Een angst- en piekerstoornis veroorzaakt heftige angsten in het dagelijks leven, zonder dat er echt gevaar is. U maakt zich steeds zorgen over veel dingen. Klachten zijn hartkloppingen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of het gevoel te stikken. Wat helpt is elke dag gezond en regelmatig te leven.
Op momenten dat de angst overheerst, heeft u bijvoorbeeld last van: hartkloppingen, zweten, koude rillingen, duizeligheid, beven. benauwdheid, een vervelend gevoel in de borst. tintelingen of een doof gevoel in handen en/of voeten.
Angst is een gevoel dat optreedt bij dreigend gevaar. De emotie ontstaat als het welzijn van een persoon direct wordt bedreigd, maar ook als een persoon een situatie als bedreigend ervaart. Angsten kunnen kortdurend zijn, maar ook langdurend, soms zelfs levenslang.
Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis, ook wel piekerstoornis genoemd, zijn continu gespannen en piekeren voortdurend. Objectief gezien is er geen reden voor, maar ze zijn constant bang dat er iets vreselijks zal gebeuren.
Als je last hebt van een paniekstoornis, kunnen situaties die voor een ander heel normaal zijn tot zweethanden, angstige gedachten en regelmatig tot paniekaanvallen leiden. Een paniekaanval kan erg heftig zijn. Je kunt het gevoel hebben gek te worden, de controle te verliezen of een hartinfarct te krijgen.
Als u altijd erg bang bent voor de reactie of de kritiek van anderen, heeft u misschien een sociale-angststoornis. U bent bijvoorbeeld bang dat u zich belachelijk maakt als u gaat trillen, blozen of zweten. Alleen al de gedachte dat u naar een etentje of feestje zou moeten, geeft grote angst.
Angststoornissen verdwijnen meestal niet vanzelf, maar je kunt je er goed voor laten behandelen.
Wanneer je angst ervaart, volgt een angstreactie. Bepaalde gebieden van je hersenen worden actief en hierdoor ga je bijvoorbeeld zweten en gaat je hartslag omhoog. Of angst ook een directe oorzaak is van verminderd executief functioneren kunnen we nog niet zeggen. Hiervoor is vervolgonderzoek nodig.”
Ook ben je gevoeliger voor pijn. In die zin maakt stress tal van aandoeningen en kwalen erger, waaronder hoofdpijn en migraine, buikpijn, rugklachten en fibromyalgie, een vorm van reuma. Verder kan stress eerder doorgemaakte psychische problemen opnieuw doen opflakkeren, zoals verslaving, angst en depressie.
Het verschil tussen angst en paniek zit in de duur en hevigheid van de aanval. Bij een angstaanval doemt er ineens een onbehaaglijk gevoel op, wat versterkt wordt door de lichamelijke verschijnselen. Echter, dit heftige gevoel zal bij een angstaanval vanzelf wegebben, mogelijk door het rationaliseren van de symptomen.
Het is een gezonde reactie op dreigend gevaar. Het kan echter gebeuren dat deze gezonde angst 'ongezond' wordt en je angstklachten of zelfs een angststoornis ontwikkelt. Mensen met een angststoornis zijn namelijk óók bang in situaties die geen direct gevaar opleveren.
Medicijnen tegen een angststoornis en depressie (antidepressiva) kunnen helpen bij een paniekstoornis. Voorbeelden zijn citalopram, sertraline, paroxetine of clomipramine. Uw behandelaar legt uit hoe en hoe vaak u de medicijnen moet innemen. Het is belangrijk dat u de medicijnen steeds op tijd inneemt.
Bijvoorbeeld hartkloppingen, een snelle ademhaling, duizeligheid of wazig zien. Deze klachten kunnen extra angst geven. Als u het gevoel heeft dat u er geen controle meer over heeft, dan heeft u een paniekaanval. Een paniekaanval kan een paar minuten tot anderhalf uur duren.
Kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die uw emoties minder sterk maken. Ze helpen vooral tegen angst, zenuwen en stress. Bekende kalmeringsmiddelen zijn benzodiazepinen. Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam.
Zowel mannen als vrouwen die een dosis paracetamol hadden ingenomen, vertoonden minder stress toen ze lazen over iemand die fysieke of emotionele pijn leed en ze voelden ook minder medelijden met die persoon in kwestie.
Wat is een fobie? Een fobie is een angststoornis. Het is een belemmering in je dagelijkse leven. Bij een fobie ben je angstig voor plaatsen, dieren, dingen of situaties waar geen reden voor is, want er is geen aantoonbaar gevaar.
Waarom een sociale-angststoornis ontstaat, is nog niet precies bekend. Waarschijnlijk spelen zowel erfelijke als omgevingsfactoren een rol bij het ontstaan ervan. Voor een klein deel is het erfelijk bepaald of je kwetsbaar bent om een sociale-angststoornis te ontwikkelen.
Een sociale fobie gaat niet vanzelf over, maar is goed te behandelen. Behandeling van de sociale fobie heeft vaak een gunstig effect, dat wil zeggen dat de angst en het vermijdingsgedrag verminderen.
Duloxetine, pregabaline, venlafaxine en escitalopram zijn de best onderzochte, effectieve en goed verdraagbare medicijnen voor de behandeling van een gegeneraliseerde angststoornis. Dat is de conclusie uit een recente meta-analyse in de Lancet.
Gegeneraliseerde angststoornis
Die lijkt veel op een depressie, maar dan met angstgevoelens, zoals zweten en hartkloppingen. Het verschil met andere angststoornissen is dat de angst er constant is en niet ontstaat door een bepaalde situatie. Deze stoornis begint meestal op latere leeftijd, zo tussen de 50 en 60 jaar.
Angststoornissen staan in de top 10 van ziekten met de grootste ziektelast. Mensen met een angststoornis ervaren hun gezondheid als minder goed, hebben over het algemeen meer moeite met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten en een slechtere kwaliteit van leven vergeleken met de algehele bevolking.