Een spirobuis (ook wel spiralobuis of spiraliet buis) wordt gebruikt voor het aan- en afvoeren van lucht. Deze buis kan gebruikt worden voor een WTW-unit, mechanische ventilatie, rookgas afvoer en natuurlijke ventilatie. De spirobuizen zijn overal in huis te gebruiken.
Een ventilatiebuis of ventilatiekanaal van kunststof wordt gebruikt voor het aan- en afvoeren van lucht. Deze buis raden wij vooral aan voor het afvoeren van de lucht uit een afzuigkap of een badkamerventilator. Dit komt door het gebrek aan brandwerendheid van kunststof. De buizen zorgen voor overspraak.
Ronde ventilatiekanalen
In woningen wordt vaak diameter 125mm, 160mm of 180mm toegepast. Vaak worden spiraalbuizen ook gebruikt als rookgasafvoer omdat ze hittebestendig zijn. Ronde ventilatiekanalen zijn ook gekend als spiraalbuizen of spirobuizen.
Voor een gegalvaniseerd kanaal met een diameter van 125 mm kan u dus 176 m3/u luchtdebiet verplaatsen met een snelheid tot 4 m/s. Dit debiet is voldoende om verschillende monden op aan te sluiten.
De maximale capaciteit van de wtw is 400 m3/uur.
Voor een kanaal van 160mm geeft dit ongeveer 20100mm² of 0,0201m². Als je door dit kanaal een 75m³/uur wilt ventileren zal je een snelheid van 1,04m/s hebben. Je kan deze snelheid berekenen door 75 m³/ uur te delen door 3600 seconden /uur. Dit geeft 0,02083m³/seconde.
Normaal gesproken kan er over een buis van 125mm maximaal 225 M/h.
Een van de meest gebruikte soorten is de spiraalkoker. Dit zijn ronde gegalvaniseerde stalen ventilatiebuizen met een diameter tussen de 80mm en 200mm. In woningen worden ze vaak toegepast met diameter 125mm, 160mm of 180mm.
Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de volgende formule: Lengte x breedte x hoogte van de badkamer (in meters) x 10. Voor de afzuiging van een badkamer van 4 meter lang, 2 meter breed en een hoogte van 2,5 meter heeft u dus een capaciteit nodig van 4x2x2.5 x 10 = 200m3/h.
Spirobuizen zijn gegalvaniseerde ronde luchtkanalen voor de aan- en afvoer van lucht.
Wat het Bouwbesluit zegt over ventilatie
Per persoon dient er een minimale luchtverversing te zijn van 25 m³. Dit wordt bij een woonruimte berekend op basis van vloeroppervlakte en bij een utiliteitsgebouw (zoals kantoorruimte, schoollokalen en winkels) op basis van het aantal personen waar de ruimte voor bedoeld is.
Voor een woonkamer moet de ventilatiecapaciteit minimaal 0,9 dm3/s per m2 vloeroppervlakte zijn, met een minimum van 7 dm3/s. Voor een badkamer moet de ventilatiecapaciteit minimaal 14 dm3/s zijn. Voor een keuken moet de ventilatiecapaciteit minimaal 21 dm3/s zijn.
Om dit te berekenen, verdeel je de berekende ventilatiecapaciteit door het aantal verblijfsruimtes in het verblijfsgebied. Voorbeeld: Indien je drie verblijfsruimtes hebt, verdeel je de berekende minimale ventilatiecapaciteit van het verblijfsgebied (27 dm3/s) door 3.
Het bouwbesluit eist dat wordt voldaan aan een ventilatiecapaciteit van tenminste 0,9 dm³/s per m2 (0,9 liter per seconde per vierkante meter vloeroppervlak) met een minimum van 7dm³/s, waarvan minimaal 50% rechtstreeks van wordt toegevoerd.
Voor goede ventilatie moet de lucht in huis vrij kunnen stromen. Elke binnendeur moet minstens 1,5 cm ruimte onder de deur hebben. Een alternatief is een ventilatierooster in de binnendeuren. Vooral in de keuken en badkamer moet je extra ventileren.
Om uw huis goed te ventileren moet u dag en nacht voldoende ventilatieroosters en klepraampjes openzetten. Ventileer vooral na het koken, douchen en slapen. Alleen luchten (zoals de ramen korte tijd openzetten) is niet genoeg.
De hoeveelheid lucht die moet toegevoerd worden (in m³/h) is afhankelijk van de oppervlakte van de ruimte. Per vierkante meter moet er 3.6 m³/h lucht worden toegevoerd. Voor een slaapkamer en een bureau/speelkamer mag dit beperkt worden tot 72 m³/h en voor een living mag dit beperkt worden tot 150 m³/h.
Algemene regel. Het minimaal geëiste ontwerpdebiet bedraagt 3,6 m³/h per m² vloeroppervlakte van de ruimte. Om te beletten dat er in kleine ruimtes te weinig geventileerd wordt, bevat de norm ook per ruimte een minimum toevoer- en afvoerdebiet dat moet gehaald worden.
Luchten: zet minstens 1 keer per dag in iedere kamer tegelijk 15 minuten een raam of buitendeur wijd open. Je kunt dit het beste 's morgens doen of 's avonds vlak voor het slapengaan. De verwarming kan dan even laag. Ventileren: zet altijd alle ventilatieroosters open.
Door middel van een debietmeter kan de luchtdebiet per ruimte gemeten worden waaruit blijkt wat de inblaashoeveelheid verse lucht bedraagt. Deze wordt getoetst aan eerdergenoemde richtlijn. Er wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde Balometer.
9. Wat is de beste plaats voor toe- en afvoerventielen? De minimale afstand tussen toe- en afvoerventielen bedraagt één meter. Kortsluiting of een te hoge luchtsnelheid wordt dan voldoende voorkomen.
Luchtdebiet is de hoeveelheid lucht dat in een bepaalde tijdseenheid verplaatst wordt. De capaciteit van een luchtreiniger met ventilator wordt met behulp van het luchtdebiet weergegeven, bijvoorbeeld 300 m3/h (staat voor 300 kuub lucht per uur). Het is de hoeveelheid lucht dat door de luchtreiniger wordt gevoerd.