Breuken optellenBreuken met dezelfde noemer (ook wel: gelijknamige breuken) kun je optellen door de tellers op te tellen en de noemer te behouden. Als je bijvoorbeeld ¼ optelt met ¾, dan kunnen we de tellers optellen (1+3=4) en de noemer (=4) behouden. Je zal zien dat dit gelijk is aan 1.
De optelling van breuken is de methode om de som van twee breuken te vinden. Om twee breuken op te tellen, maken we eerst hun noemers gelijk (door LCM-methode of door rationalisatie) en tellen we vervolgens de tellers op, waarbij de nieuwe noemer gemeenschappelijk blijft .
Maak de breuken gelijknamig, oftewel zorg dat alle breuken dezelfde noemer hebben. Ga hiervoor opzoek naar het kleinste gemeenschappelijke veelvoud (kgv) van de noemers. Tel de tellers bij elkaar op of trek de tellers van elkaar af. Haal de helen uit de uitkomst en vereenvoudig de breuk als dit mogelijk is.
Bij het vermenigvuldigen van breuken moeten de tellers met elkaar worden vermenigvuldigd en de noemers met elkaar worden vermenigvuldigd. Ook bij het delen van breuken hoeven de noemers niet hetzelfde te zijn. Voor delen geldt: delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde (van die breuk).
De noemer is het getal onder de streep. In 35 is 5 de noemer.
Breuken optellen
Breuken met dezelfde noemer (ook wel: gelijknamige breuken) kun je optellen door de tellers op te tellen en de noemer te behouden. Als je bijvoorbeeld ¼ optelt met ¾, dan kunnen we de tellers optellen (1+3=4) en de noemer (=4) behouden.
De teller en de noemer zijn gehele getallen. De noemer kan nooit 0 zijn.
Een breuk geeft eigenlijk een verhouding weer. Bij een taart is dat de verhouding tussen het deel dat jij pakt en het geheel: deel/geheel. Het getal boven de deelstreep noemen we de teller en het getal onder de deelstreep de noemer.
1/7 deel is dus 80. Voor de som moeten we weten hoeveel 6/7 deel van 560 is. Dat is dan 6 x 80. 6/7 deel van 560 is dus 480.
Een bijkomend aspect van gelijknamig maken is ook dat soms verschillende breuken dezelfde waarde hebben: 2/3 = 8/12.
Leg uit dat je ongelijknamige breuk gelijknamig kan maken door de noemers gelijk te maken. Vermenigvuldig eerst de noemers met elkaar (9 × 7 = 63).Vervolgens vermenigvuldig je de teller met datzelfde getal. Dus 4 × 7 = 28 en 3 × 9 = 27.
Als je grote getallen moet optellen kun je ze het beste onder elkaar zetten. Belangrijk hierbij is dat je ze juist neerzet. Dan bedoel ik dat je de enkelen, de tientallen, de honderdtallen en duizendtallen recht onder elkaar zet.
Op dat moment kan het breuken omrekenen met het ''trucje': als je de noemer en de teller met hetzelfde getal vermenigvuldigt, krijg je een breuk die gelijk is aan de eerste. Bijvoorbeeld: 1/3 is gelijk aan 2/6. Benoem de breuken ook regelmatig als 1 van de 5, 2 van de 10 is evenveel als 1 van de 5 enzovoort.
Ontstaan breuken
Platentektoniek veroorzaakt spanningen in de aardkorst (door rek of compressie) waardoor de aardkorst kan scheuren en er breuken in het gesteente ontstaan. Op de breukvlakken treden verschuivingen op met als gevolg dat delen van de aardkorst ten opzichte van elkaar van positie veranderen.
Breuken zijn gelijkwaardig als ze gelijk zijn of als ze dezelfde hoeveelheid voorstellen.
Het getal 7 als breuk is 7/1 . Op dezelfde manier geldt voor elk ander geheel getal, zoals; 8 = 8/1, 10 = 10/1, 100 = 100/1, 11 = 11/1, etc. Om een geheel getal om te zetten in een breuk, zet je dat gehele getal in de teller (bovenste deel van een breuk) en het getal 1 in de noemer (onderste deel van de breuk).
Answer: 3/4 of 12 is 9
Let us find 3/4 of 12. To multiply fractions through the following steps: Multiply the numerators. Multiply the denominators.
Het antwoord is dus 32.
Wil je met 7 personen 3 broden eerlijk verdelen, dan is de verhouding broden : mensen gelijk aan 3 : 7. Ieder 3 // 7 krijgt deel. Dit laatste heet een breuk en je schrijft meestal 3/7. Omdat dit 3 zevende delen zijn, heet 7 de noemer (naamgever) van de breuk en is 3 de teller (het aantal zevende delen).
00 is niet ongedefinieerd. Het is "onbepaald". Het verschil is dat in het geval van "ongedefinieerd" er geen manier is om het resultaat te vereenvoudigen tot iets omdat er letterlijk geen definitie is, zoals het geval is met 1/0. We hebben geen manier om 1 in 0 delen.
Delen door nul is bij het gewone rekenen als bewerking niet toegestaan. Het gaat om een deling waarbij de deler het getal nul is. Er kan met gewoon rekenen geen zinnige betekenis worden gegeven aan het resultaat van delen door nul.