1 – De vraag in de markt Een markt is het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product. De vraag is de hoeveelheid producten die de klanten willen kopen. Het aanbod is de hoeveelheid producten die de verkopers willen verkopen.
De totale vraag (of: effectieve vraag, actuele vraag) is de optelsom van alle afzet (soms: omzet) in een bepaalde periode.
Een markt is het geheel van omstandigheden waaronder gevraagde en aangeboden hoeveelheden van een bepaald product of een bepaalde dienst verhandeld worden en waar een prijs ontstaat. Het begrip staat centraal in de theorie van de prijsvorming in markteconomieën.
De wet van vraag en aanbod houdt in dat op een competitieve markt de prijs van een product tot stand komt onder invloed van het handelen van kopers (vragers, consumenten) en verkopers (aanbieders, producenten). De prijs evolueert hierbij naar dat niveau waar gevraagde en aangeboden hoeveelheden aan elkaar gelijk zijn.
Vraag = hoeveelheid producten die de klanten willen kopen.Aanbod = hoeveelheid producten die de verkopers willen verkopen.
Een aanbod is een voorstel tot het sluiten van een. » Meer over overeenkomst overeenkomst, gericht tot één of meer bepaalde personen. Het voorstel dient voldoende bepaald te zijn en de wil van de aanbieder om in geval van aanvaarding hieraan gebonden te zijn moet hieruit blijken.
De vraag staat voor de hoeveelheid producten die bij een bepaalde prijs wordt gevraagd. Van bijna alle producten wordt meer gevraagd als de prijs lager wordt: Als een product goedkoper is, wordt het aantrekkelijker in vergelijking met andere producten.
Grondlegger van de klassieke economen, Adam Smith, noemde het The invisible hand.
De vraag op de arbeidsmarkt komt van werkgevers: zij vragen namelijk om arbeid. Je kunt zien hoe groot de vraag is door te kijken naar de werkgelegenheid: de hoeveelheid bezette banen plus het aantal openstaande vacatures. Het aanbod op de arbeidsmarkt komt van de beroepsbevolking: zij bieden namelijk hun arbeid aan.
Zolang vraag en aanbod niet aan elkaar gelijk zijn, zal de prijs van het product veranderen. Als de gevraagde hoeveelheid groter is dan de aangeboden hoeveelheid dan zal de prijs van het product stijgen. De consumenten die voor het product het meest willen betalen, drijven de prijs op.
Een Markt is een plaats waar twee partijen samenkomen om goederen en diensten uit te wisselen. Daarbij is er sprake van een aanbieder en afnemer, dit kan in praktijk een bedrijf en consument zijn (B2C) of twee bedrijven onderling (B2B). Er zijn ook andere vormen mogelijk.
Een markt is een manier om aan te geven hoe de koper en verkoper bij elkaar komen waardoor uiteindelijk de vraag naar, het aanbod van en de prijs van artikelen of diensten worden bepaald.
Actuele en potentiële vraag
De potentiële vraag is de maximale vraag naar een product of dienst die de gehele doelgroep kan hebben, minus de actuele vraag. Een goed voorbeeld hiervan is het totaal aantal huishoudens minus de het aantal gekochte magnetrons door huishoudens in een bepaalde periode.
Een bedrijf kan rechtstreeks verkopen aan buitenlandse klanten (directe marktbenadering). Wanneer u steeds meer verkoopt, naar steeds verder gelegen klanten, kan u andere exportkanalen zoeken. Tussenpersoon kunnen uw bedrijf vertegenwoordigen op de buitenlandse markt (indirecte marktbenadering).
Een initiele vraag is een vraag die wordt gesteld om meer informatie te verkrijgen over een bepaald onderwerp. Het is een open vraag die bedoeld is om gesprekken te beginnen en om meer informatie te verzamelen over een bepaald onderwerp.
De krappe en de ruime arbeidsmarkt geven de verhouding tussen het aanbod en de vraag naar arbeid weer. De vraag naar arbeid staat gelijk aan de werkgelegenheid, het aanbod gelijk aan de beroepsbevolking. Of te wel de vraag die de balans meet is: zijn er veel vacatures of zijn er veel sollicitanten?
Beroepen op mbo-niveau waar veel vraag naar is, zijn onder meer automonteurs, koks en hoveniers. Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) verwacht ook dat de kansen voor mbo'ers op de arbeidsmarkt stabiel blijven, terwijl de krapte op de arbeidsmarkt voor hbo'ers en wo'ers juist afneemt.
Definitie. De p/a ratio geeft de verhouding weer tussen de werkgelegenheid in personen (p) en de werkgelegenheid in arbeidsjaren (a). Als meer mensen in deeltijd gaan werken, neemt de p/a-ratio toe.
De mensen die marktkramen hebben en spullen verkopen zorgen voor het aanbod en de mensen die over de markt lopen om producten te kopen zorgen voor de vraag.
Als de prijs van een product verandert, verandert de vraaglijn niet. Er vindt dan een verschuiving plaats over (langs) de vraaglijn. Er is daarbij sprake van een negatief verband. Als de prijs stijgt, daalt de vraag en als de prijs daalt, stijgt de vraag.
Het aanbod is niet alleen afhankelijk van de hoogte van de prijs. Het aanbod is ook afhankelijk van andere factoren, zoals de kwaliteit van de productiefactoren en de stand van de techniek. Net als bij de vraaglijn veronderstellen we alle factoren buiten de prijs constant (ceteris paribus).
De aanbodlijn verschuift naar rechts wanneer er door de verandering meer aanbod ontstaat bij dezelfde prijs. De aanbodlijn verschuift naar links wanneer er door de verandering minder aanbod ontstaat bij dezelfde prijs. Deze overige aanbodbepalende factoren zijn: het aantal producenten.
De aanbodcurve verloopt stijgend, wegens het positieve verband tussen prijs en aangeboden hoeveelheid. Als enkel de prijs verandert en alle andere factoren die invloed hebben op de aangeboden hoeveelheid (zoals het weer) constant blijven, zal de aangeboden hoeveelheid toenemen bij een prijsstijging.
De effectieve vraag (EV) bestaat uit consumptie door gezinnen (C), investeringen van bedrijven (I), overheidsbestedingen (O) en export (E) minus import (M) (import wordt besteed in het buitenland en leidt tot minder binnenlandse effectieve vraag).