Mars wordt vaak de 'Rode Planeet' genoemd, omdat hij aan de hemel staat als een oranje-rode ster. Vanwege de kleur noemden de oude Grieken en Romeinen de ster naar hun oorlogsgod. Dankzij ruimteonderzoek weten we tegenwoordig dat de planeet die kleur heeft omdat de rotsen op Mars roest bevatten.
Mars is een terrestrische planeet met een ijle atmosfeer. Het oppervlak is op sommige plekken net zoals dat van de Maan bezaaid met inslagkraters, terwijl op andere plaatsen net zoals op de Aarde, vulkanen, valleien, zandduinen en poolkappen voorkomen.
De kleuren van de acht planeten in ons zonnestelsel zijn al langer bekend: Mercurius is grijs, Venus is beige, de aarde is blauw, Mars is rood, Jupiter is oranje-wit, Saturnus is geel en Uranus en Neptunus zijn blauw. De kleur wordt bepaald door de samenstelling van het oppervlak en de atmosfeer.
Mars is een stuk kleiner dan de Aarde en kent geen diepe oceanen, meren of rivieren. In tegenstelling tot onze blauwe lucht, ziet de atmosfeer van Mars er veelal pastelrood uit, met soms roze en roodbruine tinten.
Vroeger kenden we negen planeten: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus en Pluto. Door de beslissing van 24 augustus 2006 van de Internationale Astronomische Unie is Pluto gedegradeerd tot een dwergplaneet en draaien er "officieel" nog maar acht planeten rond de zon.
Uranus bezit de koudste atmosfeer van ons zonnestelsel, nog kouder dan de verder gelegen planeet Neptunus. In de atmosfeer van Uranus zakt de temperatuur tot een minimum van -224 graden Celsius. De gemiddelde temperatuur bedraagt er -196 graden Celsius.
Vooruitzicht. Astronomen hebben, met behulp van gegevens afkomstig van de ruimtetelescoop Hubble, berekend dat de Melkweg waarschijnlijk over 4 miljard jaar zich zal samenvoegen met het Andromeda-sterrenstelsel. De zon raakt wellicht uit haar koers, maar dat zal verder geen gevolgen hebben voor het zonnestelsel.
De nieuw ontdekte planeet heeft de naam TOI 700 d gekregen en bevindt zich ongeveer 100 lichtjaar van de aarde. Dat is relatief dichtbij voor ruimtebegrippen. TOI 700 d is ongeveer 20 procent groter dan de aarde. Een jaar, de periode die een planeet erover doet om een rondje te maken rond zijn ster, duurt er 37 dagen.
Betere telescoopbeelden en vooral de foto's die in 1965 door de Mariner 4-sonde werden opgenomen toonden Mars als dorre woestenij zonder rivieren, oceanen en zichtbare planten. De intense ultraviolette straling maakte de planeet uiterst ongeschikt voor leven, in ieder geval voor leven zoals we dat op Aarde kennen.
Jupiter - niet alleen de meest massieve en de grootste planeet van ons zonnestelsel, maar ook de meest heldere aan de hemel. Samen met Uranus, Neptunus en Saturnus wordt hij beschouwd als de reus.
Starend naar de hemel kun je hem eigenlijk niet missen: de Poolster. Gigantisch lichtgevend en het is de ster die het noorden aangeeft. Je kan de Poolster spotten door De Grote Beer te zoeken en een lijntje van de twee buitenste sterren van de pan naar boven te trekken.
VY Canis Majoris (VY CMa) is een type M superreus of hyperreus in het sterrenbeeld Grote Hond (Canis Major). Het is een van de grootste sterren die in het heelal zijn ontdekt. De straal van de rode ster is ongeveer 1420±120 maal zo groot als die van onze zon, waardoor onze zon er enkele miljarden malen in zou passen.
Mercurius is de kleinste planeet in het zonnestelsel. Maar zeker niet de minst interessante! Wat maakt Mercurius uniek? Mercurius is de eerste planeet in ons zonnestelsel en staat dus het dichtst bij onze zon.
Op de maan is het altijd heel erg koud
De maan heeft geen atmosfeer en daarmee ook geen bescherming tegen de straling van de zon. In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
Slechts een handvol manen in het zonnestelsel zijn groter dan onze maan. Nog opvallender is echter haar relatieve omvang ten opzichte van haar moederplaneet, de aarde. Ruwweg is de diameter van de maan liefst 1/4 van de diameter van de aarde.
De afstanden in de ruimte zijn enorm. Een reis naar onze ruimtebuur de Maan duurt drie dagen als we traditionele chemische raketten gebruiken. Mars, de planetoïden en de buitenste planeten staan maanden of zelfs jaren ver weg.
Mocht de mens ooit op Mars willen staan dan zal een afstand van zo'n 60 miljoen kilometer afgelegd moeten worden. Op dit moment wordt verwacht dat een vlucht naar Mars ongeveer acht maanden zou duren. Dit duurt niet veel langer dan een sonde erover doet om op Mars te komen.
De reis naar de rode planeet kost vele miljarden en je bent minimaal een half jaar onderweg. Daarbij wordt het ook nog een enkeltje: terugkeren is (voorlopig) onmogelijk. Toch lanceerden meerdere landen afgelopen jaren raketten richting Mars om onderzoek te doen naar de planeet.
Ook zijn er voor bodemverbetering wormen nodig. Wamelink heeft een lijst met wat er mee moet naar Mars: zaden van planten, schimmels, bacteriën, wormen, zonnepanelen, hommels en mensen. Mensen zijn nodig om het voedsel te produceren en op te eten. Hun ontlasting is weer nodig voor de bemesting.
In ons zonnestelsel is vrijwel zeker water op:
Enceladus (maan van Saturnus) Ganymedes (maan van Jupiter) Uranus. Neptunus.
Onderzoekers van NASA en de Universiteit van New Mexico zijn erachter gekomen dat de recent ontdekte planeet, TOI-1231 b, gelijkenissen met onze aarde vertoont. De planeet zou elke 24 dagen in een baan rond een rode dwergster draaien.
Maar toch kan de mens niet op Venus leven. Door de dikke bewolking en dichte atmosfeer is het er erg warm. De temperatuur kan oplopen tot 465 graden Celsius en daarmee is Venus de heetste planeet in het zonnestelsel. Omdat Venus de planeet is die het dichtst bij de aarde staat, is er veel onderzoek naar gedaan.
Vaak wordt aangenomen dat de oerknal niet alleen het ontstaan van materie en energie vertegenwoordigde, maar ook het ontstaan van tijd en ruimte. Toch zijn er ook theorieën waarin er vóór de oerknal al ruimte bestond. Sommige natuurkundigen speculeren zelfs over het bestaan van een compleet heelal vóór 'onze' oerknal.
Op een bepaald moment is deze singulariteit begonnen met uitdijen en dat noemen wetenschappers de oerknal. De drijvende kracht achter de uitdijing van het heelal is donkere energie: een mysterieuze vacuümenergie die werkt als een soort anti-zwaartekracht.
Het heelal dijt uit, waardoor de fotonen in de kosmische achtergrondstraling 45 miljard lichtjaar reisden om er te komen. Hierdoor heeft het zichtbare universum een doorsnee van circa 90 miljard lichtjaar. Toch is het heelal minimaal 250 keer groter, zo blijkt uit een nieuwe wiskundige berekening.