Er zijn geen duidelijke oorzaken aan te wijzen voor de aanwezigheid van ODD.Er wordt uitgegaan van een combinatie van aanleg en omgevingsfactoren. Zo kan het aangeboren temperament van een kind een rol spelen, maar ook aandachtsproblemen, impulsiviteit, pesten en gepest worden of een inconsistente opvoeding.
Het gaat dus om een combinatie van aanleg en omgeving. De kans op ODD of CD is groter als er sprake is van alcohol- of drugsmisbruik van de ouders of als de ouders huwelijksproblemen hebben, crimineel gedrag vertonen en als het kind uit een groot gezin komt.
Er is nog geen duidelijke aanwijzing voor de oorzaak van ODD. Er wordt uitgegaan van een combinatie van een bepaalde aanleg en omgevingsfactoren. Een aangeboren temperament van een kind kan een rol spelen, maar ook aandachtsproblemen, impulsiviteit, pesten en wellicht gepest worden of een inconsistente opvoeding.
Bij kinderen en jongeren met ODD en CD nemen de symptomen over het algemeen in de loop der tijd af, ook zonder behandeling. Sommige kinderen en jongeren blijven symptomen vertonen, bij anderen nemen de symptomen af en verdwijnt de diagnose (Bunte e.a., 2014; Lahey e.a., 1995).
ODD wordt samen met CD (conduct disorder, antisociale persoonlijkheidsstoornis) ook wel DBD disruptive behaviour disorder genoemd. De term disruptive geeft aan dat het gedrag een negatieve invloed heeft op de ontwikkeling. Behaviour betekent gedrag, de term disorder betekent aandoening.
Kinderen met CD of ODD hebben relatief vaak last van stemmings- en angststoornissen. Van de kinderen met CD heeft naar schatting 15 tot 30% last van een depressie. Deze kinderen hebben meer zelfmoordneigingen, maar zijn juist weer minder agressief dan de kinderen met alleen CD.
Over het algemeen bestaat de behandeling in eerste instantie uit psychotherapie voor het kind en de ouders. Het is ook belangrijk dat de school zich verdiept in de kenmerken van ODD of CD. Verder kunnen ouders begeleiding krijgen bij de opvoeding, en het kind gedragstherapie.
Erfelijke factoren blijken een rol te spelen bij het ontstaan van ODD. Het is nog niet goed bekend welke erfelijke factoren een rol spelen. Foutjes in het erfelijk materiaal op chromosoom 2 en chromosoom 19 lijken een rol te spelen bij het ontstaan van ODD.
Zowel een ODD als een CD kan uiteindelijk leiden tot crimineel gedrag. Na verloop van tijd kunnen de symptomen van ODD en CD afnemen, tot aan het punt dat we niet meer spreken van een stoornis of van een probleem.
Er is geen medicatie speciaal voor ODD ontwikkeld, maar er worden wel middelen voorgeschreven, zoals bijvoorbeeld Dipiperon.
Je hebt kinderen die boos zijn, maar ook kinderen die opstandig zijn. De boosheid verdwijnt, maar als het opstandig en agressief gedrag vaker voorkomt en langer duurt, dan kan er sprake zijn van ODD. Dit is de Engelse afkorting voor Oppositional Defiant Disorder.
De symptomen van de oppositionele-opstandige stoornis (ODD) en de normoverschrijdend-gedragsstoornis (CD) zijn heterogeen van aard (Matthys, 2019; Matthys & Van West, 2014). Ze omvatten dwars en opstandig gedrag, een boze en prikkelbare stemming, antisociaal gedrag, en agressief gedrag.
Woede-uitbarstingen zijn een teken van onbehagen bij je kind: je kind voelt zich niet goed. Dit onveilige en onaangename gevoel kan door uiteenlopende redenen zijn ontstaan: o.a. angst, onzekerheid, frustratie, overprikkeling, verdriet, negatieve emoties van anderen of door het gemis van anderen.
Door het samengaan met andere ziektebeelden, is de diagnose ODD niet eenvoudig te stellen. Zo overlappen bijvoorbeeld de symptomen van een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis en ADHD. Bij ODD ligt de nadruk echter meer op agressiviteit en bij ADHD op impulsiviteit.
Op grond van tientallen onderzoeken blijkt dat de mediaan voor odd 3,2% is met een spreiding van 0,3% tot 22,5% (Lahey e.a., 1999). Samenvattend wordt de prevalentie van odd geschat op 3% van de kinderen tussen 4 en 18 jaar, met een grote spreiding in verschillende onderzoeken.
Oppositioneel-opstandige stoornis (ODD)
Voor odd bij jongens variëren de prevalentiecijfers tussen de 2,1 en de 15,4%. Voor meisjes is dat vergelijkbaar: 1,5-15,6%.
Vrijwillige uithuisplaatsing
Als het niet goed gaat thuis, kunt u hulp krijgen om een uithuisplaatsing te voorkomen. Kijk bij het Nederlands Jeugdinstituut welke hulp mogelijk is. Een kind wordt alleen uit huis geplaatst als er geen andere oplossingen zijn voor de problemen thuis.
Agressiviteit of snel boos worden, zijn gedragsmatige gevolgen van niet aangeboren hersenletsel (NAH). Het is één van de kenmerken van NAH. Het heeft te maken met verstoorde controle. Er is sprake van agressie als iemand andermans grenzen overschrijdt, bewust schade berokkent of met woede probeert iets te bereiken.
Mensen met ODD vertonen meestal opstandig gedrag maar zijn niet gewelddadig. In de DSM 5 staat dat de criteria voor de oppositionele-opstandige stoornis nu in drie typen gegroepeerd zijn: boze/ prikkelbare stemming, ruziezoekend/openlijk ongehoorzaam gedrag en wraakzucht. Iemand met ODD kan bijvoorbeeld: Driftig zijn.
Samenvattend wordt de prevalentie van odd geschat op 3% van de kinderen tussen 4 en 18 jaar, met een grote spreiding in verschillende onderzoeken. Loeber e.a. (2000) geeft voor cd bij jongens prevalentiecijfers tussen de 1,8 en de 16,0% en voor meisjes tussen de 0,8 en de 9,2%.
Je kind voelt zich niet gezien door anderen.Hij wil aandacht en gaat daarom andere kinderen pijn doen. Je kind kan leren om op een positieve manier aandacht te vragen, bijvoorbeeld of de juf even komt kijken naar wat hij heeft gemaakt. Je kind reageert zich af op anderen omdat hij niet lekker in zijn vel zit.
Tips om een boos kind te helpen
Praten over de woede-uitbarsting is (nog) niet mogelijk voor jonge kinderen, dus de beste manier is aandacht in de fysieke vorm; knuffelen, stoeien, samen lachen. Jij weet zelf het beste wat je kind fijn vindt en waardoor de ontspanning en het gevoel van veiligheid terug zullen komen.