Destructief en constructief recht Men spreekt van destructief recht wanneer dit tegoed ten koste gaat van onschuldige derden. Er is sprake van een nieuw onrecht. Zo ontstaat een roulerende rekening: mensen die beschadigd zijn, beschadigen vaak zichzelf, anderen, of de maatschappij.
Destructief recht, is een begrip uit de contextuele benadering en kan ook wel uitgelegd worden als het gevolg van een onbalans in het geven en ontvangen, waardoor iemand gerechtigd is om verongelijkt te zijn. Er is iets gebeurd in iemands leven waardoor er een ongelijkheid, een onbalans is ontstaan.
Het contextuele gedachtegoed gaat ervan uit dat een mens nooit op zich bestaat, maar steeds verbonden is met zijn of haar ruimere context (ouders, broer(s) /zus(sen het gezin, de kinderen, grootouders, kleinkinderen, vrienden, collega's...).
Nagy onderkende evenwel dat de relationele context van de mens vanuit meer dan uitsluitend een relationeel-ethisch perspectief moest worden belicht. Hij onderscheidde aanvankelijk vier dimensies in die relationele werkelijkheid: de feitelijke werkelijkheid, de psychologie, de transacties en de relationele ethiek.
Het contextuele gedachtegoed gaat ervan uit dat een mens nooit op zich bestaat, maar steeds verbonden is met zijn of haar ruimere context (ouders, broer(s) /zus(sen het gezin, de kinderen, grootouders, kleinkinderen, vrienden, collega's...).
Destructief recht is een ethisch gegeven. Het is niet zichtbaar, het is niet meetbaar. Of het schadelijk is hangt af van hoe je ermee omgaat. We spreken van constructief recht wanneer mensen het geleden onrecht weten om te buigen naar recht voor de toekomst.
In tegenstelling tot destructief onderzoek, waarbij beschadigingen van het object plaatsvinden, kan NDO op het gehele object plaatsvinden. Sinds het begin van de twintigste eeuw zijn er diverse onderzoekstechnieken ontwikkeld, onder andere door de ontwikkeling van de elektrotechniek en elektronica.
Het tegenovergestelde van constructief is destructief.
'Wat ik vaak zie bij een destructief conflict is dat er geen vertrouwen meer is tussen mensen en dat ze daardoor niet meer (effectief) met elkaar communiceren. Zo wordt hun eigen mening de waarheid. En komen ze er samen niet meer uit.
Letterlijk betekent het woord destructie volgens de dikke van Dale: ”totale vernietiging of verwoesting”. Bij destructie van uw (huis)dier is er sprake van een efficiënte en duurzame verwerking van afval wat geld kost voor de vervuiler en geld oplevert voor de verwerker en de tussenhandelaren.
Destructief leiderschap is het systematisch en herhaald gedrag van een direct of hoger leidinggevende dat de belangen van de organisatie schendt door het ondermijnen of saboteren van doelen, taken, middelen, alsmede de effectiviteit en/of motivatie, het welbevinden of werktevredenheid van de medewerkers.
Destructief onderzoek is een overkoepelende naam voor verschillende tests, om de kwaliteit van verschillende materialen te garanderen. Bij destructief onderzoek worden delen van het materiaal afgebroken of beschadigd, om zo te kunnen bepalen of het aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet.
Het gaat over de negatieve impuls van jezelf pijn doen. Fysiek, mentaal of emotioneel. Het staat jezelf waarderen in de weg, om vooruit te komen, om te erkennen wat je kan/toe in staat bent. Het perspectief ligt vooral op al het negatieve.
Zelfdestructief gedrag kan verschillende oorzaken hebben. Het draait vaak om het hebben van negatieve gedachten en hoe je daarmee omgaat. Gedachten bepalen gevoel, dus deze negatieve gedachten veroorzaken negatieve emoties die op haar beurt weer een specifieke negatieve gewoonte tot gevolg kunnen hebben.
We spreken van constructief recht wanneer mensen het geleden onrecht weten om te buigen naar recht voor de toekomst. Bijvoorbeeld als kind van een vechtscheiding, kies je om later hulpverlener te worden en families te ondersteunen die het moeilijk hebben.
Bij defensieve coping vermijd of ontken je het probleem en probeer je emoties te beïnvloeden. Een (destructieve) defensieve copingstrategie is bijvoorbeeld jezelf (continu) afleiden, het wegduiken in verslavingen of het uiten van negatieve emoties (zoals agressie) tegen een ander.
Een destructieve relatie wordt gekenmerkt door negatieve patronen en gedragingen die schadelijk zijn voor één of beide partners. Deze patronen kunnen variëren van emotioneel misbruik en manipulatie tot fysieke agressie.
Geef de gebeurtenis en je gedachten, gevoelens en handeling aan (zelfdestructief of niet). Probeer of je baat hebt bij het communiceren met een hogere macht, als je gelooft in een macht groter dan jezelf. Zoek professionele hulp [1]. Het is belangrijk om te weten dat je niet alleen bent en dat er hulp beschikbaar is.
Zorg dan dat je (professionele) hulp zoekt. Je huisarts kan je doorverwijzen naar een psycholoog, maar het kan ook al helpen met iemand in je omgeving over je zelfdestructieve gedachten te praten.
Indirect gedrag is geen synoniem voor passiviteit of traagheid maar zegt iets over hoe iemand iets binnen laat komen. Indirecte mensen tonen introvert gedrag, zoeken naar zekerheid en hebben informatie nodig voor ze op gang komen. Als ze eenmaal op gang zijn kunnen ze hard werken. Directe mensen tonen extravert gedrag.
Niet destructief onderzoek is vooral benodigd bij onderdelen die onvoldoende visueel te beoordelen zijn. Denk hierbij aan grote tandwielen of stalen oppervlakken. Scheurvorming van dergelijke onderdelen is vaak niet met het oog waar te nemen.
Destructieve gevelinspectie
Tijdens een destructief onderzoek worden (meestal) alle onderdelen van een gevelinspectie verricht, dus ook de visuele inspectie. Echter wordt tijdens een destructief onderzoek ook de binnenzijde van de gevel geïnspecteerd.
Een toxische leider komt controlerend en passief over en biedt geen structuur noch visie. Hij of zij heeft blinde vlekken voor de behoeftes van de medewerkers. Hierdoor loopt meer dan de helft van hen (54%) risico op een burn-out. En dreigt 38 procent zelfs elk moment uit te vallen.
De vier leiderschapsstijlen volgens Hersey en Blanchard
Ken Blanchard hield het redelijk compact met vier stijlen: sturend, coachend, steunend en delegerend. Welke stijl passend zou zijn, is volgens hem afhankelijk van hoe competent medewerkers zijn in de uit te voeren taken.