Waar de gemiddelde hoogte van een plafond nu rond de 2,70 meter ligt, was dat in de jaren '80 en '90 2,40 meter.
De nokhoogte van een woning is het hoogste punt van het dak. De goothoogte is de maat van de gevel, gemeten van het maaiveld tot en met de dakgoot. Bij enkele woningtypen van Groothuisbouw is het mogelijk de nokhoogte en/of de goothoogte aan te passen aan de in het bestemmingsplan geldende eisen.
De gemiddelde hoogte van een woonlaag is in Nederland 2,6 meter. Zoals je ziet, bestaat het complex uit vijf woonlagen. We hoeven nu alleen 2,6 te vermenigvuldigen met 5. Dus het gebouw zal ongeveer zo'n 14 meter hoog zijn.
Hoge plafonds Een authentieke jaren 30-woning heeft plafonds van 3,10 tot 3,20 meter hoog. Bij nieuwbouwwoningen zijn de plafonds lager, namelijk 2,60 meter hoog.
Waar de gemiddelde hoogte van een plafond nu rond de 2,70 meter ligt, was dat in de jaren '80 en '90 2,40 meter. Dat is dus een verschil van maar liefst 30 cm, zo'n verschil valt direct op als u een ruimte binnenkomt. Opvallend genoeg is het niet zo dat de plafonds altijd lager zijn geweest dan nu.
De maatschappij schrijft voor dat leefruimte en keuken een minimale plafondhoogte van 250 cm moeten hebben. Voor slaapkamer en badkamer is dat 240 cm en voor garages en bergingen is dat 220 cm. De vrije hoogte tussen binnentrappen dient minstens 220 cm te bedragen.
Een ruimte wordt tot een bouwlaag gerekend, als het meetelt voor de gebruiksoppervlakte, bijvoorbeeld een kelder, de begane grond, een verdieping of een zolder. Een voor mensen toegankelijke zolder, waarin een netto-hoogte van 1,5 m of hoger voorkomt, is dus een bouwlaag.
Groot, groter, grootst
Meer dan een derde van de huizen heeft een oppervlakte van minstens 250 en maximaal 500 vierkante meter.
De bouwhoogte bepaalt hoe hoog je maximaal mag bouwen. Bouwhoogte is een weinig voorkomende term. Meestal staat in het bestemmingsplan de minimale en maximale nokhoogte en goothoogte. Met bouwhoogte wordt vaak nokhoogte bedoeld.
Op grond van het Bouwbesluit moeten woningen bij nieuwbouw een plafondhoogte hebben van 2,6 meter.
Voor de hoogte van verdieping gebruiken we meestal de vuistregel dat een verdieping 3 meter hoog is. Het flatgebouw heeft ongeveer 30 verdiepingen.
Je leeft vooral in je leefruimte, een slaapkamer dient voornamelijk om tot rust te komen en daarom is een slaapkamer van 12 m² ruim genoeg voor de ouders.
De schuurwoning heeft een lange kap met een goothoogte van 2,0m, een maat die de woning karakteristiek maakt maar tegelijkertijd voldoende functionele hoogte geeft aan de binnenkant van de woning.
Voor een gemiddeld gezin is ongeveer 38 vierkante meter een goede oppervlakte voor een woonkamer, verdeeld over 400-450 centimeter in de breedte en 850 centimeter in de lengte.
Een uitbouw zonder vergunning mag niet hoger zijn dan 30 cm boven de grens tussen de begaande grond en de eerste verdieping. Bij een woning met één bouwlaag mag de uitbouw niet hoger dan het hoofdgebouw zijn.
De begane grond verdieping van een woning is de eerste bouwlaag, eerste verdieping is de tweede bouwlaag enz. Een kelder en een zolder zijn in deze definitie bij een woning vaak geen bouwlaag omdat daar meestal geen woonfunctie aan gekoppeld is. Een volgens de woonfunctie bewoonbaar souterrain is als bouwlaag te zien.
De zolder is de bovenste verdieping direct onder het dak van een gebouw. De term wordt vooral gebruikt bij gebouwen met een puntdak. De bovenste verdieping van een gebouw met plat dak wordt meestal geen zolder genoemd.
Om een lengte in centimeters naar een in foot en inch om te rekenen, deel je eerst door 2.54 met afronden, dat geeft het aantal inches. Vervolgens ga je dat door 12 delen met rest om feet en inches te krijgen. Vanuit jouw voorbeeld van 178 cm: 178 cm = 178/2.54=70.08 inches, dit ronden we af op 70 inches.
Vroeger kostte energie nog niet veel, en was men ook niet energiebewust. Hoge kamers zijn moeilijk te verwarmen, want warme lucht stijgt naar boven. Het kost heel wat energie voordat ook je voeten warm zijn. Je hebt dus minder stookkosten met lage kamers.
Stapelbed hoogte
De hoogte tussen bovenzijde van het onderste matras en onderzijde lattenbodem van het bovenste matras moet minimaal 75 cm zijn. Bij zowel de hoogslaper als het stapelbed is het afhankelijk van de dikte van de matras hoeveel ruimte je uiteindelijk overhoudt.
Houd er bij de keuze voor een stapelbed rekening mee dat het kind in het bovenste bed rechtop moet kunnen zitten, zonder het hoofd te stoten. Daarom is een ruimte van tenminste 50 centimeter tussen de bovenkant van het bed en het plafond nodig. Deze regel geldt ook bij woningen met een schuin dak.