De sociale sector omvat niet alleen non-profitorganisaties, maar ook overheidsinstellingen, sociale ondernemingen en andere organisaties die zich bezighouden met sociaal werk, maatschappelijke dienstverlening, liefdadigheid, ontwikkelingshulp, sociale rechtvaardigheid en andere sociale kwesties.
Denk maar aan welzijnswerk, maatschappelijk werk, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, jeugdzorg, kinderopvang en kraamzorg. Keus genoeg dus. Dan kun je binnen elke richting nog verschillende beroepskeuzes maken.
De socialprofit, non-profit of sociale sector betekenen eigenlijk hetzelfde. Wij gebruiken de 'social-profit' als verzamelnaam voor organisaties die diensten aanbieden in verschillende deelsectoren. Werknemers in de social-profit hebben één ding gemeen: ze werken met mensen.
De social profit biedt diensten aan in de sector van de ziekenhuizen, de gezondheidsinrichtingen en –diensten, de diensten voor gezins- en bejaardenzorg, de opvoedings- en huisvestigingsinrichtingen en –diensten (in het kader van gehandicaptenzorg en bijzondere jeugdzorg), de maatwerkwerkbedrijven (de vroegere ...
Onder 'privésector' verstaat men voor VOV 'alle werknemers die vallen onder de CAO-wetgeving' en de paritaire comités.
De bekendste voorbeelden van sociale beroepen zijn die in de zorg of het onderwijs. Zoals een verpleger of leraar. Maar denk ook aan beroepen in het bedrijfsleven met veel klantcontact. Zoals een coach of een serveerster.
Bij de beroepen die te maken hebben met maatschappelijk of sociaal werk, horen vooral functies die hulpbehoevenden mensen ondersteunen met het (her)vinden van hun plek in de samenleving. Sommige beroepen richten zich op groepen mensen en anderen op individuen, maar altijd in relatie tot hun sociale omgeving.
Wie sociaal is begrijpt en voelt aan hoe mensen met elkaar zouden moeten omgaan. Een sociaal mens houdt rekening met anderen, heeft respect voor de medemens en kan zich inleven in anderen.
De sector Kinderopvang valt onder FNV Zorg & Welzijn.
Het kabinet wil dat meer gezinnen in aanmerking komen voor een sociale huurwoning van een woningcorporatie. De inkomensgrens daarvoor is € 52.671 (prijspeil 2024) voor meerpersoonshuishoudens.
Denk aan Facebook, Instagram, Bluesky, Pinterest, LinkedIn, TikTok, YouTube of Snapchat.Ook WhatsApp wordt door velen een sociaal netwerk genoemd.
Grofweg kun je zeggen dat een sociaal werker zich bezighoudt met het bevorderen van het welzijn en de sociale participatie van mensen, groepen mensen en gemeenschappen, terwijl een maatschappelijk werker zich richt op het bieden van hulp en ondersteuning aan individuen en mensen in moeilijke situaties.
Bent u sociaal werker, activiteitenbegeleider, jeugd-jongerenwerker, sociaal pedagogisch werker, bewindvoerder of jobcoach en vallen uw werkzaamheden onder de cao sociaal werk, welzijn & maatschappelijke dienstverlening, dan is uw salaris gebaseerd op de bijbehorende salarisschalen.
Of 3000 euro netto een goed salaris is, hangt af van verschillende factoren. In Nederland wordt dit bedrag over het algemeen als bovengemiddeld beschouwd. Het gemiddelde netto salaris in Nederland ligt rond de 2500 euro per maand, dus met 3000 euro zit je daarboven.
Met welk beroepen verdien je € 4000 per maand
Vaak zijn dit midden-management functies in het MKB, Sales en Marketing functies. Maar ook Technische specialisten zoals Developer, Designer en Engineer. Ook senior vaktechnici kunnen inclusief toeslagen deze bedragen verdienen.
Als we kijken naar de In de zorg zonder diploma salarisstatistieken in Nederland op 5 februari 2025, dan maakt de vertegenwoordigde werknemer € 32.244; om preciezer te zijn is het salaris € 2.687 per maand, € 672 per week of € 17,68 per uur.
Wanneer de werknemer 7,8 uur per dag presteert – net zoals voorheen – en dat gedurende vier dagen per week, werkt hij of zij dus wekelijks 0,8 uur te veel volgens het 4/5-contract.
De Rijksoverheid versterkt publieke voorzieningen zoals de gezondheidszorg, onderwijs, politie en defensie en werkt aan de uitwerking van het Pensioenakkoord en Klimaatakkoord.
Omdat heel veel ziekenhuizen de afgelopen decennia zijn gefusioneerd, dragen echter heel wat instellingen nu een erfenis uit zowel de overheids- als de privésector. De wet op de ziekenhuizen maakt geen onderscheid tussen de overheids- en de privésector. De financiering door de overheid is bijgevolg identiek.