De zin van een vector zegt naar welke kant de vector wijst. Dat kan bijvoorbeeld "naar links", "naar rechts", of "naar beneden" zijn.
Richting (F: direction) is hierbij de oriëntatie van de lijn waarop een en ander gebeurt, zin (F: sens) is dan op die lijn de ene of de andere kant op. Of, in een cirkeltje, dan ga je in wijzerzin of tegen wijzerzin.
Een vector wordt in geometrie en fysica gebruikt om fysische grootheden aan te geven die richting en grootheid hebben. Denk aan snelheid, verplaatsing,versnelling en kracht.
De zin van zegt naar welke kant wijst. Dat kan bijvoorbeeld "naar links", "naar rechts", of "naar beneden" zijn. Naast een grootte, richting en zin, heeft een krachtvector ook een aangrijpingspunt. Het is namelijk ook belangrijk om te zeggen waar de kracht uitgeoefend wordt op het voorwerp.
Vectoren in de fysica geven info over het aangrijpingspunt, de grootte, zin en richting.
In symbolen noteren we een krachtvector als een F met een pijltje boven: ⃗ F . Voor de duidelijkheid gaan we bij krachten soms in de index (rechts onderaan) aangeven wie of wat de kracht levert en op wie of wat de kracht aangrijpt.
De z van Fz
Die geeft aan om welke kracht het gaat, in dit geval de zwaartekracht. Er zijn namelijk veel verschillende krachten, zwaartekracht, trekkracht, wrijvingskracht, elektrische kracht enzovoort. Er zijn geen vaste regels voor het gebruik van indices, maar meestal is wel duidelijk wat ze betekenen.
Een kracht is een vectoriële grootheid en heeft een richting, een grootte, een zin en een aangrijpingspunt. De grootte van kracht wordt voorgesteld door het symbool F (naar het Engelse 'force'). Alle vectoriële grootheden hebben naast een grootte ook een richting, zin en aangrijpingspunt.
Als we twee vectoren willen optellen, plaatsen we de staart van de tweede vector aan de kop van de eerste.Vervolgens tekenen we een vector van de vrije staart naar de vrije kop. Die vector is de som van de twee vectoren. Dit kunnen we veralgemenen naar het optellen van meerdere vectoren.
Technisch gezien is een vectorbestand een afbeelding die is opgebouwd uit punten en lijnen die zijn samengesteld uit wiskundige formules. Met andere woorden, een vector wordt gevormd door honderdduizenden kleine lijnen en krommen (ook wel paden genoemd).
Zoals “gewone” positieve getallen ook negatieve tegenhangers hebben, zo heeft een vector ook zijn “negatieve vector” tegenhanger. 5 de negatieve waarde is van –5. Vectoren zijn alleen elkaars negatieve vector als ze even groot en tegengesteld gericht zijn.
In de meetkunde, een deelgebied van de wiskunde, is een eenheidsvector een vector met de norm of lengte 1. In de betrokken vectorruimte moet een lengtebegrip of afstand zijn gedefinieerd, wat het geval is in een genormeerde vectorruimte.
Om de stand van een lijn te beschrijven zijn de twee richtingen waarin de lijn kan worden doorlopen gelijkwaardig. Een richting kan worden gespecificeerd door de stand van de lijn, plus wat wel de "zin" wordt genoemd (een aanduiding van een van de twee mogelijke richtingen).
Een kracht is een vector. Om met een kracht te kunnen rekenen hebben we niet alleen grootte en richting nodig, maar ook een aangrijpingspunt. Anders geformuleerd: Om met een kracht te kunnen rekenen hebben we grootte, richting en werklijn nodig. (Een vector die evenwijdig verschoven wordt is dezelfde vector.
Een vrije vector stellen we grafisch voor door een pijl te tekenen vanaf een (willekeurig) beginpunt met de gegeven grootte, richting en zin naar een daardoor uniek bepaald eindpunt. Een pijl vanaf een ander beginpunt maar met dezelfde grootte, richting en zin stelt dan dezelfde vrije vector voor.
elektrische kracht;magnetische kracht (aantrekken en afstoten);trekkracht, duwkracht;opwaartse kracht (op een voorwerp dat in een vloeistof is ondergedompeld)
De sterke (kern)kracht, sterke interactie of sterke wisselwerking is de sterkste van de vier fundamentele natuurkrachten uit de natuurkunde en is nog ongeveer 100 keer sterker dan de elektromagnetische kracht. Ze is verantwoordelijk voor de stabiliteit van atoomkernen.
Grootheden die geen richting hebben, zoals de temperatuur of massa, worden scalaire grootheden genoemd. Krachten worden getekend als pijlen, met het symbool van de kracht erbij. Deze pijl wordt ook wel een vector genoemd.
Fz = m · g
Hierin is m de massa van het object dat wordt aangetrokken in kilogram, g is de valversnelling op aarde en heeft een waarde van 9.81m/s2. Fz is dan de kracht in Newton waarmee de zwaartekracht het object naar de aarde trekt.
De grootheid "weerstand" (symbool: R) wordt uitgedrukt in de eenheid ohm (symbool: Ω).
Wat is het verschil tussen de elektrische kracht en de elektrische veldsterkte? Het verschil zit hem in de elektrische lading (q). Veldsterkte is de elektrische kracht die er werkt op een lading van 1 Coulomb.
. Men tekent een vector als een pijl, beginnend in zijn aangrijpingspunt. In de verschillende toepassingen wordt onder meer onderscheid gemaakt tussen plaatsvectoren, vrije vectoren, glijdende vectoren en gebonden vectoren.
Waarom is een vector zo belangrijk? Met een vector bestand kun je (zoals eerder aangegeven) oneindig verkleinen en vergroten zonder kwaliteitsverlies. Daarom worden logo's vaak zo opgemaakt. Elke designer kan met een vector uit de voeten.
De term vectorbestand wordt gebruikt voor alle afbeeldingen die je onbeperkt kunt vergroten en verkleinen zonder kwaliteitsverlies. Bij bitmapbestanden (ook wel rasterafbeeldingen genoemd) kan dit niet. Een vectorbestand bestaat uit lijnen (ook wel vectoren of paden genoemd) en een bitmapbestand uit pixels.