' Maar als iemand vraagt of je luistert en dan drie losse woorden uit haar relaas herhalen: dat is het tegenovergestelde van luisteren. Het is erkennen dat je het gepraat van de ander vooral beschouwt als een irritant dreinend geluid op de achtergrond, met af en toe een uitschieter.
Valkuil 1: je luistert niet goed
Je denkt te weten wat de ander wil zeggen en gaat het al invullen. Wat kun je eraan doen? Argumentatiespecialist Henri Raven: ,,Luisteren klinkt zo makkelijk, maar blijkt voor veel mensen lastig. Je bedoelt het misschien goed als je iemands zin afmaakt, maar het is irritant.
Een eerste valkuil om bij stil te staan, zijn onbedoelde signalen die afgegeven worden wanneer u uw mond houdt, niet bereikbaar bent, of uw e-mail niet beantwoordt. Maar ook als u iemand constant onderbreekt, niet aankijkt, of alvast een antwoord bedenkt terwijl iemand wat vertelt, communiceert u niet bewust.
Ik noem als valkuil: Alles zelf willen doen. Niets uit handen kunnen geven. Te laat of te weinig om hulp vragen.
Typerend voor een valkuil is: Het gaat altijd over soms (soms of regelmatig stap je in je valkuil) Wat je als zwak ervaart van jezelf (als minpunt) Wat je bij jezelf door de vingers ziet, waar je aan voorbij zou kunnen gaan of waar je de neiging hebt om het goed te praten.
Luisteren vraagt weinig van onze hersencapaciteit. Er is genoeg ruimte over om met onze gedachten af te dwalen. Dat doen we vooral bij mensen die we liefhebben of goed kennen. We denken te weten wat ze gaan zeggen.
Bij passief luisteren hoor je de spreker praten, maar doe je verder niets. Bij actief luisteren gebruik je een patroon waarbij je op een positieve manier betrokken blijft bij je gesprekspartner. Je hoort niet alleen dát er iets gezegd wordt, je probeert ook daadwerkelijk te begrijpen wát er gezegd wordt.
De valkuil is: gemakzuchtig of laks, té snel genoegen nemen met, achteloos, te gemakkelijk ingesteld of te weinig alert en waakzaam.
Kort en krachtig zeggen waar het op staat, is effectief en efficiënt. Iedereen weet waar hij aan toe is bij een direct persoon, hij zegt wat hij bedoelt en bedoelt wat hij zegt. En je kan bij deze persoon zelf ook heel eerlijk en duidelijk zijn, dat vindt hij juist prettig.
Praat vanuit je eigen behoeften en gevoel, niet over wat de ander verkeerd zou doen. Probeer elkaar niet te onderbreken of in de rede te vallen. Praat niet te lang achter elkaar, geef de ander ook de ruimte. Accepteer dat de ander anders is, ook met communiceren.
Mensen met een expressieve stijl zijn, vaker dan mensen met een andere communicatiestijl, druk. Ze zijn vaak spontaan en aanwezig. Ze zitten vol ideeën en flappen er makkelijk van alles uit zonder er eerst goed over na te denken.
Dan wil je betrouwbaar zijn, maar je komt er zelf mee in de problemen. De valkuil van betrouwbaar is er dus wel. Wanneer je te betrouwbaar bent, word je naïef of kwetsbaar. Misschien soms te degelijk, dogmatisch, te principieel of zelfs saai of te braaf.
veeleisend en de lat te hoog leggen: te hoge eisen stellen aan jezelf en een ander. onrealistische verwachtingen hebben van jezelf en een ander. fouten zien als een persoonlijk falen c.q. geen fouten durven maken. het liefst alleen werken: je alleen weet hoe het moet en dan maak je geen fouten.
Als leergierige heb je echter een valkuil waar je makkelijk in stapt. Je zet je nieuwe kennis en vaardigheden nauwelijks in, omdat het meer gaat om het proces van leren dan in de praktijk brengen ervan. Tenminste als je het gevoel hebt dat het niet goed genoeg is.
een groot ego: egocentrisch of egoïstisch. profiteren graag van een ander. denken veel aan zichzelf en zijn niet gericht op een ander. willen best wat voor een ander doen als ze er maar beter van worden.
De valkuil van geduld is er ook en misschien herken je die wel: teveel tijd nemen en geen notie nemen van deadlines. te langzaam werken en niet begrijpen dat er druk is bij anderen of dat er deadlines zijn gesteld. dood gemoederd aan het werk gaan terwijl anderen in de stress zitten omdat iets af moet.
Ongezonde nieuwsgierigheid: valkuil
wanneer je onbescheiden iemand het hemd van het lijf vraagt en vragen stelt waar je niks mee te maken hebt. wanneer je een bemoeial wordt en indringt in iemands privacy. wanneer je vraagziek wordt, ook naar zaken die niet tot jouw verantwoordelijkheid behoren.
Optimisme heeft goede kanten, maar er zijn ook valkuilen. Want als je té positief denkt, kan het gebeuren dat je je problemen negeert, je niet goed voorbereidt, of niet groeit als mens. Alles is rozengeur en maneschijn, denk je, terwijl het eigenlijk niet goed gaat.
Tip 4: Leg hem uit dat je het nodig hebt om te praten.
Dat betekent dat hij zal moeten leren om over zijn gevoelens te praten – of in ieder geval, naar die van jou te luisteren. Een man zal hier nooit zo goed in worden als je moeder of je beste vriendin. Dus als je daarop hoopte, moet ik je helaas teleurstellen.