Je begint met jouw kindje eerst 3 minuten te laten huilen. Daarna kom je de slaapkamer weer in en stel je jouw kindje gerust door te aaien over rug of buikje en een sussend geluid te maken. Na 5 minuten verlaat je de slaapkamer en wacht dan ongeveer 5 minuten. Dan ga je de slaapkamer weer in om je kindje te kalmeren.
Een slaaptraining is je kind laten wennen aan een vast slaappatroon en manier van inslapen. Baby's hebben bij de geboorte namelijk nog geen echt dag- en nachtritme, dat moeten ze leren. Het ene kind heeft hier meer moeite mee dan het andere. Met een slaaptraining kun je je uk helpen een ritme te vinden.
Cry-it-out methode: vrij vertaald als 'je baby laten uitwenen'. Dit is de snelste methode om je baby te laten stoppen met huilen. Het is wel de meest controversiële methode en je hebt er een sterk hart voor nodig. Je laat je kindje huilen tot het stopt en gaat slapen, hoe lang het ook duurt.
Om in slaap te komen hebben sommige baby's het soms nodig om 5-20 minuten te huilen/ jengelen om vervolgens van het ene op het andere moment in slaap te vallen. Zet eventueel een kookwekker om het jezelf gemakkelijker te maken om deze huiltijd door te komen. Spreek met jezelf af hoe lang je kind mag huilen.
Dat betekent niet dat je hem alleen moet laten maar je kunt wel jouw hulp langzaam gaan afbouwen. Probeer je kindje slaperig in zijn bedje te leggen, maar nog niet helemaal slapend. Blijf dan bij hem en help hem een beetje door even te aaien of zachtjes tegen hem te praten. Pas als je kindje slaapt, ga je weg.
De tekenen van verkeerde slaapassociaties zijn: pas tot rust kunnen komen nadat aan bepaalde voorwaarden is voldaan; niet in kunnen slapen nadat hij 's nachts wakker is geworden; snel inslapen nadat het knuffeldier weer bij hem is gelegd.
Slaapregressie 4 maanden: omrollen. Slaapregressie 8 maanden: zitten en kruipen. Slaapregressie 12 maanden: beginnen met lopen. Slaapregressie 18 maanden: zelfstandig lopen.
Kinderen die gaan huilen als ze in bed worden gelegd zijn meestal kinderen die niet gewend zijn om uit zichzelf in slaap te vallen. Het kortdurende huilen hoort voor hen bij het gewennen aan het zelf in slaap vallen.
Het huilen is meestal een signaal dat hij te moe is of dat er teveel prikkels waren voor bedtijd. Huilen is voor een baby's een manier van communicatie. Ze laten merken dat ze iets nodig hebben of dat ze zich niet goed voelen.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Huilen kan een van de grootste uitlaatkleppen zijn als je aan emotionele wonden lijdt, of een van de beste uitingen van geluk als je iets te vieren hebt. Het kan ook gepaard gaan met geeuwen, een reactie zijn op lichamelijke pijn, of het gevolg zijn van een lachbui. Je kunt zelfs huilen in je slaap.
Dat is de welbekende '5-10 minuten regel', ook wel de gradual extinction of de gecontroleerde uitdoving genoemd.. Hierbij ga je elke 5 minuten terug om je baby of kind te troosten en het aantal minuten voer je stapsgewijs op. `Je laat je baby gecontroleerd huilen.
Tracy Hogg Pick up / Put down ( 0 - 8 maanden )
Pick Up Put Down methode houdt in dat, zodra jouw kleintje van streek is, je hem oppakt uit zijn bedje om hem te kalmeren en zodra hij rustig is, maar nog wel wakker, weer terug in zijn bedje wordt legt.
Met slaaptraining ga je vooral zorgen dat je baby in een juist dag- en nachtritme terecht komt, dit gaat zowel over slapen als voeding, de 2 belangrijkste elementen voor een gelukkige baby. Baby's houden echt van ritme en regelmaat, ze hebben hier zelfs nood aan.
Kinderwekker: vanaf welke leeftijd? Om een slaaptrainer te kunnen gebruiken, moet je kind begrijpen wat er van hem verwacht wordt. Hij moet verbanden kunnen leggen: oogjes dicht is slapen, oogjes open is wakker worden. De meeste kinderen kunnen dit vanaf ongeveer twee jaar.
Baby's van 6 weken hebben een heel duidelijk ritme nodig. Je zorgt voor dat ritme door overdag voor 4 tot 5 uur slaap te zorgen. En houd daarnaast vaste momenten aan waarop je jouw kleine 's avonds naar bed brengt. Op die manier zal je merken dat het ritme van jouw baby van 6 weken ook 's nachts gewoon doorgaat.
Het kan zijn dat je baby een langer slaapje nodig heeft, maar het kan ook goed zijn dat korte slaapjes voor jouw baby voldoende zijn. Hoe weet je dat? Puur door naar je baby te kijken. Als je baby na 30 minuten vrolijk wakker wordt en verder gedurende de dag actief en vrolijk is, dan is er echt niets aan de hand.
Vaak herken je of je baby overprikkeld is: hij valt moeilijk in slaap of wordt juist van elk geluid wakker. Is schrikachtig, extreem alert of huilerig. Je baby wil gedragen worden, of juist niet: elke aanraking is een prikkel teveel en veroorzaakt een ontroostbare huilbui.
Is het alleen wat gepruttel, dan kun je het even aankijken. Als het echt huilen wordt, probeer je baby dan in bed te troosten met wat aaien en door er naast te zitten. Werkt dat niet en gaat je baby harder huilen? Pak je kind dan op om het te troosten en leg het weer neer als het helemaal gekalmeerd is.
6-12 weken een tot maximaal anderhalf uur. 3-5 maanden anderhalf tot twee uur. Hoe ouder het kind wordt, hoe langer de wakker tijd.
Jonge baby's kunnen nog niet zelfstandig in slaap vallen, dit moeten ze nog leren. Hierdoor kunnen ze onrustig worden of gaan huilen als het slapen niet lukt. Ze hebben nog jouw hulp nodig om in slaap te vallen. Zo kan het nodig zijn om je baby in slaap te wiegen of je baby valt in slaap tijdens de voeding.
Als je kindje oververmoeid is, is het erg onrustig. De eerste stap is dus om je baby te kalmeren. Baker je kindje bijvoorbeeld in, schommel het zachtjes heen en weer of gebruik je zangtalent door een slaapliedje te zingen. Dat biedt de basis om je kindje uiteindelijk weer te kunnen laten slapen.
Tijdens een slaapregressie zal je meestal een aantal veranderingen zien in het gedrag en de gewoontes van je baby, zoals: Meer honger en frequenter eten. Regelmatig wakker worden 's nachts. Korte dutjes of zelfs weigeren om te slapen overdag.
Vaak ligt stress, angst of aangeleerd 'onhandig' slaapgedrag ten grondslag of bijvoorbeeld wakker worden door bedplassen. Het kind heeft overdag nauwelijks of geen klachten door het slaapprobleem. Slapen, eten, drinken, poepen en plassen zijn basisbehoeften in een mensenleven.