Som der bedrijfsopbrengsten: optelling van de posten.Netto omzet. Wijziging in voorraden: verschil tussen voorraad aan begin en eind van het jaar, kan zowel positief als negatief zijn. Geactiveerde productie: onverkochte producten die wel in de opbrengsten worden opgenomen omdat ze een toegevoegde waarde hebben.
De norm van winstgevendheid verschilt per branche; 5 à 10% is over het algemeen een gezond getal. In de dienstensector zien wij de hoogste percentages, in de industrie liggen de cijfers het laagst. Natuurlijk is het prachtig als je winstgevendheid hoog is en iedere geïnvesteerde euro zoveel mogelijk oplevert.
De meeste ondernemers weten wel dat de hoeveelheid omzet niet zoveel zegt, de hoeveelheid winst is belangrijker. Maar je moet óók de cashflow goed in de gaten houden, zodat je altijd weet hoeveel geld er in je bedrijf zit en wat je financiële mogelijkheden zijn.
De overige opbrengsten zijn alle opbrengsten van een onderneming die niet voortkomen uit de standaard bedrijfsvoering. Denk hierbij aan doorbelaste vervoerskosten waar je geen marge over hebt gerekend.
Het nettobedrijfsresultaat is het bedrag dat overblijft voor de eigenaar of aandeelhouder: de winst. Dus na aftrek van alle vennootschaps- of inkomstenbelastingen.
Een mooi streven voor een gemiddelde startende zzp'er in de zakelijke dienstverlening is een (minimale) omzet van € 35.000 het eerste jaar. Dit bedrag komt overeen met het modale (meest voorkomende) inkomen in Nederland.
De meest basale definitie van winst is 'netto-omzet minus de (operationele) kosten'. Dit wordt ook wel de brutowinst genoemd. De brutowinst is de omzet min je directe kosten. Als je de operationele kosten niet in de hand hebt, kan de netto-omzet groeien, terwijl de brutowinst omlaag gaat.
Een ander woord voor winst/verlies is bedrijfsresultaat. Deze begrippen duiden dus hetzelfde onderdeel aan, al klinkt het woord resultaat wat neutraler dan winst of verlies.
Afschrijvingen worden gerekend als kosten, maar zijn geen uitgaven. Als een bedrijf in een jaar bijvoorbeeld € 1.000 afschrijft op een bedrijfsauto, wordt deze € 1.000 niet betaald: het is geen uitgave. Wel wordt de waardevermindering van de bedrijfsauto gerekend tot de afschrijvingskosten.
Winst van de onderneming als overige inkomsten
Er zijn ook mensen die een eigen bedrijf hebben en daarnaast in loondienst werken of om een andere reden er niet heel actief mee zijn. Dan is de onderneming niet het hoofdinkomen. De belastingdienst ziet het resultaat dan soms als inkomsten uit overig werk.
Als je een ondernemer bent vraag jij je af wat een goede winstmarge is. Een goede marge verschilt aanzienlijk per bedrijfstak, maar als algemene vuistregel geldt dat een nettowinstmarge van 10% als gemiddeld wordt beschouwd, een marge van 20% als hoog of goed en een marge van 5% als laag.
Je omzet bestaat uit de totale som van inkomsten die jij in een jaar gegenereerd hebt. Hier trek je alle gemaakte kosten (exclusief btw) vanaf. Het bedrag dat overblijft is je winst uit onderneming. Over deze winst uit onderneming betaal je belasting.
Zorg dat je in top of mind bent én blijft bij je klanten. De juiste marketing zorgt voor winst en cash. Motiveer, bemoedig en bekrachtig je klanten in de marketing en zorg dat je ongelofelijke waarde biedt. Laat je zelf zien dus.
Jouw gewenste bedrijfsrendement
“Schommelt je omzet daarentegen hevig en blijven de kosten grotendeels gelijk? Dan heb je in de goede jaren een bedrijfsrendement van zeker 15 tot 20 procent nodig om financieel gezond te blijven.
Een gezond bedrijf is niet alleen afhankelijk van kredietverstrekkers of de bank, maar heeft ook voldoende eigen vermogen op de balans. Als je succesvol wilt blijven met je bedrijf op de lange termijn, heb je voldoende vermogen nodig om in te spelen op kansen.
Rentekosten komen altijd op een resultatenbegroting (altijd kosten) en soms op een liquiditeitsbegroting (maar dan alleen op het moment dat ze worden betaald).
Wat zijn aflossingen? Andersom is een aflossing wel een uitgave maar geen kost, dat zit namelijk zo. Als je een lening hebt en je gaat aflossen dan geef je eigenlijk een deel van dat geleende geld terug aan de bank. Je pakt dus wel je portemonnee, je haalt er wel geld uit en dat geef je ook aan de bank.
Stel dat je iets koopt en een factuur ontvangt, maar nog niet betaald. Op basis van het factuurstelsel moet je je aankoop al wel boeken in de resultatenrekening, omdat het een kosten is. Aangezien je nog niet betaald hebt, heb je nog geen uitgave gedaan en heb je een schuld (balans).
De omzet kunt u zowel inclusief btw als exclusief btw berekenen, maar vaak wordt er gesproken over omzet exclusief btw. In een formule kan dit weergegeven worden als: Omzet (incl. btw) = de afzet x de verkoopprijs van een product op dienst.
Wanneer men dit bedrijfsresultaat corrigeert voor overige baten en lasten, bijvoorbeeld rente, dan verkrijgt men de winst voor aftrek van belasting (fiscale winst). Wanneer men hierover belasting betaalt, dan resulteert de winst na belasting (economische winst). Er zijn aannames nodig om de winst te kunnen bepalen.
Het kan gebeuren dat je omzet of je kosten tegenvallen waardoor je enkele maanden of een jaar een negatief inkomen hebt. Zorg dat je de oorzaak achterhaalt. En ga na of het resultaat éénmalig negatief is of dat je onderneming al langer verliesgevend is.
Wat is dan de verkoopprijs inclusief btw? De belasting komt bovenop de verkoopprijs exclusief btw. Als er 21% bij een prijs van € 100 op komt, wordt de prijs inclusief btw: 100 × 1,21= € 121,00. De bruto prijs is hier € 100 en de netto prijs € 121.
Cashflow is niet hetzelfde als winst of verlies. Het is belangrijk om dat goed te beseffen. Je hebt net kunnen lezen dat winst het bedrag is dat overblijft nadat de kosten zijn verrekend. Daarbij wordt niet gekeken of het geld ook al daadwerkelijk op je eigen rekening staat.
EBITDA geeft het kasgenererend vermogen van een onderneming weer en is daarmee dus een indicatie van de vitaliteit van het bedrijf. EBITDA staat voor Earnings Before Interest, Tax, Depreciation and Amortisation. Oftewel: winst vóór aftrek van rentekosten, belastingen, afschrijving en afboekingen.