De vormentaal is een onderdeel van de visuele identiteit van een organisatie. Dit kunnen elementen zijn uit het logo of een aanvulling daarop C. De vormentaal is de verzamelingen voor alle fysieke kenmerken die de huisstijl bepalen.
Wat wordt er verstaan onder vormentaal? Dat is de bouw- en beeldhouwkunst samen. Wat wordt er verstaan onder de Grieks-Romeinse vormentaal? Dat is de bouw- en beeldhouwkunst van Romeinen, die gebaseerd was op de Griekse vormentaal.
De Griekse en Romeinse cultuur is eeuwlang nagevolgd. Vandaar dat de Grieks-Romeinse cultuur de klassieke cultuur wordt genoemd. De manier waarop deze cultuur uiting geeft noemen we vormentaal. De Griekse vormentaal werd in de bouwkunst bepaald door Griekse tempels met hun zuilen en timpanen.
Het duurde van 3000 voor Christus tot 500 na Christus. In dit tijdvak behandelen we de tijd van de Grieken, die gevolgd werd door de tijd van de Romeinen. Deze periode duurde van 3000 voor Christus tot 500 na Christus.
Het is de periode in de geschiedenis van de westerse beschaving van de bloeiperiode van de Griekse en de Romeinse beschaving en wordt vaak beschouwd als het beginpunt van die geschiedenis.
In de vruchtbare sikkel, waar ongeveer 10.000 jaar geleden de landbouw werd uitgevonden, ontstond de Sumerische beschaving (ca. 4500 v. Chr.). Deze wordt als de eerste beschaving ter wereld gezien.
De Griekse bouwkunst ontwikkelde zich rond 750-500 v. Chr. en staat bekend om haar indrukwekkende tempels met zuilen. Ze kent drie soorten bouwstijlen: de Dorische, Ionische en Korinthische stijl.
De antieke Olympische spelen
Het idee van de Olympische spelen komt oorspronkelijk uit het oude Griekenland en is dus al meer dan 2000 jaar oud.
Volgens de oude Griekse mythologie waren de eerste Grieken afstammelingen van de god Zeus en zijn vrouw Hera . Historici geloven echter dat de Grieken eigenlijk een groep Indo-Europese volkeren waren die ergens in het 3e millennium v.Chr. vanuit het noorden en oosten naar Griekenland migreerden.
De periodes zijn de prehistorie, oude nabije oosten, klassieke oudheid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd, moderne tijd en de hedendaagse tijd.
tot 500 na Christus wordt vaak de klassieke oudheid genoemd. Dit begrip heeft betrekking op de Griekse en Romeinse beschavingen en laat eerdere Mesopotamische en Egyptische beschavingen buiten beschouwing. Ook andere culturen kennen een oudheid. Voorbeelden zijn de Chinese oudheid, het Perzische Rijk en Meso-Amerika.
Al tijdens de Republiek was het rijk uitgebreid tot in Klein-Azië (nu Turkije), Spanje en Palestina. Caesar had Gallië veroverd en ook Egypte werd later ingelijfd. Nog steeds waren de Romeinen aan het uitbreiden: naar Germanië, Brittannië, de Alpenlanden, de Balkan en het zuidelijk deel van het huidige Nederland.
De romeinen namen de Griekse cultuur die was verspreid in Egypte en West-Azië over en voegde er dingetjes aan toe. Ook namen ze de Griekse goden over. Beelden zijn een goed voorbeeld van de Grieks-Romeinse cultuur.
Moderne Grieken delen vergelijkbare hoeveelheden DNA afkomstig van dezelfde voorouderlijke bronnen als de Myceners , hoewel ze iets minder DNA hebben geërfd van de oude Anatolische boeren en iets meer DNA van latere migraties naar Griekenland.
Verdere analyse toonde aan dat de Minoërs slechts in de verte verwant waren aan Egyptische, Libische en andere Noord-Afrikaanse populaties . De Minoërs deelden het grootste percentage van hun mitochondriale DNA-variatie met Europese populaties, met name die in Noord- en West-Europa.
De Grieken zijn een Indo-Europees volk dat in het tweede millennium v. Chr. vanuit Midden-Europa naar het Helleense schiereiland trok. In verschillende migratiegolven bezetten de Myceners, Ioniërs en Doriërs, deze streek waarbij ze de oorspronkelijke bevolking gedeeltelijk opnamen in hun stammen.
Polis, meervoud πόλεις, poleis, Oudgrieks: πόλις, pólis, oorspronkelijk: burcht, is een zelfstandig naamwoord, door de Grieken gebruikt voor zowel een socio-politiek gegeven, een socio-geografisch gegeven, als voor een burcht, de oorspronkelijke betekenis.
De oudere bewoners van Griekenland, van wie heel weinig bekend is, worden met verschillende namen aangeduid, zoals Kariërs en Pelasgen. De Grieken worden later Hellenen genoemd, naar een Aeolische stam in Thessalië.
Volgens deze lezing kwam de wereld voort uit een enorme gapende leegte, die hij Chaos noemde. Hoe die zelf was ontstaan verklaarde de dichter overigens niet. Chaos werd beschouwd als de oerbron van de schepping, maar werd niet beschouwd als een echte oergod met een persoonlijkheid.
Doriërs (Δωριεῖς), naam van de laatste griekse stam die vanuit het noorden het griekse schiereiland binnendrong (tussen ca. 1150 en 1000 vC; onder druk van de zuidwaarts trekkende Illyriërs?).
Bij de Grieken werden pilaren/zuilen vooral gebruikt als bouwelement. Deze hadden een dragende functie. De Romeinen gingen deze bouwstijlen ook toepassen in hun gebouwen, maar gebruikten ze vaak alleen als decoratie. De Romeinen ontwikkelden de Toscaanse zuil en de Composietzuil.
Een kapiteel of kopstuk is de bekroning, kopstuk of bovenbeëindiging van een zuil, pijler of pilaster, in de regel om de last of kracht op een smaller draagvlak over te brengen, veelal voorzien van beeldhouwwerk.
Na de volken op het Afrikaanse continent zijn zij waarschijnlijk de oudste bevolkingsgroep ter wereld: de Aboriginals. Maar van erkenning in de Australische grondwet is nog altijd geen sprake. De allereerste bewoners van Australië, de Aboriginals, leven al ruim vijftigduizend jaar op het continent.