Begrip uit de verteltheorie ter aanduiding van de locatie, de plaats waar of de omgeving waarin de handeling of geschiedenis van een literair werk zich afspeelt.
De plaats waar een verhaal zich afspeelt, noemen we de ruimte. Die vormt het decor waartegen de gebeurtenissen zich afspelen. Je hebt in de vorige opdracht gemerkt dat de plaats ook belangrijk kan zijn in de spanningsopbouw van het verhaal.
Vaak leert de omgeving waar het verhaal zich afspeelt, iets over de personages. Natuurlijk draagt de ruimte ook bij tot een bepaalde sfeer. De geografische ruimte is de plaats waar het verhaal zich afspeelt. Het verhaal kan zich ook op een fictieve of verzonnen plaats afspelen.
De structuur van verhalen bestaat verder uit de omstandigheden, die gevormd worden door de ruimte waarin het verhaal speelt en de tijd waarin het verhaal speelt (de tijdsverlopen, de tijdstippen, de perioden), en uit de motieven en thema's.
Een verhaal heeft een vaste opbouw. Er zijn altijd vier elementen: een hoofdpersoon met een probleem, een zoektocht met een worsteling, een wending met een aha-moment en het inzicht of het resultaat.
Er zijn vier soorten ruimte: functionele ruimte, decoratieve ruimte, begeleidende ruimte en contrasterende ruimte.
Symbolische ruimte: een ruimte kan symbolisch zijn voor de gevoelens van het personage of de situatie waarin het personage zich bevindt. We spreken van een symbolische ruimte.
In de ruimtetijd is de tijd een vierde dimensie. Door de tijd te vermenigvuldigen met de vaste lichtsnelheid c, krijgt de tijdas dezelfde dimensie als de ruimte-assen. Het diagram beperkt zich tot twee dimensies: de tijdas en één ruimte-as. Stel een waarnemer en een appel zweven naast elkaar in de ruimte.
Open plekken - Veel verhalen en films worden spannend doordat er vragen worden opgeworpen, die niet meteen beantwoord worden. Zo'n vraag wordt in de literatuurwetenschap een open plek genoemd.
Verteltijd en vertelde tijd
De verteltijd is de tijd die verstrijkt in een verhaal. De verteltijd kan eeuwen beslaan, of slechts een dag. De vertelde tijd is de tijd die nodig is om dit te beschrijven, het aantal pagina's dat het boek of verhaal beslaat. In één zin kan vier jaar verstrijken.
De ruimte of kosmische ruimte is, in de astronomie en de ruimtevaart, het deel van het heelal dat zich op meer dan 100 kilometer van de aarde bevindt. Deze grens is de denkbeeldige Kármánlijn, die de afstand vanaf het aardoppervlak aangeeft, waar de aardatmosfeer ophoudt.
Setting is een term uit de narratologie waarmee aangeduid wordt waar, wanneer en onder welke omstandigheden de gebeurtenissen in een verhaal plaatsvinden. Met de setting wordt dus de achtergrond, het decor, beschreven waartegen het verhaal zich zal afspelen.
De beschrijving van de ruimte (gebouwen, mensen, een landschap ...) kan een weergave zijn van de stemming in het verhaal. Dit is de sfeerscheppende ruimte. Bv. Een donkere herfstdag met veel regen gaat meestal gepaard met een sombere sfeer.
De plek waar (een deel van) een verhaal zich afspeelt, noem je ook 'de ruimte' (of 'het decor') van een verhaal of roman.
De ruimte is een vacuüm met straling en materiedeeltjes die daar rondzweven. De geschatte leeftijd van het universum is tussen de 11,4 miljard en 13,8 miljard jaar. De omvang van het waarneembare universum is ongeveer 46,5 miljard lichtjaar in elke richting vanaf de Aarde (of 93 miljard lichtjaar in diameter).
Elk verhaal speelt zich af in een bepaalde periode of kalendertijd. De periode waarin het verhaal zich afspeelt, wordt soms expliciet vermeld, maar soms moet de lezer zelf achterhalen wanneer het verhaal speelt.
Onder openbare ruimte verstaan we de ruimte die voor iedereen toegankelijk is. Plaatsen die onder de openbare ruimte vallen zijn onder andere straten, pleinen en parken.
Deze trucs noemen we ook wel manipulatietechnieken. De schrijver manipuleert tenslotte de lezer. Nog een aantal van dit soort technieken: Denk aan het stoppen op een spannend moment, het wisselen van perspectief, het veranderen van verhaallijn of de lezer op een dwaalspoor zetten.
Het gesloten einde: dit houdt in dat het hoofdprobleem is opgelost, de hoofdvraag is beantwoord. Dus de grote vraag / het grote avontuur dat speelde in het boek is tot een einde gekomen. Het open einde: dit houdt in dat het hoofdprobleem niet is opgelost, de hoofdvraag blijft open.
De Ruimte begint bij 100 km boven de aarde, de Kármánlijn.
Het is een denkbeeldige grens om een onderscheid te kunnen maken tussen luchtvaart en ruimtevaart. Deze lijn wordt beschouwd als het “begin” van de ruimte, maar eigenlijk heeft de aardatmosfeer geen scherpe begrenzing.
Elke tijdsbeleving bevindt zich in de ruimte
Voor een beelddenker is tijd geen momentopname maar tijd is ruimte. Hij ziet tijd als een verloop of een beweging in de ruimte. Zoals de timer op de afbeelding hieronder: Het rode vlak geeft een beeld weer van een bepaalde tijdsperiode.
Verschillende tijdsuitdrukkingen worden vaak gebruikt in interplanetaire ruimtevluchten: UTC, Coordinated Universal Time , is de wereldwijde wetenschappelijke standaard voor tijdswaarneming. Het is gebaseerd op zorgvuldig onderhouden atoomklokken en is zeer stabiel. De snelheid ervan verandert niet meer dan ongeveer 100 picoseconden per dag.
De 'aardrijkskundige' plek waar een verhaal zich afspeelt, noemen we de geografische ruimte.
De ruimte beleef je als je beweegt, als je om een object heen loopt. Een tekening of schilderij is plat, maar als je een object op een plat vlak tekent of schildert kun je het ruimtelijk laten lijken.
Het nawoord komt direct na de epiloog van uw boek. Mocht u ervoor kiezen geen epiloog te schrijven, dan komt het nawoord direct na het verhaal in uw boek te staan. Het verschil tussen een epiloog en het nawoord komt later aan bod.