijd zijn 44 kilo voor mannen en 28 kilo voor vrouwen.
De menselijke hand heeft doorgaans vijf vingers: vier vingers plus één duim . Deze worden vaak gezamenlijk aangeduid als vijf vingers, waarbij de duim als één van de vingers wordt beschouwd.
Op het oog geen massieve krachtpatser, maar 'klein pinkje' kan je meer kracht leveren dan je denkt. Het is dan ook een grote fout om je kleinste vinger, bij oefeningen waar een goede grip is vereist, over het hoofd te zien. Je pink is namelijk één van de sterkste en belangrijkste vingers.
Past één vinger in de baarmoedermond, dan is dit 1 centimeter ontsluiting, met 2 vingers is het 3 centimeter ontsluiting, kan ze een V maken, dan is het 4 centimeter, en zo verder.
Tenen hebben geen naam
Nee, dat soort namen voor de middelste drie tenen aan je voeten bestaat niet in het Nederlands. Artsen en wetenschappers gebruiken er de Latijnse benamingen voor. Hierbij heet de grote teen Digit I Pedis, de teen daarnaast Digit II Pedis, enzovoort.
Van lateraal naar mediaal heten ze duim (cijfer 1), wijsvinger (cijfer 2), middelvinger (cijfer 3), ringvinger (cijfer 4) en pink (cijfer 5).
De duim noemen we digitus 1 en we tellen dan door naar digitus 5, dat is de pink. Elke vinger heeft ook nog zijn eigen Latijnse naam, maar deze worden in de praktijk zelden gebruikt.
Ga in een comfortabele, zittende positie zitten met je lichaam ontspannen. Hef je handen op en buig je vingers zo ver mogelijk naar buiten, en knijp je handen tot vuisten. Herhaal dit zo vaak als je kunt gedurende een interval van 30 seconden. Probeer eens per dag handoefeningen te doen.
Gemiddelde ringmaat is 54
De meest verkochte ringmaat voor damesringen is maat 54. Meer dan 80% van alle dameshanden past een ringmaat die varieert tussen maat 48 en 56. De meerderheid van de mannen dragen ringen in de maten 57 tot 62.
U krijgt zo een goed beeld van de vingeromtrek, wat cruciaal is voor het draagcomfort van een ring. Vingers zijn van de linker- en de rechterhand verschillend in dikte. Dit klinkt alledaags, maar wordt een probleem als de ring niet past.
De 'M' in de handpalm staat symbool staan voor geluk en voorspoed in alles wat je maar wilt gaan bereiken.
Uw handen: Er zijn een paar manieren om uw handen te gebruiken. Eén methode is om te meten vanaf de lijn op uw pols tot aan het puntje van uw middelvinger – goed voor het meten van lange oppervlakken. Voor kortere afstanden meet u de lengte van uw pink.
Gebruik een flexibel meetlint om de omtrek van je hand te bepalen. Hou één uiteinde tussen je duim en wijsvinger en wikkel het meetlint om je handpalm, net onder je knokkels. Zorg dat het meetlint goed aansluit.
De vingerkootjes zijn het uiteinde van de handen. In het Latijn worden deze phalanges (Nederlands: falangen) genoemd. Anatomisch gezien bestaan de vingers uit drie soorten falangen: de proximale falanx, het dichtst bij de handrug.
falanx \FAY-lanks\ zelfstandig naamwoord. 1: een groep zwaar bewapende infanterie in het oude Griekenland, gegroepeerd in dichte, diepe rijen en rijen ; in brede zin: een groep troepen in dichte gelederen. 2: een van de vingerkootjes in de hand of voet van een gewerveld dier.
Elke vinger bestaat uit 3 kleine botten, de vingerkootjes genaamd (alleen de duim heeft er maar 2). Tussen deze vingerkootjes zitten kleine scharnieren (gewrichten) die er voor zorgen dat de vinger kan buigen en strekken. De gewrichtjes liggen ongeveer op de hoogte van de dwarse vingerlijnen.