De meeste teksten hebben de indeling: inleiding, kern en slot. De inleiding en het slot bestaan meestal beide uit maar één alinea. De kern bestaat daarentegen uit een aantal alinea's. In de alinea's worden alle deelonderwerpen besproken.
In de kern wordt alle informatie over het onderwerp gegeven, verdeeld over deelonderwerpen. De kern bestaat uit een aantal alinea's. Ieder deelonderwerp omvat één of meer alinea's Het slot bestaat meestal beide uit maar één alinea waarin de schrijver de tekst afrondt.
Alinea-opbouw: elke alinea is een eenheid
Lees meer op de pagina over alinea's. Elke alinea behandelt één deelvraag of onderwerp. Lees meer op de pagina over alinea's. Elke alinea heeft één kernzin waarin de hoofdgedachte staat (het antwoord op een van de (sub)vragen in de tekst).
Een alinea is het tekstgedeelte tussen twee inspringingen of tussen twee regels wit, de kleinste eenheid van een tekst die nog uit meerdere zinnen bestaat. De alinea is volgens schrijfadviseur Jan Renkema de belangrijkste bouwsteen van een tekst.
Een goede tekst schrijven is best moeilijk. Een goed geschreven tekst bestaat altijd uit drie delen: een inleiding, middenstuk en een slot. De inhoud van een tekst wordt mede bepaald door het doel van de tekst. Er zijn nog meer dingen waar je op moet letten, in dit artikel meer informatie daar over.
De 7 tekstdoelen zijn: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren.
De lengte van paragrafen is afhankelijk van de lengte van je tekst. Een paragraaf bestaat meestal uit 2 of meer alinea's. Het kan voorkomen dat een subparagraaf maar uit 1 alinea bestaat.
Als je tekstverband aanbrengt, zorg je voor samenhang in een tekst. Voor logica in de volgorde van de ene zin naar de andere en de ene alinea naar de andere. Zo begrijpen lezers sneller waar de tekst over gaat. Je brengt het verband dus aan tussen zinnen en tussen alinea's.
Begin met een inleiding waarin je vertelt wat lezers kunnen verwachten van het artikel. Zet het 'probleem' van de lezer dat je gaat behandelen centraal. Vertel in de volgende alinea's wat je de lezer bij de inleiding hebt beloofd te gaan vertellen. Geef het artikel meer structuur door het gebruik van subkopjes.
Een tekst kan in verschillende vormen voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan een gedicht, een nieuwsbericht of een reclametekst. Zelfs een graffitiwoord op een muur is een tekstvorm. Een tekstvorm is dus hoe een tekst eruit ziet.
De term teksttype wordt aangewend om een groep teksten aan te duiden, zowel literaire als niet-literaire, die bepaalde specifieke kenmerken gemeen hebben. Op basis van een aantal indelingscriteria maakt men een classificatie die de differentiërende tekstkenmerken van elk type in kaart wil brengen.
Een paragraaf begint op een nieuwe regel met een inspringing van 1,25 cm. Elke paragraaf hoort met een dergelijke inspringing te beginnen, maar het is ook gebruikelijk om een witregel tussen paragrafen te zetten. Een nieuwe paragraaf signaleert een nieuwe stap in het schrijven.
Antwoord. Voor de nummering bestaan er twee basissystemen: 1. De hoofdstukken krijgen de cijfers 1 tot en met n; de paragrafen en eventuele subparagrafen krijgen diezelfde cijfers, gevolgd door een punt en een tweede of (bij een subparagraaf) derde cijfer enzovoort.
Een paragraaf is een inhoudelijk onderdeel van een groter document dat kleiner is dan een hoofdstuk (bij een rapport bijvoorbeeld) of een artikel (bij een wettekst bijvoorbeeld), vaak genummerd en soms aangeduid met het symbool §.
De 5 tekstsoorten zijn: Informatieve tekst: wil iets meedelen, wil informeren. Voorbeelden zijn: krantenartikel, schoolboek, bijsluiter bij medicijnen ... Ontspannende of diverterende tekst: heeft als doel te ontspannen, te entertainen.
Een activerende tekst geeft informatie, zet je aan het denken en wil je overtuigen waardoor je uiteindelijk iets wilt gaan doen. Deze indeling maakt het handig om er even bij stil te staan hoe betrouwbaar informatie is. Iemand die jou wil overtuigen van zijn mening, kan wel eens 'gekleurde' feiten presenteren.
Begin bij het begin
De 'standaard' manier van schrijven is heel simpel. Je begint bij de eerste zin en schrijft door tot de laatste. Handig voor als je het verhaal al goed in je hoofd hebt zitten of als jouw tekst ook chronologisch opgebouwd is.
De inleiding aan het begin van een verslag kent in elk geval de volgende onderdelen: § aanleiding (wat maakte dat je het verslag ging schrijven?); § thema (waarover gaat het verslag?); § doel (waarom schrijf je dit verslag?);