Het getal boven de deelstreep noemen we de teller en het getal onder de deelstreep de noemer.
De teller van een breuk is het bovenste getal van een breuk, deze telt het aantal delen. De noemer van een breuk is het onderste getal van een breuk. De noemer benoemt hoeveel delen nodig zijn om tot 1 geheel te komen.
De teller is het getal dat boven de deelstreep staat. De noemer geeft het aantal delen aan waarin de hele is verdeeld. De noemer is het getal onder de deelstreep.
Om te weten of je de breuk nog verder kunt vereenvoudigen stel je jezelf de vraag: "Kan ik de teller en de noemer beide door hetzelfde getal delen?" In dit geval kun je de teller en noemer van 5⁄10 beide delen door het getal 5. ⁄10 is gelijk aan 1⁄2 .
VAN PROCENTEN NAAR KOMMAGETALLEN
1/10 deel is 10%. Zet die 10 achter de 0, en je krijgt 0,10.
Bij het afronden kijk je naar het tweede getal achter de komma en kijk je of deze 5 of hoger is of lager. Bij 5 of hoger rond je het tweede getal achter de komma naar boven af, bij 4 of lager rond je het getal naar beneden af. Zo wordt 5,24 afgerond op één decimaal 5,2 en 5,25 afgerond op één decimaal 5,3.
De teller en de noemer zijn gehele getallen. De noemer kan nooit 0 zijn.
Zo doneert Fotografie Voorgoed een gedeelte van haar omzet aan Giro555, de teller staat op dit moment op 26.000 euro.
Op Giro555 is ruim 88 miljoen euro (88.921.469 euro) opgehaald. De voorlopige eindstand werd om 22.18 uur bekendgemaakt, aan het einde van een speciale televisie-uitzending op NPO1 waaraan ook commerciële omroepen meewerkten. Er kan nog steeds gestort worden.
Als je twee breuken hebt die allebei een teller één hebben, dan is de breuk met de kleinste noemer het grootst. Je kunt je begrijpen door te denken aan een taart of pannenkoek of chocoladereep. Als je één reep in drie stukken snijdt, is elk stuk groter dan wanneer je diezelfde reep in vijf stukken snijdt.
Hoe groter de teller, hoe groter de breuk. Hoe kleiner de teller, hoe kleiner de breuk. Hier geldt dezelfde regel als voor de stambreuken.
3. Bij vereenvoudigen maak je de breuk kleiner. Wanneer de teller groter is dan de noemer moet je helen uit de breuk halen. Wanneer je een heel getal met een breuk gaat vermenigvuldigen dan vermenigvuldig je met de teller van de breuk, de noemer blijft hetzelfde.
Een breuk met teller 1, bijvoorbeeld 1⁄40, noemt men een stambreuk. Een breuk is een voorstelling van een rationaal getal en ieder rationaal getal kan als breuk worden geschreven. Bij het rekenonderwijs in het basisonderwijs vormen breuken de inleiding tot het delen.
Bij cijferend rekenen noteer je de getallen onder elkaar. Honderdtallen, tientallen en eenheden noteer je boven de getallen. Tel eerst de eenheden bij elkaar op, dan de tientallen, honderdtallen en duizendtallen. Cijferend rekenen lijkt op kolomsgewijs rekenen.
Om seconden naar minuten om te rekenen, moet je delen door 60. Er zitten namelijk 60 seconden in een minuut. Je doet hetzelfde om van minuten naar uur te gaan. Andersom moet je keer 60 doen om van uur naar minuten te gaan of van minuten naar seconden.
In 2 weken tijd is in Nederland ruim 108 miljoen euro opgehaald voor slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Syrië. Met de opbrengst bieden de samenwerkende hulporganisaties achter Giro555 noodhulp als onderdak, kleding, medische zorg en voedsel aan tienduizenden getroffen mensen in de twee landen.
Giro555 probeert de kosten zo laag mogelijk te houden, maar zij ontkomt niet aan actie- en bureaukosten. De hoogte hangt samen met de opbrengst van de actie; zij was in de afgelopen jaren gemiddeld 3%.
Zo besteden we het geld
We zetten jouw bijdrage in op de plekken waar kinderen onze hulp het hardste nodig hebben. Onze directeur, Pim Kraan, zit met zijn salaris van 145.610 bruto per jaar ruim onder het absolute maximum jaarinkomen dat geldt voor een organisatie als Save the Children.
Het getal 0 is zowel wel/niet positief als negatief, je kan er niet door delen, vermenigvuldigen met 0 levert ook niets op.
Elk getal, ongelijk aan nul, tot de nulde macht is gelijk aan één. Nul tot een willekeurige macht is nul.
Als er zowel in de teller als in de noemer een minteken staat, dan kan je het minteken weglaten. Als er alleen in de teller óf in de noemer een minteken staat, dan zet je het minteken voor de breuk.
De cijfers achter de komma noem je decimalen. 7,21 is een getal met 2 cijfers achter de komma, dit is dus een getal met 2 decimalen. De getallen achter de komma hebben ook een waarde. Het getal 2,1 is hetzelfde als 2,10 en 2,100 enz.
Een decimaal getal is een getal met cijfers achter de komma. Een voorbeeld hiervan is het getal 2,37. Dit getal heeft twee cijfers achter de komma. Je kunt ook zeggen: dit getal heeft twee decimalen.
1 decimaal is op 1 getal achter de komma, bij twee logischerwijs maar twee getallen.